Antwoorden op kamervragen van Koser Kaya over afname van het aantal orgaandonaties

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

GMT-K-U-2880184

13 oktober 2008

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Koser Kaya (D66) over de afname van het aantal orgaandonaties (2080900330).

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Koser Kaya over de afname van het aantal orgaandonaties. (2080900330)

1
Heeft u kennisgenomen van het artikel “Aantal orgaandonaties na overlijden neemt af”?

1
Ja.

2
Wat is uw reactie op het feit dat op 1 september jl. nog steeds 1365 mensen op de wachtlijst stonden voor orgaantransplantatie?

2
Zoals ik eerder in mijn brieven over dit onderwerp aangaf, bijvoorbeeld in mijn brief van 13 juni 2008 , vind ik dit geen goede zaak. De noodzaak om maatregelen te nemen is heel groot. Mijn beleid, waarover ik binnenkort nogmaals met uw Kamer spreek, is erop gericht meer transplantaties mogelijk te maken en zo de wachtlijsten te verkorten.

3
Deelt u de zorg dat het aantal postmortale orgaandonaties de afgelopen acht maanden is afgenomen terwijl de wachtlijsten nog steeds zo lang zijn?

3
Ja, ik deel die zorg en het is belangrijk de feiten onder ogen te zien. Voor het beleid is het cruciaal te weten waar de daling door wordt veroorzaakt. Uit de prestatie-indicatoren van Intensive-Care afdelingen van 79 ziekenhuizen blijkt dat de afname van het aantal postmortale orgaandonaties enerzijds wordt veroorzaakt door minder medisch geschikte donoren, en anderzijds doordat minder nabestaanden toestemming gaven voor donatie. Er is overigens ook in andere landen die aangesloten zijn bij Eurotransplant een (lichte) daling in het aantal postmortale orgaandonaties te zien. Demografische ontwikkelingen zouden dus ook een rol kunnen spelen.

4
Onderschrijft u, met het oog op bovengenoemde cijfers, de dringende noodzaak van een toename van het aantal donorregistraties?

4
Ja, zie mijn antwoord op vraag 2.

5
Hoe verklaart u dat 60% van de Nederlanders boven de 18 jaar nog altijd niet als donor geregistreerd staat?

5
Zoals ik in de eerdergenoemde brief van 13 juni schreef, hoeven mensen in de huidige situatie geen keuze te maken. Het kabinet begrijpt dat het een lastige keuze kan zijn, maar vindt het tekort aan donororganen zo groot dat mensen zich niet aan de keuze mogen onttrekken. Daarom is het kabinet van plan een ander systeem, het Activerende Toestemmingssysteem, in te voeren.

In dit systeem wordt iedereen de vraag gesteld of hij donor wil worden, waarbij het de wens van het kabinet is dat mensen die vraag met ja beantwoorden. Daar verwacht het kabinet een goede respons op. Ook het toevoegen van een extra keuzemogelijkheid (Ja, mits mijn nabestaanden instemmen) zal mensen stimuleren om de eigen wens tot donatie vast te leggen. Daarnaast bestaan onder de bevolking helaas nog veel misverstanden, vooral over de feitelijke gang van zaken rond een donatieprocedure. Dat staat een goed afgewogen beslissing over het eigen donorschap in de weg. Het uit de weg ruimen van deze misverstanden door het vergroten van kennis over donatie vormt dan ook een belangrijk onderdeel van het beleid. Het permanent investeren in een gerichte aanpak vanuit de ziekenhuizen (herkenning potentiële donoren, het adequaat voeren van gesprekken met nabestaanden, de organisatie en samenwerking tussen ziekenhuizen en dergelijke) zijn bij het vergroten van het aantal donaties eveneens van belang, zoals ook buitenlandse ervaringen laten zien.

6
Deelt u de mening dat het nu eindelijk eens tijd wordt om over te gaan tot het ADR-systeem (Actieve donorregistratie)? Zo neen, waarom niet?

6
Nee, die mening deel ik niet. Om het tekort aan donoren te verkleinen, stelt het kabinet een integrale aanpak voor van het probleem. Onderdeel van deze aanpak is het invoeren van het Activerende Toestemmingssysteem, het gericht investeren in voorlichting, de aanpak in ziekenhuizen en het wegnemen van belemmeringen voor donatie bij leven.