Illegale arbeid in niet-westerse detailhandel nauwelijks afgenomen
De illegale arbeid in de niet-westerse detailhandel is vorig jaar nauwelijks verminderd. Bij 21 procent van de gecontroleerde ondernemingen trof de Arbeidsinspectie illegale werknemers aan. Een jaar eerder lag dit percentage op 23. Vooral bakkers, kappers en supermarkten gingen in de fout. Gebrek aan kennis over de regels speelt hierbij een rol.
De inspecteurs bezochten 1144 bedrijven en troffen daar 309 buitenlandse werknemers aan voor wie de werkgever geen werkvergunning had aangevraagd. De meeste illegale werknemers kwamen uit Turkije (82), Bulgarije (62) en India (40). Vooral in de Randstad lag het aantal overtredingen hoog. Het bontst maken bakkerijen het: bij maar liefst 43 procent van de gecontroleerde bakkers was iets mis. Ook niet-westerse kappers en supermarkten scoren slecht. Verder constateerde de inspectie drie gevallen van onderbetaling.
De cijfers zijn niet representatief voor de hele branche, omdat de controles gericht plaatsvonden; zo reageerde de inspectie in 130 gevallen op tips over vermoedelijke illegale arbeid.
Veel ondernemers blijken niet goed op de hoogte van de regels. Daarom is de Arbeidsinspectie in de wijk De Baarsjes in Amsterdam een proef gestart waarbij bedrijven twee keer bezoek krijgen. De eerste keer ontvangen ze informatie over de regels, de tweede keer vindt de inspectie plaats.
Daarnaast voert de Arbeidsinspectie in andere regio’s gewone, stevige controles uit. In Noord-Nederland is in de detailhandel een interventieteam actief. Daarin is behalve de Arbeidsinspectie onder meer de politie en de Belastingdienst vertegenwoordigd.