Empowerment van de cliënt
“Nog teveel of te eenzijdig een dans om de instellingsbudgetten.” Zo ziet Jan Coolen, teammanager kosten bij de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie (NPCF), de gefaseerde invoering van zorgzwaartebekostiging. Hoog tijd dus om de cliënt te laten weten wat ze van instellingen mogen verwachten.
Zorgzwaartebekostiging
Begin augustus heeft staatssecretaris Bussemaker een zorgvuldige en gefaseerde invoering van zorgzwaartebekostiging bekend gemaakt. De financiële effecten per zorginstelling worden over een periode van twee à drie jaar verdeeld. Wat vindt de NPCF van dit scenario?
“Wij begrijpen dat zorgvuldigheid belangrijk is. Dat heeft de staatssecretaris ook meegekregen van de Tweede Kamer. Tegelijkertijd vinden wij dat tempo nodig is. De reden is simpel. De cliënt moet erop kunnen rekenen dat hij binnen het zorgzwaartepakket (ZZP) een goed persoonlijk pakket kan invullen. Het budget van elke zorgaanbieder moet dus snel gebaseerd zijn op de ZZP’s van hun cliënten. Er is anders een reëel risico dat aanbieders straks zeggen “wij willen wel invulling geven aan het zorgzwaartepakket van deze cliënt, maar ons budget is niet toereikend”. Daarom hebben de cliëntenorganisaties gepleit voor een doortastende invoering van zorgzwaartebekostiging. Dat strookte niet met wat de branches van zorgaanbieders wenselijk vonden. Er ligt nu een soort compromis, en daar kan iedereen redelijk mee leven. Het was goed om met elkaar de twee kanten van de medaille te benoemen. Voor de ene, een forse achteruitgang in het budget van een instelling kan niet ‘van vandaag op morgen’ plaatsvinden, is veel aandacht gevraagd. Ik zou willen dat de andere kant van de medaille wat sterker wordt genoemd. Namelijk dat een deel van de cliënten een zwaarder arrangement nodig heeft. Hiervoor moet in een behoorlijk snel tempo extra geld naar sommige instellingen gaan.”
Zorgzwaartepakketten bieden ruimte aan cliënt en zorgverlener om afspraken te maken. Ziet de NPCF al voorbeelden van instellingen die hun cliënten passende zorgarrangementen aanbieden?
“Wij nemen grote verschillen tussen aanbieders waar. Sommige zijn goed bezig met het opzetten van samenspraak, andere doen alsof het ZZP en het zorgplan nog bedacht moeten worden. Wat we ook zien, is dat de ene aanbieder met dezelfde hoeveelheid geld een veel hogere kwaliteit zorg levert dan de andere. Wij gaan cliënten daarom beter informeren over wat er kan met de ZZP’s. De staatssecretaris van VWS wil dat steunen. Anders dan de ‘dans om instellingsbudgetten’ gaat het dan om inspirerende vernieuwingen, en om aanzetten tot een persoonsvolgende bekostiging. Aan een ZZP is een bedrag verbonden, wij gaan verhelderen wat de zorgaanbieders daarmee kunnen bereiken. Voor bijvoorbeeld euro 50.000 per jaar, exclusief de kapitaallasten, bieden sommige instellingen in de gehandicaptenzorg kleinschalig wonen met privacy, een volwaardige dagbesteding met veel keuzeruimte, en ook nog leertrajecten. Ten opzichte van deze koplopers loopt men elders achter. Wij gaan cliënten toerusten met concrete voorbeelden: zo kan het. En wij denken dat dit tevens inspirerend werkt voor veel beroepsgroepen in de zorg.”
Er bestaat een verbinding tussen ‘verantwoorde zorg’ en andere kwaliteitskaders.
“Ja. Als cliënt in de ouderenzorg mag je verwachten dat je fatsoenlijk gewassen wordt, dat een verpleegkundige met je spreekt over je gezondheid, dat je gevarieerde maaltijden krijgt in een prettige entourage, dat er dagbesteding is die jou aanspreekt en dat er iemand komt wanneer je op een belletje drukt. Er zijn instellingen die dat bieden. Het is overigens niet nieuw dat cliënt en zorgaanbieder afspraken maken. In de gehandicaptenzorg bijvoorbeeld is de afgelopen vijf jaar veel gewerkt met persoonlijke toekomstplannen. Daar is samenspraak al onderdeel van het gewone werk geworden. Ook in de ouderenzorg zie je hier voorbeelden van. Met zorgzwaartebekostiging verankert de staatssecretaris het zorgplan in de regelgeving. Wij gaan erop letten dat dit zorgplan niet te eenzijdig vanuit de medische verzorging wordt ingevuld. Dat er ook gekeken wordt naar de persoonlijke behoefte van de cliënt. Wat wil hij, en wat heeft hij nodig?”
Die aandacht voor de persoonlijke behoefte is moeilijk te vangen in tijd. Terwijl de kwaliteit van zorg centraal moet staan, lijken ZZP’s te leiden tot onnodige discussie over uren en minuten. Zou het helpen om bij indicatiestelling de omvang in tijd van een ZZP niet te benoemen?
“Daar moet de balans nog in gevonden worden. Je ontkomt er niet aan een indicatie óf in tijd óf in geld. Op die manier kun je ook ongeveer aangeven wat de verschillen tussen zorgzwaartepakketten zijn, en wat mensen ermee kunnen doen. De aanduiding in geld valt overigens zeer te overwegen, die is bruikbaarder dan de huidige urenindicatie. Pakket 2 in de verpleging en verzorging staat bijvoorbeeld voor 7 uur, pakket 3 voor 10 uur. Het is nogal lastig om goed uit te leggen wat ‘individuele uren’ zijn, wat de tijd voor ‘algemeen toezicht’ is, ook in de nacht, en wat ‘groepsgewijze tijd’ is, zoals dagactiviteit. Daardoor ontstaat veel mist rond de uren per pakket. Bij de invulling van pakket 4 in de ouderenzorg, onder andere voor mensen met gevorderde dementie, gaat vaak een deel van de uren naar groepsgewijze dagbesteding gaat. Als dat 6 uur zijn in een groep van 7 mensen heb je feitelijk 42 uur dagbesteding in de week. Dit is maar een voorbeeld, maar je ziet al gauw de nadelen van ZZP’s met urenindicatie. Tegelijk is het essentieel dat iedereen beseft dat het uren in een bandbreedte zijn. De valkuil is dat mensen precies op het bedrag gaan zitten dat hoort bij een pakket. Stel je nou eens voor dat je pakket 4 hebt, en je hebt net iets meer nodig! Zorginstellingen moeten dus kijken naar de kwaliteiten die bij pakket 4 horen, gevarieerde dagbesteding bijvoorbeeld en continue begeleiding. Ga geen minutenregistratie bijhouden, en kijk eens over de schutting heen. Instellingen kunnen zoveel van elkaar leren.”
Instellingen raadt u aan ervaringen uit te wisselen. Wat adviseert u VWS?
“Zorgzwaartebekostiging moet nu meer een verhaal van cliënten worden. Dit past bij de beleidsvisie van de staatssecretaris. Door cliënten beter te informeren geef je ze onderhandelingsmateriaal in gesprek met zorgaanbieders. Dat wordt empowerment van de cliënt genoemd. En ik hoop dat er naast de zorgvuldigheid naar instellingen, zoals niet te snel budget afbouwen, ruimte is voor een tweede zorgvuldigheid: cliënten die echt meer nodig hebben dan ze nu krijgen versneld de kans geven op een arrangement dat past bij hun ZZP.”