Nederland op koers in economisch turbulente tijden
De Miljoenennota 2009 laat zien dat Nederland er ondanks de internationale economische onrust goed voorstaat. Deze onrust gaat niet aan Nederland voorbij. Maar ondanks de afkoelende economie laat de rijksbegroting een overschot zien, worden de voorgenomen ambities van het kabinet uitgevoerd, blijft de koopkracht op peil, wordt de arbeidsparticipatie bevorderd en wordt innovatie en winstgevendheid van het bedrijfsleven gestimuleerd.
Het kabinet gaat met werkgevers en werknemers overleggen over het bevorderen van de arbeidsparticipatie en andere manieren om onze economie structureel te versterken. In die context toont het kabinet ook de bereidheid om de WW-premies voor werknemers terug te brengen naar nul als de sociale partners meewerken aan een verantwoorde loonontwikkeling. Een modale werknemer zal dan per jaar circa 500 € netto meer op zijn salarisstrook terugzien. Voor werkende ouders kan dit oplopen tot 800 €. Verder introduceert het kabinet een bonus voor mensen die na hun 62ste blijven werken. Door werken lonender te maken bevordert het kabinet de arbeidsparticipatie. De voorgenomen BTW verhoging gaat niet door. Het kabinet beschermt daarmee met name ook de koopkracht van ouderen en minima en levert een bijdrage aan het voorkomen van een loon- en prijsspiraal. Veel Nederlanders zullen er volgend jaar op vooruit gaan.
Het kabinet houdt onverkort vast aan het uitvoeren van de ambities uit het Coalitieakkoord. In 2009 wordt doorgegaan met het investeren in onderwijs, duurzaamheid, wijkverbetering en veiligheid. Het kabinet trekt onder meer extra geld uit om schooluitval tegen te gaan en leerlingen beter te begeleiden naar de arbeidsmarkt. Voor de wijkaanpak heeft het kabinet voor deze kabinetsperiode 300 miljoen extra uitgetrokken. Ook neemt het kabinet maatregelen om criminaliteit te verminderen door de pakkans te vergroten. In 2011 moeten er 500 wijkagenten bij zijn gekomen.
In het Coalitieakkoord is afgesproken dat het kabinet streeft naar een structureel overschot op de begroting van 1 % van het BBP in 2011. Dit blijkt halverwege de kabinetsperiode nog steeds een realistisch doel. Voor 2009 wordt zelfs een feitelijk overschot van 1,2 % verwacht. De meevaller ten opzichte van eerdere ramingen komt grotendeels voort uit hogere gasopbrengsten. De schuld komt in 2009 naar verwachting uit op circa 40% van het BBP. Naar verwachting daalt de schuld als percentage aan het eind van de kabinetsperiode naar het laagste niveau sinds 1815.