Antwoord op Kamervragen over benoeming Ruding
Minister-president Balkenende en minister Bos van Financiën antwoorden op vragen van Kamerlid Vendrik (GL) over de benoeming van Ruding tot lid van een Europese werkgroep over financieel toezicht.
Graag bieden wij u hierbij aan het antwoord op de vragen van de heer Vendrik (GroenLinks) die gesteld zijn in de regeling van werkzaamheden d.d. 21 oktober 2008 naar aanleiding van de benoeming van de heer Ruding tot lid van een Europese werkgroep inzake financieel toezicht.
De minister-president,
Minister van Algemene Zaken,
mr.dr. J.P. Balkenende
De minister van Financiën,
drs. W. Bos
Vendrik (GL) verzoekt om een brief van de minister-president en de minister van Financiën - te ontvangen voor morgen 13.30 uur - over de benoeming van Ruding tot lid van een Europese werkgroep die een analyse gaat maken van de kredietcrisis.
Klopt het bericht, waarom is gekozen voor Ruding, welk mandaat heeft hij en heeft Ruding voldoende precisie en veranderingsgezindheid om naar commissie te gaan?
Het bericht is gedeeltelijk juist: inderdaad is de heer Ruding door de Voorzitter van de Europese Commissie gevraagd zitting te nemen in een 'high level group' onder voorzitterschap van voormalig IMF-directeur Jacques de Larosière. De groep heeft echter een meer toegespitst mandaat dan in de vraag van de heer Vendrik wordt gesuggereerd: de groep wordt geacht aanbevelingen te doen voor een verbetering van het toezicht op Europees niveau, in het bijzonder met betrekking tot financiële instellingen die in meerdere lidstaten actief zijn. De groep wordt verwacht aan de Europese Raad van maart 2009 over de eerste bevindingen te rapporteren. Overigens zullen de precieze modaliteiten van groep nog nader door de Europese Commissie worden uitgewerkt.
De heer Ruding maakt deel uit van de groep vanwege zijn eigen merites. Hij is in de groep geen vertegenwoordiger van de Nederlandse regering. De Groep De Larosière telt slechts zeven leden.
De Voorzitter van de Europese Commissie, de heer Barroso, had kort geleden de minister-president informeel gevraagd welke Nederlanders voor lidmaatschap van een dergelijke groep zouden kwalificeren. In overleg met de Minister van Financiën is toen een klein aantal namen met de Commissievoorzitter besproken, waarna de keuze op de heer Ruding is gevallen.
Het Kabinet is verheugd dat de heer Ruding bereid is in deze belangrijke groep zitting te nemen. Hij combineert ervaring als Minister van Financiën met een diepgaande praktijkkennis van het nationale en internationale bankwezen. Bovendien heeft hij een sterke betrokkenheid bij de Europese samenwerking, getuige ook zijn huidige voorzitterschap van het Centre of European Policy Studies.