Antwoorden op kamervragen over het afnemen van het aantal plaatselijke brandweerkazernes
Antwoorden op kamervragen van het lid Brinkman (PVV), ingezonden 10 september 2008.
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Van der Staaij (SGP), ingezonden 9 september 2008.
1. Vraag
Heeft u kennisgenomen van het artikel “Dorpen raken brandweerpost kwijt”? 1)
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Deelt u de mening dat het gebruik van twee verschillende methodieken voor kazernespreiding, waarbij in het ene geval een kazerne bestaansrecht heeft en in het andere geval niet, erg subjectief en inefficiënt is? Zo ja, hoe bent u van plan om hier verandering in te brengen? Zo neen, waarom niet?
2. Antwoord
Ik ben het ermee eens dat verschillende rekenmethodieken niet tot grote verschillen in de spreiding van brandweerkazernes moeten leiden. Ik heb in de praktijk niet kunnen vaststellen dat dit effect zich voordoet (grote verschillen in spreiding). De rekenmethodiek die een verantwoordelijk bestuur hanteert, zijn gebaseerd op de algemeen geldende uitgangspunten voor de brandweerzorg. Deze uitgangspunten zijn het redden van levens, het voorkomen van schade aan belendende objecten en het beperken van schade aan het object waar de brand plaatsvindt. Er zijn grenzen aan wat er van de brandweer verwacht mag worden. Brandweerzorg moet immers ook betaalbaar blijven.
Ik ben voornemens deze uitgangspunten in de vorm van concrete prestatie-eisen aan de brandweer te verankeren in het Besluit veiligheidsregio’s. Ik ga in de nota naar aanleiding van het nader verslag bij de Wet veiligheidsregio’s uitgebreid op dit ontwerpbesluit in.
3. Vraag
Deelt u de mening dat er moet worden gekozen voor een landelijk beleid voor kazernespreiding, waarbij veiligheid en efficiëntie de topprioriteiten zijn en marktwerking buiten beschouwing moet worden gelaten? Zo neen, waarom niet?
3. Antwoord
Brandweerzorg is een verantwoordelijkheid van het lokale bestuur. Bij deze verantwoordelijkheid past mijns inziens geen landelijk beleid voor kazernespreiding. Ik ben het er wel mee eens dat steeds de juiste balans moet worden gevonden tussen veiligheid en efficiëntie, tussen baten en kosten. Overigens kunnen de eisen die ik ga stellen aan opkomsttijden invloed hebben op de spreiding van kazernes in de regio’s.
4. Vraag
Kunt u aangeven in hoeverre u bereid bent om in de toekomst, voordat u besluit over deze onderwerpen, overleg te voeren met de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers? Zo ja, hoe gaat u dit initiëren? Zo neen, waarom niet?
4. Antwoord
Het Besluit veiligheidsregio’s is ter consultatie voorgelegd aan de tien meest betrokken veiligheidspartners, waaronder de Vakvereniging voor Brandweervrijwilligers. De Vakvereniging heeft uitgebreid gereageerd en deze reactie neem ik mee in afwegingen omtrent de inhoud van het Besluit veiligheidsregio’s. Ik ga in de nota naar aanleiding van het nader verslag bij de Wet veiligheidsregio’s uitgebreid in op de opkomsttijden brandweer.