De Week van M: Ferme handdruk
Quotes van de week: Netherlands seek steady oil supplies/Netherlands keen on Qatar LNG
Dit zijn de koppen boven artikelen in de Saudi Gazette respectievelijk The Peninsula van vorige week. Het is in een notendop waar het om draaide bij mijn werkbezoek aan Saoedi Arabië en Qatar: energiediplomatie.
Dit zijn de koppen boven artikelen in de Saudi Gazette respectievelijk The Peninsula van vorige week. Het is in een notendop waar het om draaide bij mijn werkbezoek aan Saoedi Arabië en Qatar: energiediplomatie.
Saudi-Arabië als Qatar zijn voor ons land hele belangrijke landen voor de import van olie en gas nu en in de toekomst en daarmee voor de voorzieningszekerheid van fossiele brandstoffen in Nederland en in Europa. We moeten onszelf niks wijsmaken, natuurlijk zetten we volop in op de ontwikkeling van duurzame energie, maar ook bij de 20 procent duurzaam die we voor 2020 voor ogen hebben, moet nog steeds 80 procent van onze energie uit fossiele bronnen komen.
Als energieminister heb ik dan ook de taak om goede betrekkingen te onderhouden met landen waar grote voorraden olie en gas te vinden zijn. Daarbij is het mooi meegenomen dat Nederland deze landen ook wat te bieden heeft. Behalve een goede toegang tot de Noordwest- Europese energiemarkt via de haven van Rotterdam en een uitstekend ontwikkelde infrastructuur er achter, denk ik dan aan de kennis die Nederlandse bedrijven en instellingen kunnen aanbieden. Tijdens mijn bezoek was er ook een Nederlandse bedrijvendelegatie in het Midden-Oosten die aan de weg timmerde, en niet zonder succes.
Ferme handdruk
Het voert te ver om in dit weekboek verslag te doen van de hele trits aan gesprekken en activiteiten in Saudi-Arabië en Qatar. Ik pik er een paar uit. Maandagochtend vroeg naar Sagia (de organisatie die zich bezighoudt met het aantrekken van investeringen), met een presentatie van grootse toekomstplannen: het uit de grond stampen van vijf enorme themasteden. Erg ambitieus, futuristisch haast, maar dat dachten we een aantal jaren geleden ook van de plannen die er waren om Dubai tot een centrum van activiteiten te maken, en we weten dat de werkelijkheid de stoutste voorspellingen heeft overtroffen. Wat mij meteen al opviel was dat, anders dan het beeld dat we in Nederland hebben, Saudische vrouwen deel uitmaken van de economische activiteiten.
Een ferme handdruk over en weer van alle mannen en vrouwen in beide delegaties. Dat thema kwam nog wel een aantal keren terug. Eén van mijn Saudische collega-ministers zei zelf al meteen aan het begin van een gesprek: ik ga maar even beginnen met u allemaal (ik was niet de enige vrouw in de delegatie) een hand te geven, want ik begrijp dat daar in Nederland wel eens wat om te doen is. Een aardige ijsbreker.
Belastingontduiking
Maandagochtend heb ik samen met minister Abdulaziz Ibn Abdullah Al-Khowaiter ook nog een belastingverdrag ondertekend. Na jaren van voorbereidingen door met name het ministerie van Financiën was mijn bezoek een uitgelezen moment om dit verdrag af te zegenen. Tot de dag tevoren was het nog spannend of het zou lukken. Wel dus. Zo'n verdrag ter vermijding van dubbele belastingen en ter voorkoming van belastingontduiking is van groot belang voor het handels- en investeringsklimaat tussen de betrokken landen. We zijn een van de eerste Europese landen waarmee de Saudi's zo'n verdrag afsluiten. Dat zegt toch ook iets over onze positie daar.
Onze eigen Noé van Hulst, ooit directeur-generaal voor energie op mijn ministerie en tegenwoordig secretaris-generaal van het Secretariaat van het Internationale Energy Forum, in Riyadh, was gastheer voor een lunchlezing die ik heb gehouden over de voortgang van het zogenoemde Jeddah-proces.
Op initiatief van de Saudische koning hebben energieministers in juni overleg gevoerd over de gespannen oliemarkt, die toen nog een olieprijs van zo'n 130 dollar per vat veroorzaakte. In Jeddah zijn afspraken gemaakt over investeringen in winning en raffinage van olie en over meer transparantie van marktgegevens. Ik heb benadrukt dat ik, ondanks de inmiddels ingezette daling van de olieprijs, het van belang vind om vervolg te geven aan die afspraken. Waar ik bang voor ben is dat er minder urgentie wordt gevoeld en het proces stagneert. Dat kan dan weer tot een toenemende krapte op de markt leiden, met alle economisch nadelige gevolgen van dien.
