Ministerie van Justitie niet langer procesvertegenwoordiger bij internationale kinderontvoering
Minister Hirsch Ballin van Justitie is voornemens om de rol en taken van de Centrale Autoriteit Internationale Kinderontvoering (CA), dat een onderdeel is van het ministerie van Justitie, te wijzigen. In de nieuwe situatie zal de CA in internationale kinderontvoeringszaken bij rechtszaken in Nederland niet langer optreden als procesvertegenwoordiger namens de buitenlandse achtergebleven ouder. Dat schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Dat betekent in de praktijk dat op termijn de CA niet meer namens buitenlandse partijen tegen Nederlandse staatsburgers zal procederen.
De CA is belast met de uitvoering van het Haags Kinderontvoeringsverdrag. Zij draagt zorg voor het teruggeleiden van kinderen naar het land van herkomst wanneer er sprake is van internationale kinderontvoering en treedt op wanneer er inbreuk gemaakt wordt op het omgangsrecht. In zaken waarbij een kind naar Nederland wordt ontvoerd, staat CA de buitenlandse achtergebleven ouders bij in juridische procedures en treedt zij op als procesvertegenwoordiger.
De praktijk in Nederland wijkt daarmee af van die in ons omringende landen, zo blijkt uit het onderzoek Taken en functies van de Centrale Autoriteit van het Haags Kinderontvoeringsverdrag in Duitsland, Engeland & Wales, Frankrijk en Zweden, dat professor mr. M.V. Antokolskaia en mr. G. C. A. M. Ruitenberg van de Vrije Universiteit in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie heeft verricht. Daar worden buitenlandse achtergebleven ouders - in de praktijk -vertegenwoordigd door een advocaat. Bovendien is in Engeland en Wales en in Zweden de rechtsmacht geconcentreerd (alleen teruggeleidingszaken bij het gerecht in de hoofdstad), waardoor een kleine kring van gespecialiseerde advocatenkantoren is ontstaan.
De huidige gang van zaken heeft als voordeel dat de buitenlandse achtergebleven ouder met de CA de beschikking heeft over een gemakkelijk toegankelijke procesvertegenwoordiger. Minister Hirsch Ballin is echter van oordeel dat dit voordeel niet opweegt tegen een gelijke positie van partijen wanneer beide ouders een advocaat moeten inschakelen. Hij zal daarom een wetswijziging voorbereiden die ertoe leidt de CA niet langer optreedt als procesvertegenwoordiger. Ook zal de minister bezien of en hoe de teruggeleidingsprocedure kan worden verkort. De Tweede Kamer wordt hierover begin 2009 nader geïnformeerd.