Antwoorden op kamervragen over de verkoop van alcoholische drank zonder vergunning in een krakerspand
Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Illegale krakersbar in Vrankrijk dicht’?1)
Vraag1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Was u bekend met het feit dat deze krakersbar kennelijk al jaren zonder vergunning voor de Drank- en horecawet opereert? Zo ja, waarom heeft u hier niets tegen ondernomen? Zo neen, wat vindt u hiervan?
Antwoord 2
Uit het ambtsbericht dat ik bij de burgemeester van Amsterdam heb opgevraagd blijkt dat in 2001 een vergunning is verleend op grond van de Drank- en Horecawet voor het verstrekken van alcoholhoudende drank in het pand Spuistraat 216 (‘Vrankrijk’) te Amsterdam.
Overigens is het toezicht op de naleving van de vergunningvoorwaarden van de afgegeven horecavergunning (Drank- en Horecawet) conform de wettelijke bepalingen in handen van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA).
Vraag 3
Bent u bereid de slechtste burgemeester van Nederland duidelijk te maken dat de Drank- en horecawet ook voor deze krakersbar Vrankrijk in Amsterdam geldt en dat hij deze bar ogenblikkelijk dicht moet laten timmeren? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 3
Gelet op antwoord 2 zie ik geen aanleiding om maatregelen te nemen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat een drankgelegenheid in een kraakpand een absoluut onwenselijk gebruik is en in het algemeen niet gehonoreerd mag worden? Zo ja hoe gaat u dit initiëren? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4
Iedere drankgelegenheid moet voldoen aan de eisen die zijn vastgelegd in de Drank- en Horecawet. Het te voeren vergunningenbeleid en het al dan niet bijstellen daarvan is een lokale aangelegenheid.
Vraag 5
Kunt u aangeven of krakersbolwerken in Nederland nog meer illegaal drank verkopen? Zo ja, hoeveel?
Antwoord 5
Er zijn mij geen krakersbolwerken bekend die illegaal drank verkopen. Het is aan de gemeente en de Voedsel en Waren Autoriteit om vergunningen te verlenen en toezicht te houden.
Vraag 6
Bent u bereid ogenblikkelijk de betrokken burgemeesters te benaderen, zodat tot sluiting van deze gelegenheden overgegaan kan worden? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 6
Gelet op antwoord 2 en 5 zie ik geen aanleiding om maatregelen te nemen.