Toespraak bij het jaarcongres van KIVI NIRIA
Toespraak door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw G. Verburg, bij het jaarcongres van KIVI NIRIA op 30 oktober 2008.
"Wanneer de Noordzee koppig breekt aan hoge duinen/
En witte vlokken schuim uiteenslaan op de kruinen/
Wanneer de norse vloed beukt aan het zwart basalt/
En over dijk en duin de grijze nevel valt/
Wanneer bij eb het strand woest is als een woestijn/
En natte westenwinden gieren van venijn…"
Dames en heren, u heeft het misschien al geraden. Woorden van de Belg Jacques Brel, onze buurman van het vlakke land. Maar land in een rivierdelta is natuurlijk nooit alleen maar vlak. Het is vruchtbaar voor wie in staat is het te bewerken en te behouden. Soms is het vervaarlijk. Het is veranderlijk.
Drie eigenschappen die ons - bewoners van uiterwaarden, veenweiden en polders- een speciaal soort grondhouding hebben gegeven. Want om hier te kunnen overleven heb je niets aan een vlakke instelling. Als ik weer eens dwars door Nederland rijd, dan zie ik wat er wèl voor nodig is. Inventiviteit en creativiteit zitten letterlijk in ons landschap. We hebben technieken om de loop van het water te voorspellen, dan wel te dwingen. We kunnen ingrijpen bij regen, dichtslibben of droogte. En omdat wij druk met irrigatie, bebouwing, inpoldering en afdamming in de weer zijn geweest, kon onze landbouw een hoge vlucht nemen. Nog steeds komen daar nieuwe, innovatieve oplossingen bij. We hebben genoeg inventiviteit en creativiteit om iedere zeespiegel mee te ontstijgen.
Dit zijn dan ook -niet helemààl toevallig- de hoofdthema's die ik vandaag met u wil delen. Innovatie en verduurzaming.
Ik duik eerst nóg wat uitgebreider in de historie van ons land. Om daarna boven water te komen in het hier en nu. Tot slot loop ik vooruit op het aanstaand voorzitterschap in de VNCommission of Sustainable Development.
Ik begin bij de ontwikkeling van de inzichten die Nederland heeft doorgemaakt.
- In 1933 werd de Afsluitdijk aangelegd. Het doel was: veel land erbij. Daarmee verdween waarschijnlijk ook een reuzenestuarium. Er was, behalve onder de vissers, weinig discussie over.
- Daarna veranderde de aard van de landaanwinning: er kwamen randmeren en grote natuurgebieden in de polders zelf - denk aan de Oostvaardersplassen. Van de laatste inpoldering, de Markerwaard, zagen we zelfs (tot nog toe) helemaal af.
- De Deltawerken begonnen met afsluitingen van de Haringvliet (die nu weer op een kier mag) en de Grevelingen. Met de fameuze Oosterschelde stormvloedkering als sluitstuk.
- De Lauwerszee werd bedijkt, maar de droogvallende gronden mochten natuurgebied worden
- En rond 1973 werden de plannen voor dammen naar Ameland verlaten.
Nederlandse waterbouwkundigen hebben daar veel expertise en denkkracht mee opgedaan. En dat geeft natuurlijk een geweldige voorsprong. Die ook interessant is voor de ontwikkeling van de delta's van de toekomst. Het brengt mij bij uitdaging waar we vandaag de dag voor staan.
Niet alleen onze zeespiegel stijgt, ook de rivieren voeren meer water af. Een tekort aan zoet water dreigt, de bodem daalt en de grond verzilt. Bovendien: voorspellen is lastig, omdat we leven in een tijd van extreme seizoenen, met dan weer droge, dan weer natte zomers. Boeren zullen als gevolg van de klimaatveranderingen nieuwe gewassen gaan telen. Als watergrootverbruikers zullen ze dan weer veel, dan weer weinig water nodig hebben. De natuur die we hebben gecreëerd, reageert daar op haar beurt op. Een keten van reacties dus.
Ik twijfel er niet aan of de heren Cees Veerman en Peter Berdowski hebben in dit verband het woord 'ambitie' laten vallen. Wil je daar een realistisch antwoord op geven, dan moet je ambitieus zijn. In het kabinet zijn we dat. Alle leden, dames en heren, zijn ambitieus. Alle zijn tegen een ramp. De ramp die niet zal zijn en nooit zal mogen komen.
