NOS, Gesprek met de Minister-president, Nederland 2
Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over zijn bezoek aan China, de eventuele financiele voordelen van de reddingsoperaties, de verhoudingen binnen de coalitie en de economische groei
SCHILHAM:
Meneer Balkenende, u bent net terug van een werkbezoek aan China van een week. Bent u teruggekomen vooral met veel orders en contracten onder de arm, of meer toch goede bedoelingen en gevoelens van vriendschap en dat soort dingen?
BALKENENDE:
Het is zo dat zo'n contact dat je hebt in China dat is natuurlijk in de eerste plaats politiek van aard. Ik heb gesproken met de President, de vicepresident, de premier.
SCHILHAM:
Er was toch ook een hele delegatie van het bedrijfsleven bij?
BALKENENDE:
Ik heb ook heel veel contact gehad met het bedrijfsleven. Het ging eigenlijk als volgt: één deel stond in teken van samenwerking op het gebied van landbouw. Dat is één onderdeel. Daar was ook een seminar voor. Een tweede dat had te maken met energie. Ook belangrijk in de sfeer van onderlinge samenwerking. En een derde contact, er zijn heel uiteenlopende contacten geweest met Nederlandse ondernemers die daar hun geld verdienen. Het was (onverstaanbaar, red) ik heb daar meer dan driehonderd mensen toegesproken, waarin je dan wijst op het belang van de contacten met Nederland. We hebben een seminar gehad, waarin we mensen informatie hebben gegeven over Nederland als vestigingsplaats. We hebben gewoon met afzonderlijke bedrijven gesproken. (onverstaanbaar, red.) Ik ben er niet om contracten te sluiten, maar ik geeft wel aan: als er letters of intent worden gesloten dan ben je al bezig. Dus het was een heel vruchtbaar bezoek.
SCHILHAM:
U kunt niet zeggen hoeveel Chinese bedrijven nu na dit bezoek van plan zijn zich in Nederland te gaan vestigen? Dat is te concreet?
BALKENENDE:
Er zijn bepaalde onderhandelingen, die lopen nog.
SCHILHAM:
Is China net als Nederland in de ban van de financiële crisis? Heeft u dat gemerkt?
BALKENENDE:
Ja, ook daar. Het is overigens wel zo dat de economische groei in China veel hoger ligt dan bij ons. Alleen China is gewend aan groeipercentages van twaalf, dertien. Dat zakt nu terug naar negen procent en misschien nog lager. Dat is voor een land als China toch echt ongekend. Dan valt dat tegen. Ik hoorde ook in China dat men zegt: minder auto's worden er verkocht daar. Ook daar zorgen over de huizenprijzen.
SCHILHAM:
Kortom, het wordt wel gevoeld.
BALKENENDE:
Ja, en wat je ook nog eens ziet. Er zijn natuurlijk nogal wat bedrijven in China die produceren, speelgoed en andere spullen voor de westerse markt. En ook daar vallen klappen.
SCHILHAM:
Heeft u nog wat kunnen leren voor de aanpak van de crisis door uw bezoek daar?
BALKENENDE:
Wat wel heel goed is, is dat we vooral met elkaar stil staan bij het punt: wat kunnen we aan elkaar hebben? Hoe kun je zorgen dat bedrijven wel blijven functioneren? Het hele thema van financiën. Hoe functioneren banken? Hoe kun je het toezicht op financiële instellingen versterken? Daar hebben we ook afspraken over gemaakt. (onverstaanbaar, red) zullen we contact daarmee hebben. Dus iedereen ziet ook wel in: het is een lastige tijd. Maar China en Nederland kunnen veel voor elkaar betekenen.
SCHILHAM:
En ondernemers die u sprak, Nederlandse ondernemers daar, zijn die niet ontzettend bezorgd?
