10e editie van de Noordzeedagen
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Nederland en de Noordzee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zij vormen, als het ware, een natuurlijk verbond. Dit verbond heeft ons land voorspoed en ongekende mogelijkheden gebracht.
Dankzij de ligging aan zee konden Nederlanders in de gouden eeuw het ruime sop kiezen en hun netwerk over de hele wereld uitbreiden. Dankzij de ligging aan zee en de monding van onze rivieren werd Nederland een aantrekkelijk land om mee te handelen. Een land met een unieke maritieme en culturele geschiedenis.
Want nooit eerder was de verbondenheid tussen Nederland en de Noordzee zo sterk: op land neemt de vraag naar duurzame energiebronnen toe, daarom bouwen wij windturbineparken op zee. Op land onderhouden wij steeds nauwere economische banden met andere continenten, daarom varen er steeds meer – en steeds grotere – vrachtschepen op zee. Op land groeit de wereldbevolking, en daarmee de vraag naar vis. Dit is een bedreiging voor sommige vissoorten.
Door de groeiende verbondenheid tussen Nederland en de Noordzee lijkt de zee ons soms te klein te worden. Er is niet langer meer sprake van een zee van ruimte maar van een strijd om de ruimte op zee. We willen ruimte voor windmolens, voor natuurparken op zee, voor zandwinning, scheepvaart, visserij, voor olie- en gaswinning en voor militaire oefeningen.
Soms dreigen deze verschillende functies met elkaar te botsen. Zo kwam er vorige week nog een vrachtschip gevaarlijk dichtbij een gasplatform op de Noordzee. Het schip was op drift geraakt nadat de motor uitviel, en het platform werd ontruimd. Gelukkig liep het goed af. Maar het geeft wel aan dat we zorgvuldig moeten omgaan met de ruimte op zee.
Dit betekent dat het kabinet keuzes moet maken. Ik leg deze keuzes - als coördinerend bewindspersoon voor de Noordzee – vast in de ‘Noordzee beleidskaart’. Op deze kaart wordt de zee ingedeeld in gebieden die allen hun eigen plek krijgen. Het is een onderdeel van het Nationaal Waterplan, dat het kabinet begin volgend jaar presenteert.
De ‘Noordzee beleidskaart’ is anders ingedeeld dan voorheen: voor het eerst reserveren we gebieden voor windmolenparken. Bovendien komt er méér ruimte voor zandwingebieden. We hebben dit zand nodig voor onze kustverdediging. Verder staan op deze kaart de natuurparken op zee – die de minister van LNV aanwijst -, de bestaande scheepvaartroutes, defensiegebieden en locaties waar olie en gas wordt gewonnen.
Wij bepalen dus voor een groot deel wat er op zee gebeurt. Maar het verbond met de Noodzee heeft ook een andere kant: de zee heeft grote invloed op ons leven op land.
Zo bereiden we ons voor op een verdere stijging van de zeespiegel. Ik heb mij hierover laten adviseren door de commissie-Veerman.
Vorige maand presenteerde deze commissie haar bevindingen. We moeten rekening houden met een snellere stijging van de zeespiegel dan gedacht, in het somberste scenario 1,20 meter in 2100.
We gaan Nederland voorbereiden op deze zeespiegelstijging. Hoe wij dit precies gaan doen, leg ik vast in het Nationaal Waterplan. Er komt een Deltawet, die de grondslag is van het Deltaprogramma. Deze wet regelt de bevoegdheden van een Deltaregisseur en de financiering van het waterplan.
Dames en heren,
De verbondenheid tussen Nederland en de Noordzee wordt steeds sterker; de zee is steeds belangrijker én bedreigender voor ons levensonderhoud. Daarom zijn deskundigen op het gebied van de Noordzee steeds belangrijker, of het nu gaat om scheepvaartkundigen, morfologen of ecologen. Velen van u mogen zich Noorzeedeskundigen noemen.
Dankzij uw deskundigheid kunnen beleidsmakers en gebruikers – die hier ook rijkelijk vertegenwoordigd zijn – alle belangen zorgvuldig tegen elkaar afwegen. Zo zorgen wij ervoor dat het bondgenootschap van Nederland en de Noordzee nog lang blijft bestaan.
Op deze conferentie komen kennis en beleid letterlijk en figuurlijk bij elkaar. U zult ongetwijfeld veel dwarsverbanden kunnen leggen zodat u in de toekomst nóg intensiever beter met elkaar samenwerkt. Ik wens u een vruchtbare conferentie.