De minister van Verkeer en Waterstaat, Camiel Eurlings brengt een bezoek aan de regio Arnhem-Nijmegen
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Beste mensen,
Goed om vandaag bij u te zijn. Werken aan een stevig vervoerssyteem en aan een goede bereikbaarheid doen we samen: rijk en regio. Daarom ben ik graag op uw uitnodiging ingegaan om met u over dit onderwerp te praten.
Arnhem-Nijmegen is een van de zes regio die het heeft aangedurfd om in het kader van de Taskforce Mobiliteitsmanagement concrete afspraken te maken om de files te verminderen. Maar daarvóór al was u actief. Met het ‘Pact van Lent’ van april dit jaar liet u zien dat het u menens is.
Een medewerkster van mijn ministerie was er in april als toehoorder bij. Zij kwam enthousiast terug met het bericht dat het een ‘bruisende bijeenkomst’ was. U begrijpt: zo’n regio zet zichzelf op de kaart!
Deze regio loopt voorop. U heeft ambities. En u heeft de wil om er samen de schouders onder te zetten.
Die ‘can do’-mentaliteit spreekt mij aan. Temeer daar de bereikbaarheid van deze regio mij aan het hart gaat. Deze regio is namelijk voor Nederland van grote betekenis.
Ik heb het niet alleen over de 720.000 mensen die in de stadsregio Arnhem-Nijmegen wonen. Ik heb het niet alleen over de 45.000 bedrijven die deze regio telt. Ik heb het niet alleen over de woningvoorraad die hier sinds het jaar 2000 met bijna zeven procent is gegroeid. De uitstraling van deze regio reikt veel verder. Deze regio – Arnhem-Nijmegen en De Liemers - is de springplank naar onze allerbelangrijkste economische partner: Nordrhein-Westfalen. Zowel over de weg als over het spoor als over het water.
De as Rotterdam – Duitse grens behoort tot de gebieden met de sterkste logistieke stromen in Europa. Wat zou de Randstad zijn zonder Arnhem, Duiven en Zevenaar?, vraag ik me wel eens af.
Die internationale betekenis wordt ook weerspiegeld in het bedrijfsleven hier. Het percentage bedrijven dat exporteert ligt op zestien. Dat is twee procent hoger dan het landelijk gemiddelde. Zevenaar en Duiven doen het goed als centra voor transportbedrijven. De export ontwikkelt zich hier sterker dan landelijk, lees ik in uw economisch jaarboek.
Bij al deze ontwikkelingen, blijft de bereikbaarheid ver achter. Dat moeten we eerlijk met elkaar vaststellen.
Volgens de ANWB steeg de filedruk op werkdagen hier in de eerste helft van dit jaar met 6 procent. Vooral in de ochtendspits loopt het vast. De bereikbaarheid van het Oosten neemt af.
Ik ken de knelpunten maar al te goed.
· De A50 Oss-Arnhem. Een vaste klant in de file top tien.
· De A12, met knooppunt Velperbroek;
· De A15;
· De A325, met de Waalbrug;
· De A73 ;
· De bereikbaarheid van bedrijventerreinen in De Liemers.
En als ik iets verder kijk, richting Achterhoek : de N18.
Vorige maand was ik in de Achterhoek, op uitnodiging van bestuurders daar. Toen heb ik het hele N18-traject per bus afgelegd, van Enschede naar Varsseveld. Dan schrik je wel. Die weg is verouderd en wurmt zich dwars door dorpen heen. Dat leidt tot onveilige situaties en tot grote ergernis voor bewoners en weggebruikers.
Als je dan hoort dat de eerste grondaankopen om daar wat aan te kunnen doen al 35 jaar geleden zijn gedaan, dan besef je hoe traag de Nederlandse molens draaien. We moeten echt een knop om zetten in dit land. Eindeloze besluitvorming is hetzelfde als gas willen geven met aangetrokken handrem. Slecht voor het voertuig, slecht voor de automobilist, slecht voor de portemonnee, slecht voor de omwonenden, slecht voor het milieu.
We hebben in Nederland nog steeds belangrijke wegen waaraan sinds de jaren zestig eigenlijk niets meer is gebeurd. Onder andere grote stukken van de A12 – onze levenslijn naar Duitsland - met nog steeds 2 keer 2 rijstroken. We hebben gewoon te weinig gebouwd.
We hebben tempo en daadkracht nodig. In de stadsregio Arnhem-Nijmegen. In de Achterhoek. In Nederland.
Voordat ik nader inga op de situatie in het Oosten, eerst iets over mijn MobiliteitsAanpak die ik op 22 oktober heb gepresenteerd.
U verwacht van mij dat ik het probleem bij de kern aanpak.
De kern van het probleem is niet dat er geen geld is. Maar dat het geld blijft liggen door taaie procedures waardoor het soms tientallen jaren duurt voordat de schop de grond in gaat.