BALKENENDE:
Ik moet zeggen, ik heb daar grote ondernemers gesproken en kleine ondernemers. Ook zij lopen op tegen het feit dat de economie minder goed draait. Maar dat is geen zwart-wit beeld. Want sommige ondernemingen, daar gaat het behoorlijk goed mee. Die functioneren ook echt naar behoren. Dus dat beeld is een beetje gemengd. Maar ik heb wel gemerkt in de contacten die ik ook heb gehad met mijn collega's bij de ASEM-top -dat was een top van Aziatische en Europese landen- dan zie je echt dat overal over dit thema wordt gesproken. Met wie je ook contact hebt, het gaat steeds over aandelen, financiën en het functioneren van de economie.
SCHILHAM:
De analyse is van veel mensen dat door deze crisis de economische kracht van Amerika wel eens structureel, blijvend kan afnemen. En dat een nieuwe economie, zoals China, een hoofdrol op het economische wereldtoneel kan gaan spelen.
BALKENENDE:
Die analyses worden gemaakt. Er zijn bepaalde landen die heel erg opvallen. Dat is China, dat is India en dat is Brazilië. De komende tijd is natuurlijk de Amerikaanse economie nog krachtiger, ondanks de klappen die men nu oploopt. Maar op de wat langere termijn zullen we zien dat landen als China wereldmachten gaan worden. Het zit hem ook in de omvang van de bevolking.
SCHILHAM:
Wat betekent dat dan voor Europa, en ook voor Nederland als dat zo drastisch zou wijzigen?
BALKENENDE:
Ik zou in ieder geval zeggen: zorg dat je investeert in goede contacten met deze landen. En dat gebeurt ook. Ik moet zeggen dat ik wel grote bewondering heb voor Nederlandse bedrijven, universiteiten, studenten ook, die allemaal die kant uitgaan. Want je ziet dat er heel veel Nederlandse bedrijven zijn die goed werk verrichten. Ik was bijvoorbeeld ook, een bedrijf als DSM, laat ik een Nederlands bedrijf noemen, die hebben daar gewoon nieuwe kantoren neergezet met onderzoeksactiviteiten. Die weten precies wat daar gebeurt. Dan heb je ook dat hele bedrijf als DHV, die zorgen voor de architectuur, de bouw van dat soort bedrijven. Kortom, je ziet heel veel bedrijven actief zijn. Ik merk dat eigenlijk overal. Als je in de Golfstaten komt, of in India, dan zien we dat Nederlandse bedrijven actief zijn. Een prachtig voorbeeld vind ik altijd het water. Men weet dat Nederland sterk is op het gebeid van het beheer van water. De kennis die we hebben. Ik heb ook verteld bijvoorbeeld in Dubai, die kunstmatige eilanden, dat zijn dan Nederlandse baggeraars.
SCHILHAM:
Een Oranjegevoel als u daar bent in China.
BALKENENDE:
Ja, ook dat.
SCHILHAM:
U hebt ook de moeilijke onderwerpen aan de orde gesteld. De mensenrechten, het milieu. Echt grote problemen in China. Ik kan me zo voorstellen dat dat heel beleefd wordt aangehoord door uw counterparts daar. Maar dat dat toch weinig indruk maakt in een land met deze onderwerpen zo totaal anders wordt omgegaan.
BALKENENDE:
Ik heb dit thema, zoals elke keer trouwens, indringend aan de orde gesteld bij premier Wen Jiabao. Ik heb het gehad over de positie van mensenrechtenbescherming. De minderheden. De situatie in Tibet. Dat is indringend gebeurd en het is wel zo, ik heb hele goede contacten met de Chinese premier. Wat hij dus ook zegt: de dialoog moet worden gecontinueerd, maar dus ook hele concrete dingen. Laat ik een voorbeeld noemen. Wat doen we met bijvoorbeeld werknemers die te maken krijgen met ontslag? Er is een juridisch samenwerkingsprogramma van China en Nederland. Ik ben bij de opening geweest van weer een nieuwe gebouw van deze mensen, van deze instellingen. Waarin mensen laagdrempelig informatie kunnen krijgen in geval van ontslag (onverstaanbaar, red.). Dat is dus niet de officiële vakbond van China. Nee, dat is een initiatief op een kleinere schaal en daar draagt Nederland aan bij.
