Energiebedrijven en kabinet maken afspraken over realisatie klimaat- en energiedoelstellingen 2020
Overheid en energiebedrijven hebben op 28 oktober 2008 het sectorakkoord Energie over een gezamenlijke aanpak van de realisatie van de klimaat- en energiedoelstellingen uit het werkprogramma Nieuwe energie voor het klimaat van het kabinet ondertekend.
In het sectorakkoord worden afspraken gemaakt over: wind op zee, wind op land, biomassa, zon-pv, CO2-afvang en -opslag (CCS), warmte, infrastructuur en onderzoek. Per onderwerp is aangegeven wat de ambitie is, wat de randvoorwaarden zijn, en wat de partijen van elkaar mogen verwachten. Onderdeel van het akkoord is een concrete monitoringsagenda, die precies laat zien wanneer welke partijen wat moeten hebben gerealiseerd. Het sectorakkoord vormt daarmee een gezamenlijke routebeschrijving naar een betrouwbare, betaalbare en schone energievoorziening voor de toekomst en biedt tegelijk een set afspraken waarmee partijen elkaar bij de les houden om het benodigde 'huiswerk' op tijd af te hebben.
Het sectorakkoord energie is in het ministerie van Economische Zaken ondertekend door minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken, minister Jacqueline Cramer van Ruimte en Milieu, staatssecretaris Tineke Huizinga van Verkeer en Waterstaat, directeur André Jurjus van de Vereniging voor Marktwerking in Energie (VME) Nederland, directeur eric van Vliet van EnergieNed Vereniging van Energieproducenten, -handelaren en -retailbedrijven in Nederland en bestuurslid Michiel Kirch van Netbeheer Nederland.
Het sectorakkoord energie is één van de sectorakkoorden in het kader van het werkprogramma Nieuwe energie voor het klimaat, de concretisering van de kabinetsdoelen inzake het klimaat- en energiebeleid: een energiebesparing van 2% per jaar, een reductie van de CO2 uitstoot van 30% in 2020 en een aandeel van duurzame energie van 20% in 2020.
Om deze doelen te bereiken heeft de overheid het bedrijfsleven nodig. De energieproductiebedrijven en de netbeheerders, verenigd in de drie branches die het akkoord ondertekenen, spelen hierbij een belangrijke rol. Energieproductiebedrijven zullen investeren in duurzame energieproductie en CO2-afvang en opslag. Netbeheerders zullen zich inspannen om te zorgen dat de elektriciteitsnetten geschikt worden voor een sterke toename van decentraal opgewekt vermogen.