Evaluatie Algemene wet Inkomensafhankelijke regelingen (AWIR)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Ons kenmerk: DB/08/528 M
Onderwerp: Evaluatie Awir
Op 1 september 2005 is de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir)[1] in werking getreden, waarbij het jaar 2006 het eerste berekeningsjaar is waarop de Awir van toepassing is. Artikel 48 van de Awir bepaalt dat binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens vijfjaarlijks, aan de Staten-Generaal een verslag wordt gezonden over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Vorenstaande betekent dat de eerste evaluatie van de Awir voor 1 januari 2009 aan de Staten-Generaal dient te worden verzonden.
Bij brief van 3 september 2008[2] heeft de minister van Financiën u geïnformeerd over het kabinetsbesluit een interdepartementaal beleidsonderzoek te starten naar de vereenvoudiging van toeslagen. Omdat naar mijn oordeel de evaluatie van de Awir dermate nauw verweven is met het IBO-onderzoek naar de vereenvoudiging van toeslagen, geef ik er de voorkeur aan om de uitkomsten van de Awir-evaluatie gelijk met het IBO-onderzoek voor de zomer van 2009 aan u te zenden. Op deze wijze kan beter recht worden gedaan aan de Awir-evaluatie. Ik vertrouw erop dat deze handelwijze bij u niet op bezwaren zal stuiten.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.C. de Jager
[1] Wet van 23 juni 2005 tot harmonisatie van inkomensafhankelijke regelingen (Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen) (Stb. 2005, 343).
[2] Kamerstukken II 2007-2008, 31 580, nr. 1.