Kansen voor duurzame consumptie van vlees en zuivel
Blonk Milieuadvies en onderzoeksinstituut Drift (onderdeel van de Erasmus Universiteit Rotterdam) zien beide kansen voor het duurzamer maken van het consumptiepatroon van vlees en zuivel in Nederland. De onderzoeksinstituten hebben hierover vanuit verschillende invalshoeken een rapport uitgebracht aan de ministers Gerda Verburg van LNV en Jacqueline Cramer van VROM.
Blonk heeft onderzocht welke effecten verschillende consumptie-patronen hebben op het milieu; Drift onderzocht in hoeverre de samenleving rijp is voor een duurzame manier van consumeren. Aan beide onderzoeksinstellingen is advies gevraagd om het duurzaamheids-beleid van het kabinet op dit onderwerp verder vorm te geven.
Drift
Kort gezegd stelt Drift dat de maatschappij meer open staat voor duurzamere consumptie van vlees en zuivel. Zorgen bij consumenten over het klimaat bewegen de eerste bedrijven er toe om nieuwe producten en productiewijzen in de markt te zetten. Andere cruciale schakels steunen deze beginnende beweging.Volgens Drift kan de Nederlandse overheid verschillende rollen spelen om zowel consumenten als producenten naar een duurzame consumptiefase te brengen.
Blonk
Blonk onderzocht de milieu-effecten van verschillende producten en voedingen en ziet ook mogelijkheden voor een duurzamere consumptie. Er is veel milieuwinst te boeken door verschuiving van consumptie van de ene vleessoort naar de andere. Zo is het eten van kip minder belastend voor het milieu dan het eten van rundvlees. Andere opties zijn minder vlees en zuivel eten, maar ook om vlees te vervangen door plantaardige eiwitten, zoals groenten, bonen en noten.
Aanknopingspunten
Volgens beide ministers bieden de rapporten voldoende aanknopingspunten voor een gerichter duurzaamheidsbeleid. Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) constateert dat de rapporten bewijzen dat de kwestie te gecompliceerd is voor eenvoudige antwoorden. 'Je bent er niet als je simpelweg stelt dat je één keer per week geen vlees eet. De uitkomsten van dit rapport stimuleren mij om samen met de voedingsmiddelenbranche en maatschappelijke organisaties na te denken over oplossingen, die op het vlak liggen van productie én consumptie. Er is ook geld voor vernieuwingen in de veehouderij en voor het ontwikkelen van nieuwe voedingsproducten. Dat lijkt me een betere weg dan als overheid een consumptiepatroon aan de mensen opleggen.'
Minister Jacqueline Cramer van Ruimte en Milieu vindt ook dat consumenten hun eigen keuzes moeten maken en dat ze dit niet door de overheid voorgeschreven moeten krijgen, maar dat ze dan wel goed geïnformeerd moeten zijn. 'De rapporten laten zien dat er genoeg kansen zijn voor een duurzamer eetpatroon. Duurzamer eten is minder belastend voor het milieu. Daarnaast is milieubewust eten ook goed voor onze gezondheid. Je kunt bijvoorbeeld kijken naar wijze waarop en onder welke omstandigheden producten zijn geproduceerd en waar het vandaan komt. Bijvoorbeeld door het eten van seizoensgebonden producten, die niet buiten het seizoen met het vliegtuig naar Nederland hoeven te worden vervoerd. Of door te letten op een milieuvriendelijke manier van telen of verbouwen. Je kunt ook letten op de hoeveelheid eten die je bereidt, zodat je niets hoeft weg te gooien. Dat geldt voor groente en fruit, maar ook zeker voor vlees.'