SCHILHAM:
Dat is wel heel klein. Is het in dat kader toch niet een beetje plichtmatig dat u deze onderwerpen aan de orde stelt?
BALKENENDE:
Dat is niet plichtmatig, want ik vind het van groot belang dat we juist dit thema steeds aan de orde stellen. Alleen, ik doe dat wel vanuit een gevoel van wederzijds respect en wederzijdse verantwoordelijkheid. Ik noem nu dit voorbeeld. Een ander voorbeeld is Tibet. Grote zorgen, wat gebeurt er in een land als Tibet? Maar Nederland heeft ook een cultureel programma dat ook recht wordt gedaan aan het cultureel erfgoed van de mensen in Tibet. Dat gebeurt ook in overleg met de Chinese… Soms is het een kwestie van de kritiek uiten. Soms is het een kwestie van concrete samenwerkingsprojecten. Ik geloof dat we daarin het meeste ook bereiken, omdat we juist door dit aan de orde te stellen, en juist omdat dat gebeurt vanuit een sfeer van respect en vriendschap, kunnen we daar duidelijk in zijn. Ik heb daar een speech gehouden voor de universiteit, Peking Universiteit. Ik ben gewoon heel duidelijk geweest over wat een rechtsstaat betekent. The rule of law. Ik heb het daar ook gehad over de betekenis van mensenrechten. Daar zat denk ik geen woord Spaans bij. Dat werd ook erkend door de studenten.
SCHILHAM:
Terwijl u daar was in China gingen hier de reddingsoperaties door. Drie miljard injectie voor Aegon onder andere. Bemoeit u zich daar dan trouwens nog mee vanuit China als dat gebeurt?
BALKENENDE:
Ik word natuurlijk voortdurend op de hoogte gehouden van dit soort ontwikkelingen.
SCHILHAM:
Ondertussen was ook een discussie in Nederland ineens over wat moet er nu straks gebeuren als al die miljarden hulpoperaties van de staat geld gaan opleveren. Als die banken dat geld weer gaan terugbetalen met de rente, of in ieder geval een groter bedrag. En dan was er toch een verschil van mening binnen de coalitie. Uw partij, het CDA in de Tweede Kamer zei: dat moet allemaal naar de aflossing van de staatsschuld. Maar minister Bos die lijkt daar toch wat anders over te denken. Die is daar wat voorzichtiger in. Die zegt: laten we dat niet zo snel nu besluiten. Waar staat u in die discussie?
BALKENENDE:
Ik moet zeggen, ik heb die discussie een beetje gevolgd, maar volgens mij ligt het beeld heel wat anders dan de scherpte van debatten zoals die in de media naar voren zijn gekomen. Wat deed zich voor? Er was een debat over Fortis en ABN Amro. Toen heeft minister Bos zelf nog aangeven dat wanneer je te maken hebt met bepaalde financiële voordelen, dat dat dan naar de schuld zou moeten. Dat is ook in een brief aan de Kamer nog eens neergelegd. Wat zich daarna heeft voorgedaan -daar heb ik ook met minister Bos over gesproken- dat is wel dat je ook goed moet kijken hoe zitten we met onze begrotingsregels. Je moet dat ook ordentelijk regelen met elkaar. De discussie was meer een kwestie van de financiële techniek, maar dat doen we als zodanig…
SCHILHAM:
(onverstaanbaar, red)
BALKENENDE:
Nee, want ik heb daar vandaag nog eens met de minister over gesproken, ook in het kabinet. Want die heeft het terecht over de staatsschuld. Het is zo, wanneer wij nu banken kopen, van die 16,8 miljard, Fortis Nederland, ABN Amro en Fortis verzekeringen, dat bedrag belast wel de staatsschuld. Als we nu die impuls geven, die kapitaalinjectie aan ING en drie miljard aan Aegon, dat belast de staatsschuld. We hebben ook nog voor tweehonderd miljard garantie gegeven dan voor het interbancaire geldverkeer, dus het geldverkeer tussen banken. Al die zaken belasten de staatsschuld. Met andere woorden, wanneer er dan sprake is van voordelen, dan hoort dat natuurlijk ook weer in de schuld terug te…
SCHILHAM:
Dat is de redenering die uw collega Van Geel, CDA-fractieleider, ook hanteerde van de week. En Bos was toch een beetje zuinigjes. Die zei: dat weet ik allemaal nog niet zo of dat op die manier moet.
