Procedurele voortgang bodemprocedure NVZ-Staat der Nederlanden
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
In reactie op de dagvaarding van 15 februari 2008 heb ik op 15 april 2008 mijn conclusie van antwoord bij de Rechtbank ingediend. In reactie daarop heeft de NVZ, met mijn instemming, op 17 september jongstleden aan de Rechtbank uitstel gevraagd voor het indienen van repliek. Omdat ziekenhuizen naar de mening van de NVZ niet verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor volumegroei die buiten de beïnvloedingsmogelijkheden van ziekenhuizen ligt, wil de NVZ namelijk eerst de uitkomsten van een door mij te initiëren volumeonderzoek afwachten.
De Rechtbank heeft daarop de zaak verwezen naar de “parkeerrol”. Dit houdt in dat op 1 april 2009 wordt bezien of partijen nog willen doorprocederen. Dit laat onverlet dat, als één van de partijen dat wenst, de zaak op enig moment weer in gang kan worden gezet. De procedure wordt dan hernomen op het punt waar hij was opgeschort: de door de NVZ in te dienen repliek.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink