Antwoorden op kamervragen van Van Miltenburg over het mogelijke faillissement van Philadelphia-Zorg in Nunspeet
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MC-K-U-2887924
27 oktober 2008
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Miltenburg (VVD) over het mogelijke faillissement van Philadelphia-Zorg in Nunspeet (2080902260).
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Antwoorden op kamervragen vanhet Kamerlid Van Miltenburg over het mogelijke faillissement van Philadelphia-Zorg in Nunspeet.
(2080902260)
Vraag 1
Kent u het bericht ‘Philadelphia-Zorg in zwaar weer’? 1)
Ja.
Vraag 2
Kent u de geruchten dat Philadelphia-Zorg zo goed als failliet is? Zo ja, kunt u aangeven wat er waar is van deze geruchten?
Ja, ik ken de geruchten. In geval er bij zorginstellingen problemen zijn die bijvoorbeeld zeer omvangrijk, complex of onvoldoende helder zijn dan kan er een beroep gedaan worden op de deskundigheid van het College Sanering Zorginstellingen (CSZ). Vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de continuïteit van zorg en naar aanleiding van de geruchten omtrent financiële problemen bij Stichting Philadelphia Zorg heb ik het CSZ gevraagd een deskundige te benoemen die ter plekke kan bepalen wat de aard en omvang van de problematiek is en wat er nodig is voor de oplossing van de problematiek.
Vraag 3
Wordt de zorg aan cliënten van zorgaanbieders gegarandeerd wanneer er sprake is van een faillissement van een instelling? Zo ja, hoe is dit geregeld, en wie is in een dergelijke situatie belast met het toezicht?
Cliënten moeten altijd kunnen vertrouwen op de continuïteit van de zorg die zij ontvangen. Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid om de continuïteit van zorg aan cliënten te verzekeren. Dat neemt niet weg dat in eerste instantie andere partijen aan zet zijn. Allereerst is de instelling (met haar Raad van Bestuur en Toezicht) zelf verantwoordelijk voor de continuïteit van zorg. Daarnaast hebben de verzekeraars en het zorgkantoor een zorgplicht en bewaken de continuïteit van zorg in hun verzorgingsgebied, zeker in het geval een zorginstelling in financiële problemen verkeert. Ook gemeenten en financiële instellingen hebben een rol bij instellingen in financiële problemen.
Op dit moment is bovendien de NZa-beleidsregel “Steunverlening aan instellingen met financiële problemen” van kracht. Voorwaarden voor financiële ondersteuning zijn onder meer dat de continuïteit van zorg in het geding is, dat de instelling een negatief eigen vermogen heeft en dat een herstelplan met zicht op een gezonde toekomst is opgesteld. Daarnaast beschikt de instelling over een Raad van Bestuur en Raad van Toezicht die het vertrouwen bieden dat de financiële problemen worden opgelost en de continuïteit van zorg in de toekomst gewaarborgd is. Toepassing van genoemde NZa-beleidsregel kan in voorkomende gevallen een dreigend faillissement afwenden.
Momenteel wordt wetgeving (het voorstel van Wet Cliëntenrechten Zorg) voorbereid die het mogelijk moet maken dat ik – in voorkomende gevallen - al vóór het moment van faillissement eventueel kan ingrijpen.
Alle inspanningen zijn er derhalve op gericht om een situatie van faillissement te voorkomen, tenminste in die gevallen waarbij de continuïteit van zorg aan cliënten in het geding is.
Mocht er in individuele gevallen onverhoopt toch een faillissementssituatie ontstaan dan is een curator belast met de afhandeling van de failliete boedel, inclusief het toezicht op de dagelijkse gang van zaken bij de instelling. Mocht in een dergelijk geval de continuïteit van zorg aan cliënten in het geding zijn, dan zal in overleg met de curator gewerkt moeten worden aan een doorstart, al dan niet met een financiële bijdrage vanuit de overheid.
Vraag 4
Wilt u deze vragen zo snel mogelijk beantwoorden, gezien de grote onrust en het maatschappelijk belang?
Ja, bij deze.
1) Website Nunspeter Post, 6 oktober 2008;
http://www.nunspeterpost.nl/page/Lokaal/Regionaal/Lokaal-nieuws/Philadelphia-Zorg-in-zwaar-weer.268918.news