Nukkige kameel
Een ander hoogtepunt maandag was een bezoek aan Sabic. Het bedrijf - wereldspeler in de petrochemische markt - heeft in Nederland fors geïnvesteerd door het overnemen van de petrochemische poot van DSM en de aankoop van General Electric Plastics. Tot mij grote vreugde had de voorzitter van Sabic, prins Saud Al Thenayan, een aardige verrassing in petto: hij kondigde aan dat Sabic in Nederland haar kantoor voor financiële transacties in het buitenland gaat vestigen. De dag werd afgesloten in het Sabic-kamp in de woestijn. Een schitterende zonsondergang, een ritje op een wat nukkige kameel en een heerlijk diner in een tent: wat wil een mens nog meer.
Dinsdag stond Amman op het programma. Opening van het Holland Event met Nederlandse en Saoedische bedrijven. Opening van een onderwijsseminar bij de Prins Mohammed bin Fahd Universiteit. En een gesprek met de Gouverneur van de Oostelijke provincie, de stichter van de universiteit, Prins Mohammed Bin Fahd.
Hij wordt gezien als een mogelijke opvolger van de huidige koning. Die dag was net een rapport van Amnesty International uitgebracht, waarin stond dat het aantal doodstraffen in Saudi-Arabië vorig jaar fors was gestegen. Ik kende het rapport niet en de gouverneur had er ook geen kennis van genomen, maar ik heb er wel mijn zorg over uitgesproken. Vervolgens nog een ontmoeting met de Nederlandse bedrijvendelegatie en een receptie, waar ik uitvoerig van gedachten heb kunnen wisselen met een afvaardiging van Saudische zakenvrouwen, die deze week ook naar Nederland komt. Ik verheug me er al op ze hier opnieuw te ontmoeten. Ze zijn natuurlijk niet de doorsnee Saudische vrouwen, ze komen uit welgestelde families. Maar door hun activiteiten helpen ze zeker het rollenpatroon wat te doorbreken.
Booming Qatar
Woensdag en donderdag Doha, de hoofdstad van Qatar. Wat een bedrijvigheid hier! Enorme flatgebouwen worden in een indrukwekkend tempo uit de grond gestampt. Qatar is booming. En dat allemaal dankzij een gasbel waarbij ons Groningenveld verbleekt. Qatar heeft na Rusland en Iran de grootste gasreserve van de wereld. Bij het werkontbijt vertelde Andy Brown van Shell me nog even wat het begin ervan was. Shell heeft dit gasveld aangeboord, maar was nogal teleurgesteld, want ze hadden gehoopt olie te vinden! Als je dan nu ziet wat voor een ongelofelijke activiteitenstroom dit gas op gang heeft gebracht, kun je je dat nauwelijks meer voorstellen.
Mijn belangrijkste gesprekspartner in Qatar was vicepremier en minister van Energie en Industrie Hamad Al Attiyah, op wiens uitnodiging ik in Qatar was. Een indrukwekkende en erudiete man, met veel kennis van wat zich in de olie- en gaswereld afspeelt en ook met veel invloed.
Ik heb hem eerder ontmoet in Nederland en tijdens het Internationale Energieforum in Rome, waardoor het contact makkelijk loopt. Op zijn initiatief, ik was daar enorm blij mee, hebben we een samenwerkingsovereenkomst ondertekend tussen Nederland en Qatar, onder andere op energiegebied. Wat mij zo mogelijk nog meer deugd deed, was zijn opstelling met betrekking tot mogelijke aanlanding van vloeibaar aardgas uit Qatar in Nederland.
Veel meer dan een paar maanden geleden bleek hij geïnteresseerd in mogelijke toekomstige aanlanding van LNG uit Qatar in Nederland. Weer een stap gezet om mijn ambitie om Nederland tot de gasrotonde van Noordwest Europa te maken te verwezenlijken!
Verder ook in Doha de opening van de bijeenkomst Holland Gateway to Europe met Qatarse en Nederlandse zakenlieden. Een bezoek aan de Qatar Foundation en aan het Qatar Financial Centre. Een gesprek met de handelsminister van Qatar. En op de terugvlucht een blik van boven op het Ras Laffan Master Plan aan de Arabische Golf (of is het toch Perzische Golf?), met onder andere de in aanbouw zijnde Pearl Gas to Liquid Plant. Een indrukwekkende afsluiting van een bewogen en in mijn ogen geslaagd weekje in het Midden Oosten.