BALKENENDE:
Ik heb zelf, en vandaag ook in de ministerraad, (onverstaanbaar, red.). Minister Bos heeft volkomen gelijk als hij zegt: dit moet dan wel goed geregeld zijn. Hoe zitten de begrotingsregels in elkaar? En pak dat goed aan en wat dat betreft een uitstekende samenwerking met de minister van Financiën.
SCHILHAM:
Het viel me op dat Minister Bos, en trouwens u ook, zei: we moeten ons toch voorbereiden op fiancieel slechte tijden. De groei gaat misschien helemaal naar nul. Er is geen groei meer, economische groei. En Bos zei daarbij: dat betekent dat ik mijn hand op de knip ga houden volgend jaar. Is hij een beetje de geest aan het rijp maken voor misschien wel bezuinigingsrondes, hele pijnlijke dingen?
BALKENENDE:
Het is denk ik heel goed dat vanuit het kabinet, en van financiën en ikzelf en anderen, dat we ons wel instellen en ook kenbaar maken dat de economische tijden wel anders zullen worden. We zijn natuurlijk de afgelopen jaren verwend geweest met een economische groei die hoog was. We zitten met een werkloosheid die historisch laag is, het laagste van Europa. De inkomensontwikkeling is de laatste tijd gelukkig weer goed. En nu zien we dat de economische ontwikkeling duidelijk minder wordt. Dingen als de verkoop van auto's, huizenprijzen. Al die zaken, dat zullen mensen ook gaan merken.
SCHILHAM:
Vond u het tijd om dat signaal te geven vandaag?
BALKENENDE:
Ik vind het van belang dat wij… Kijk, wat we niet moeten doen dat is in een sfeer van negativisme of paniek terecht komen. Daar is ook geen reden voor. Nederland staat er op zichzelf goed voor. We hebben een begrotingsoverschot. De inflatie is lager dan in andere landen. De werkloosheid ontwikkelt zich gewoon nog steeds erg goed. Dus wat dat betreft, we staan er goed voor. We kunnen ook wel een stoot hebben als Nederland. Maar we moeten wel tegen elkaar zeggen: de tijden zullen anders worden. We hebben wel een financiële crisis die heel fors is. Sinds de jaren dertig hebben we niet meer zoiets meegemaakt van deze omvang. We zien dat de aandelen behoorlijk zijn gekelderd. We zien ook de economische groei gaat terugvallen. Dat betekent dat je je op die situatie ook moet instellen. Ik ben erg blij, moet ik zeggen, dat we eerder dit jaar goed contact hebben gehad met werkgevers, werknemers en overheid om te kijken hoe komen we deze fase nu door? Je moet zorgen dat je concurrentiekracht wordt behouden en waar het kan wordt versterkt. Ondernemerschap verstreken. Meer innovatie. Dan kun je zo'n fase doorgaan. Maar het gaat niet vanzelf.
SCHILHAM:
Het signaal is wel duidelijk vandaag: het wordt allemaal wel een beetje minder. Bereidt u zich daar maar alvast op voor.
BALKENENDE:
Dat we een lagere groei gaan krijgen staat absoluut vast. En er zullen ook tegenvallers komen. Daar moeten we op een goede manier mee omgaan. Dat is ook een taak van de regering, om met die zaken rekening te houden. Om tegen Nederlanders te zeggen: we moeten ons een beetje instellen op andere tijden. We kunnen deze fase doorkomen. Het gaat niet vanzelf, maar wel weten wat er gebeurt
SCHILHAM:
Bedankt voor dit gesprek.
BALKENENDE:
Graag gedaan.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, AP)