Antwoorden op kamervragen van Van Gerven en Langkamp over de concentratie van bevallingszorg en één locatie van de ziekenhuizen in Vlissingen en Goes
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2876000
3 oktober 2008
Antwoorden van minister Klink op de vragen van de Kamerleden Van Gerven en Langkamp (SP) over de concentratie van bevallingszorg op één locatie van de ziekenhuizen in Vlissingen en Goes (2070828490).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat de zorg rond bevallingen en pasgeborenen in de ziekenhuizen Goes en Vlissingen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) samengevoegd mag worden? 1)
Antwoord 1
De IGZ heeft de volgende overwegingen gehad bij het standpunt omtrent de bevallingszorg in Zeeland. Als gevolg van het vertrek van 3 van de in totaal 8 gynaecologen en het niet tijdig kunnen invullen van de vacatures is in beide ziekenhuizen een zeer onwenselijke situatie ontstaan voor wat betreft de tweedelijns obstetrische en daaraan gerelateerde gynaecologische zorg. Door dit (tijdelijke) tekort aan gynaecologen zijn beide ziekenhuizen volgens de IGZ op dit moment niet meer in staat om afzonderlijk kwalitatief verantwoord 7 x 24 uur tweedelijns obstetrische en gynaecologische zorg aan te bieden. Door de tweedelijns obstetrische en gynaecologische zorg te concentreren op één locatie zullen de ziekenhuizen hiertoe wel weer in staat zijn en wordt voorkomen dat deze zorg (al dan niet tijdelijk) niet meer beschikbaar is in Midden en Noord Zeeland. Behalve dat daarmee een basisfunctie zou verdwijnen uit deze regio, zou dit volgens de IGZ ook ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor zowel bepaalde tweedelijns functies als voor bepaalde eerstelijns functies, zoals de eerstelijns verloskunde. Kwalitatief verantwoorde zorg gaat boven bereikbare zorg. Om die reden sluit ik me aan bij de overwegingen van de IGZ.
Vraag 2
Waarom heeft de IGZ het standpunt van de verloskundigen op Walcheren niet meegewogen bij haar standpuntbepaling?
Antwoord 2
De ontstane situatie maakt dat de voorgenomen concentratie van de tweedelijns verloskunde voor geen enkele partij nog een vrije keuze is, maar een noodgedwongen oplossing om te voorkomen dat de tweedelijns verloskunde (al dan niet tijdelijk) niet meer beschikbaar is in Midden en Noord Zeeland. De IGZ is op de hoogte van het standpunt van de verloskundigen en heeft er bij de ziekenhuizen expliciet op aangedrongen om bij de uitwerking van het concentratieplan, onder andere in het kader van de patiëntveiligheid, alle partijen te betrekken die mogelijkerwijs te maken kunnen krijgen met de gevolgen van de concentratie. Met name is door de IGZ aangegeven dat in ieder geval met de eerstelijns verloskundigen en de regionale ambulancevoorziening overleg dient plaats te vinden.
Vraag 3
Wat is de reden dat de Zeeuwse ziekenhuizen moeite hebben met het aantrekken van gynaecologen? Waarom lukt het de ziekenhuizen in bijvoorbeeld Oost-Groningen wel om verloskunde te blijven aanbieden en de ziekenhuizen in Goes en Vlissingen niet?
Antwoord 3
De mate waarin de betrokken ziekenhuizen tijdig voldoende gyneacologen kunnen aantrekken, is afhankelijk van verschillende factoren. Beide ziekenhuizen zijn ten aanzien van hun personele situatie uitermate kwetsbaar. Zo kan de beperkte omvang van de vakgroep gynaecologie in beide ziekenhuizen leiden tot een hoge dienstenfrequentie, beperkte mogelijkheden tot verdeling van aandachtsgebieden en introductie van nieuwe technologie en de grote afstand tot topklinische/academische ziekenhuizen die de mogelijkheid beperkt tot reële samenwerking op het terrein van opleiding en scholing. Het dichtstbijzijnde topklinische/academische ziekenhuis waar de ziekenhuizen samenwerkingsafspraken mee zou kunnen maken, om onder andere de formatieve kwetsbaarheid (via gezamenlijke dienstenregeling, waarneming) te verminderen, is meer dan 100 kilometer van de ziekenhuizen in Goes en Vlissingen gelegen.