De kern van het probleem is dat we daardoor een kwetsbaar wegennet hebben dat te zwaar wordt belast en waarin mensen weinig alternatieven hebben om van A naar B te komen. Als er dan een incident is – een gekantelde vrachtwagen of wegwerkzaamheden die uitlopen – heb je in de ochtendspits al snel 400 kilometer file.
De centrale lijn in mijn MobiliteitsAanpak is dat we een omslag in denken moeten maken. Niet meer dweilen met de kraan open. Niet meer achter de feiten aanhollen en links en rechts brandjes blussen. Maar werken aan een robuust en samenhangend vervoerssysteem dat mensen alternatieven biedt en dat zorgt voor een betere doorstroming.
Ik kies voor een visie op mobiliteit waarin de verschillende vormen van vervoer elkaar niet beconcurreren, maar elkaar aanvullen en versterken. Ons vervoerssysteem is één geheel, één netwerk. Het moet bestaan uit krachtige onderdelen die goed op elkaar aansluiten, zodat mensen voor iedere reis een goede afweging kunnen maken en echt iets te kiezen hebben. Vlot en veilig van deur tot deur. Daar gaat het om.
Pas als we er zo naar kijken, kunnen we de bereikbaarheid structureel verbeteren.
Wat doen wij als rijksoverheid concreet? Ik noem een aantal ‘eyecatchers’.
· Tempo maken. Met de Spoedwet Wegverbreding die bij de Tweede Kamer ligt, kan nog deze kabinetsperiode de schop de grond in bij 30 projecten die al veel te lang slepen.
· Investeren in zeven grote wegenprojecten die het totale wegennetwerk steviger maken.
· Investeren in regionale knelpunten. Met een prominente plek voor de N18.
· Slimmer gebruik maken van de bestaande capaciteit. Arnhem-Nijmegen behoort tot de regio’s waarin op dat gebied winst te behalen is. De regio speelt dan ook een belangrijke rol in het actieprogramma Benutting Wegen.
· Spoorboekloos reizen per trein, óók voor reizigers tussen Nijmegen, Arnhem en de Randstad.
· Anders Betalen voor Mobiliteit.
Al open:
· Spitsstrook A50 Heteren-Valburg;
· Spitsstrook A50 Arnhem-Beekbergen;
· Aanpassing knooppunt Oud-Dijk (A12/A18).
In uitvoering:
· Plusstrook A12 Veenendaal-Ede (versnelde oplevering in 2009);
· Project ‘Sporen in Arnhem’, dat van station Arnhem weer een hoogwaardig knooppunt maakt.
In voorbereiding voor de komende jaren:
· A50 Valburg – Grijsoord (van 2x2 naar 2x3 rijstroken). Het Tracébesluit is eind dit jaar gereed. Uitvoering start begin 2010;
· A50 Ewijk – Valburg (van 2x2 naar 2x4 rijstroken). Het Ontwerp Tracébesluit is begin volgend jaar gereed. Uitvoering start eind 2010;
· Tweede Waalbrug. Na de vaststelling van het Tracébesluit, eind 2009, willen we direct beginnen met de uitvoering. Het plan is: eerst de extra brug aanleggen en dan pas onderhoudswerkzaamheden verrichten aan de bestaande brug. Op die manier blijft de hinder voor het verkeer tot een minimum beperkt.
· A12 Waterberg – Velperbroek (van 2x2 naar 2x3 rijstroken). Het Ontwerp Tracébesluit is eind dit jaar gereed. Uitvoering start in oktober 2011;
· A12 Ede – Grijsoord (van 2x2 naar 2x3 rijstroken). Uitvoering start in 2012;
· Tweede stadsbrug in Nijmegen. Het Rijk betaalt mee. Uitvoering start in 2012.
· Robuuster maken van het wegennetwerk rond Arnhem en Nijmegen, met als optie: doortrekking A15 van knooppunt Ressen naar Zevenaar. We zijn nu in de fase van de Trajectnota MER. Eind 2009 maak ik een keus uit de voorliggende varianten.
Nieuw voor de regio vanuit MobiliteitsAanpak:
· Maatregelen op het vlak van verkeersmanagement om de doorstroming rond Arnhem en Nijmegen te bevorderen. Deze zijn in 2012 gerealiseerd. Hiervoor is 25 miljoen beschikbaar uit het actieprogramma Wegen van de MobiliteitsAanpak.
· A1: Aanpak knooppunt Beekbergen. Is gereed in 2012. Ruim 20 miljoen wordt gedekt vanuit de MobiliteitsAanpak. Daarnaast is nog 13 miljoen beschikbaar voor maatregelen langs de A1 richting Twente.
· N18, onder meer aanpak knelpunt bij Eibergen. Uitvoering start in 2011. Hiervoor is 18 miljoen euro beschikbaar vanuit de MobiliteitsAanpak.