Maar dit kabinet kan geen ambitie waarmaken als de wetenschap haar kennis niet deelt. Als u niet in vrijheid vanuit verschillende disciplines naar de delta kijkt. Ik hoop, dat u dat veel zult doen. En dat u, behalve naar de aanwas op de grond, ook vooruit blikt. De Commissie Veerman spreekt hier treffend van een 'zee van kansen'. Als klimaatbestendige en duurzame ontwikkeling van de Nederlandse delta hand in hand met andere ontwikkelingen gaat kan er iets moois uit bloeien. Met de ontwikkeling van natuur bijvoorbeeld, en de zoetwatervoorziening voor de landbouw en drinkwater. Het kàn, mits je technische en ecologische kennis deelt en combineert. Mits er gerichte aandacht is voor een samenhangende aanpak. Mits er oog is voor de kansen in plaats van een focus op louter bedreigingen.
Ik heb al betoogd dat onze nationale geschiedenis van dat laatste, van samenhang, getuigt. Dit congres is daar ook weer een bevestiging van. U getuigt ervan grenzeloos verbindend te kunnen en te willen denken. Dat is meer dan een mooie stap op de weg naar klimaatbestendige en duurzame delta's. Meer dan een springplank voor een kabinet dat werk wil maken van de aanbevelingen van de Deltacommissie. Het is ook, hoe vreemd het ook mag klinken, een steun in de rug voor onze kinderen en kleinkinderen.
De combinatie van innovatie en duurzaamheid geeft burgers vertrouwen in technologie. Het versterkt het gevoel van veiligheid. Het borgt ecoystemen en ondersteunt hun ontwikkeling. Ik noem dit people effecten en planet effecten. En er is nog een effect. Een profit effect, dat er onlosmakelijk bij hoort. Ik vertel u niets nieuws als ik zeg dat kennis over duurzaam waterbeheer een gewild exportartikel is. 'Top of the bill' in de wereld. In technologisch en ecologisch opzicht. Bekende iconen zijn de Deltawerken. Een ander voorbeeld zijn de natuurlijke irrigatiesystemen in wetlands in andere delen van de wereld. Sinds Katrina hebben we allemaal van de vloeddempende werking van wetlands gehoord. Bossen kunnen water vast houden, waarmee ze de overstromingskans verminderen. Ze kunnen ook water naleveren. Bossen en moerassen regelen in zo'n geval de waterbeheersing.
Dàt is geïntegreerde kennis die tot praktische oplossingen voor duurzaam waterbeheer leidt. Het is ook het soort expertise dat Nederlandse ingenieurs internationaal invloed, aanzien en een marktpositie geeft.
Dat is natuurlijk goed nieuws. Maar adel verplicht. Steeds vaker worden veel delta's in de wereld door overstromingen geteisterd. En in Bangladesh kom je niet dezelfde ontwikkelingsgraad tegen als in de Nederlandse delta. Alhoewel er - naar ik heb gehoord - ook al hoogwatervluchtplaatsen zijn, naar het voorbeeld van onze terpen. Toch is het kennisniveau is niet vergelijkbaar. Nog niet. Dat geeft een morele verplichting om mens, plant en dier, de natuur, in evenwicht te houden.
Zo beschermt Nederland moerassen om de vogeltrek mogelijk te maken. De trekroute waar Nederland ligt loopt naar de wetlands in West-Afrika, met uitlopers tot Zuid-Afrika. Deels gaat het om delta's in de kustzones, deels in het binnenland, zoals de reusachtige binnendelta van de Niger in Mali. Het zijn kwetsbare wetlands. Kwetsbaar ook uit oogpunt van de groeiende behoefte aan voedsel en biobrandstoffen.
Die problematiek hebben we ook aan de hand in Kenya. Daar is 20.000 hectare wetland gereserveerd als biobrandstofplantage. Het Nederlands bedrijfsleven is daarbij betrokken. Maar feit is, dat met zo'n plantage de biodiversiteit achteruit holt. Eerder dit jaar is de voorbereiding stil gelegd door de Kenyaanse rechter. Verdere ontwikkelingen zijn onzeker. Ik zou het dan ook verwelkomen als het bedrijfsleven een code ontwikkelt voor het behoud van biodiversiteit.