· OV-pakket stadsregio Arnhem Nijmegen, met o.a. een HOV busverbinding tussen Arnhem en Nijmegen en businfrastructuur langs de A12. Deze zijn in 2012 gerealiseerd. Bijdrage vanuit de MobiliteitsAanpak: 5 miljoen.
En verder kijkend naar 2028:
· Minimaal zes intercity’s per uur tussen Nijmegen, Arnhem en de grote steden in de Randstad.
· Rijsnelheid van gemiddeld 80 km/uur op de hoofdverbindingsassen in de spits.
We werken aan een goede bereikbaarheid van het Oosten van Nederland.
Met ‘we’ bedoel ik ‘wij samen’. Rijk, provincies, gemeenten, bedrijven en instellingen. We zullen het samen moeten doen. Daarom ben ik hier, om ook van u te horen wat uw ideeën zijn en om te kijken hoe onze acties elkaar kunnen versterken. Infrastructuur, mobiliteitsmanagement, het uitwisselen van goede voorbeelden, het is allemaal nodig.
Zoals grote en kleine tandwielen in elkaar grijpen en samen een grote machinerie op gang brengen, zo moeten ook onze acties in elkaar grijpen.
Ik ben onder de indruk van de manier waarop de wielen hier draaien. De provincie, de stadsregio, de gemeenten, de Kamer van Koophandel, de ondernemersverenigingen, de branches en individuele werkgevers zijn doordrongen van de urgentie van het probleem. En wat belangrijker is: u bent bereid de schouders eronder te zetten binnen het regionaal convenant mobiliteitsmanagement.
Ik proef in deze regio een mentaliteit van aanpakken en doorpakken. Niet klagend afwachten, maar constructief meedoen. Zèlf in actie komen en daarmee één van die tandwieltjes zijn die het grote geheel beter laten draaien.
Zoals Marcel Visser, directeur-eigenaar van Expeditie Visser BV in Duiven. Een familiebedrijf gespecialiseerd in fijnmazige distributie, actief in Nederland en Duitsland. Visser BV is heel bewust bezig transporten zoveel mogelijk om de spits heen te plannen en maakt als dat kan gebruik van parallelle routes. Vergaderingen worden niet om 9 uur gepland, maar halverwege de ochtend. Mobiliteitsmanagement zit het hart van de bedrijfsvoering.
Veel ondernemers hier zijn al bezig de bereikbaarheidsproblemen aan te pakken. Ze maken telewerken en flexibele werktijden mogelijk. Ze stimuleren hun medewerkers zoveel mogelijk buiten de spits te reizen, vaker de fiets te pakken of dichter bij het werk te komen wonen.
Enkele voorbeelden:
· Een spitsmenu voor bezoekers, zodat ze pas na de file in de auto stappen (Burgers’ Zoo).
· Een OV-vergoeding in plaats van een autovergoeding voor werknemers die minder dan tien kilometer van hen werk wonen (Arcadis).
· Poolfietsen, 4x9 werken en maaltijden voor medewerkers (Mondra Groep).
Het zijn voorbeelden van werkgevers die concreet willen werken aan bereikbaarheid.
Wat zo goed is aan dit regionale mobiliteitsconvenant, is dat we nu eens niet vanuit Den Haag voorkauwen wat u moet doen. Dit zijn uw afspraken en uw doelen die passen bij uw situatie, mogelijkheden en ambities.
Ik heb er vertrouwen in dat u juist daardoor supergemotiveerd bent om de afspraken die u gemaakt heeft ook concreet te maken en om de kring van werkgevers die meedoen te vergroten. Het gaat niet om papier. Het gaat om de praktijk!
Natuurlijk ondersteun ik uw ambities. Ik had al 100 miljoen euro uitgetrokken voor mobiliteitsprojecten die weggebruikers stimuleren alternatieven te zoeken voor rijden in de spits, en 12 miljoen euro voor bevordering van het gebruik van openbaar vervoer. Daar heb ik vorige maand nog 40 miljoen euro bijgelegd voor de ondersteuning van mobiliteitsmanagement in de regio’s.
Een euro kun je maar één keer uitgeven, dus ik zal goed naar alle plannen kijken. Voor het einde van het jaar hoort u van mij hoe het geld verdeeld zal worden.
En verder doe ik als werkgever mee aan het regionaal convenant: Rijkswaterstaat Oost-Nederland is één van de ondertekenaars.
Beste mensen, er is een nieuwe sfeer ontstaan in Nederland en in deze regio.
Een sfeer waarin iedereen de uitdaging voelt zich in te zetten voor bereikbaarheid.
Niet eerder was er zo’n commitment van alle partijen om in actie te komen.
Niet eerder was er zo’n bereidheid om te stoppen met wachten op anderen en na te gaan wat je zelf kunt doen.
Zo gaan de tandwielen draaien.
Zo grijpen de wielen in elkaar.
Zo maken we samen het Oosten van Nederland – een regio die cruciaal is voor Nederland – weer bereikbaar.