Nog een voorbeeld: de binnendelta van de rivier de Niger. Dit gebied is voor de nomadische veeteelt altijd van essentiële betekenis geweest. Om de droge tijd mee door te komen. Met Nederlands geld is de ingewikkelde wisselwerking tussen rivier, natuur en mens in kaart gebracht. Op dit moment loopt een project waarin de verzamelde inzichten moeten doorwerken naar een zogenaamd decision support system. Een systeem om tot een aanpak te komen.
Met enige trots kan ik ook melden dat wij gastland van de wereldwijde organisatie Wetlands international zijn. Wetlands International is onder meer betrokken geweest bij het herstel van mangroves in Indonesië (na de tsunami), bij veenherstelprojecten op Kalimantan. Armoedebestrijding is nadrukkelijk ook een doelstelling.
Ik zal hier ook als aanstaand voorzitter van de VN Commissie voor Duurzame Ontwikkeling, de CSD, aandacht geven aan dit soort zaken. Het motto van LNV, 'leven van het land, geven om natuur', sluit bijna naadloos aan op de agenda van deze Commissie. Tijdens mijn voorzitterschap volgend jaar staat landbouw centraal. Over twee jaar is het biodiversiteit.
Ik wil in dit verband de internationale samenleving een platform bieden om praktische ervaringen uit te wisselen. Zowel in politiek-bestuurlijk als wel in inhoudelijk opzicht.
We hadden een paar jaar geleden in Den Haag een FAO Conferentie, waar ik mijn collega's in de CSD aan zal herinneren. Ik zal ze vragen wat ze aan het programma Water for Food and Ecosystems gedaan hebben. Dat programma stond toen centraal. Ik zal de CSD ook vragen stellen rond een studie: de Comprehensive Assesment of Watermanagement in Agriculture. Daarin stellen ruim 800 wetenschappers dat we anders moeten omgaan met water. Zij hebben daarin laten zien dat landbouw een grootverbruiker van water is. Maar niet zo'n grote grootverbruiker als wel eens wordt gedacht.
- 80% van het watergebruik is water dat achter dammen wordt opgevangen, en vanuit rivieren wordt afgetapt. Dit is het blauwe water waar ingenieurs veel aandacht (en geld) voor hebben.
Ik zal ook op andere manieren aandacht geven aan de verbinding tussen landbouw, water en biodiversiteitsdoelen. Ik kijk wat dat betreft ook uit naar het Vijfde Wereld Water Forum begin volgend jaar. Als het aan mij ligt blijft het niet bij praten. Het zal ook om het doen gaan.
Vandaag komen in Korea de partijen bij het Ramsar Verdrag bijeen. Wageningen UR presenteert daar samen met andere internationale partners en de FAO nog een studie. Eveneens over het samen gaan van landbouw, water, natuur, in waterrijke gebieden. Opnieuw een verbinding tussen kennis hier en kennis die andere internationale partners in de wereld hebben. Kennis die stroomt. Kennis die de weg vindt van de praktische toepassingen, naar resultaten en inspanning.
Het kabinet ondersteunt dit soort ontwikkelingen dus breed. Het ondersteunt uw inspanningen om kennis te vermeerderen. Het ondersteunt ook uw inspanningen om uw marktpositie te behouden. Zodat er -om vrij met de Deltacommissie te spreken - een zee van marktkansen ontstaat. Voor ingenieurs, wetenschappers en ondernemers.
Dames en heren,
Ik begon met ons vlakke land en ik eindig ermee. Onze delta is een mythisch monster dat meestal vriendelijk murmelt. Maar het kan ook heel veel water slurpen en spuwen. Het heeft in de loop der tijd veel genomen, maar meer gegeven. Het heeft u doen excelleren, u kon topprestaties leveren en onze welvaart is er relatief groot mee geworden. Maar we moeten wel in beweging blijven en onze hoogstaande kennis, onze netwerken en ons geld verstandig inzetten. Ik moedig u graag aan om uw kennis, de rente op onze spaartegoeden, te blijven delen. Dan kunnen we ons monster ook in de toekomst tevreden houden. De beweging is al ingezet. En ik ben ervan overtuigd dat dit congres een uitstekende manier was om alles op en neer te laten stromen.
Dank u wel.