Vraag 4
Wat vindt u van het gegeven dat de verloskundigen op Walcheren tegen de concentratie zijn omdat de kwaliteit van de verloskundige zorg dan onder de maat zal komen, omdat de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de ziekenhuisfaciliteiten onder de algemeen aanvaarde kwaliteitsgrens komt die als uitgangspunt moet dienen voor alle ingezetenen?
Antwoord 4
Door de tweedelijns verloskunde te concentreren op één locatie wordt voorkomen dat deze zorg (al dan niet tijdelijk) niet meer beschikbaar is in Midden en Noord Zeeland, zie ook mijn antwoord op vraag 1. Ingevolge de Kwaliteitswet Zorginstellingen zijn de ziekenhuizen voorts gehouden om ook ingeval van concentratie op één locatie verantwoorde zorg te leveren en de ziekenhuisfaciliteiten op de locatie waar de tweedelijns verloskunde geconcentreerd wordt, zodanig in te richten dat kwalitatief verantwoorde zorg mogelijk is.
Uiteraard is het van belang dat burgers voor zover dat mogelijk is in hun naaste omgeving moeten kunnen beschikken over een ziekenhuis waar kwalitatief verantwoorde basiszorg verleend wordt. Deze basiszorg moet ten minste voldoen aan minimum (veld)normen. Voor de acute zorg betekent dit dat deze zorg voor iedereen binnen 45 minuten bereikbaar moet zijn. Electieve ziekenhuiszorg kent geen spreidingsbeleid en voor de bereikbaarheid hiervan zijn geen wettelijke normen opgesteld. De wens om ziekenhuiszorg dichtbij te houden laat zich overigens niet in alle gevallen verenigen met de kwaliteitsstandaarden waaraan ook electieve zorg moet kunnen voldoen. Zoals ik ook in de notitie "Kiezen voor bereikbaarheid en kwaliteit van zorg" heb aangegeven, is de kwaliteit van zorg leidend. Ik zal mij echter tot het uiterste inspannen om de bereikbaarheidsnorm van 45 minuten te handhaven door bijvoorbeeld het verplaatsen c.q. toevoegen van ambulancestandplaatsen.
Vraag 5
Betekent een dergelijke concentratie van de bevallingszorg niet het einde van een verantwoorde thuisbevalling op Walcheren? Vindt u dit een acceptabele uitkomst? Zo ja, kunt u dit dan toelichten?
Antwoord 5
Bij de uitwerking van het concentratieplan van de tweedelijns verloskunde door de ziekenhuizen en partijen in de eerstelijn zal ook gekeken worden naar de mogelijkheden en onmogelijkheden van thuisbevallingen op Walcheren. Thuisbevallingen zullen alleen kunnen blijven plaatsvinden indien dit verantwoord is voor de (aanstaande) moeder en (het ongeboren) kind. De kwaliteit van de verloskundige zorg dient leidend te zijn, ook wanneer dit zou betekenen dat thuisbevallingen daarmee niet langer verantwoord zijn.
Vraag 6
Is hierbij niet het 45-minutencriterium in het geding voor acute hulp bij bevallingsproblemen? Wordt deze norm niet overschreden? Zo neen, kunt u dit dan toelichten? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen om deze ongewenste concentratie te voorkomen? In hoeverre is dit in strijd met uw visie op de bereikbaarheid van zorg, zoals vastgelegd in de notitie "Kiezen voor bereikbaarheid en kwaliteit van zorg"? 2)
Antwoord 6
Het voorkomen van concentratie van de tweedelijns verloskunde is volgens de IGZ niet in het belang van de beschikbaarheid van de tweedelijns verloskunde in Midden en Noord Zeeland, zie ook mijn antwoord op vraag 1. Bij de uitwerking van het concentratieplan dienen door de ziekenhuizen en partijen in de eerste lijn, in overleg met andere partijen, zoals de zorgverzekeraar, de gevolgen van de concentratie in beeld gebracht te worden. Dit betekent dat ook onderzocht moet worden of het 45-minutencriterium in het geding is. Zo nodig zal moeten worden bezien welke maatregelen er mogelijk genomen kunnen worden om binnen de bereikbaarheidsnorm van 45 minuten te blijven. Het kan zijn dat er een situatie ontstaat waarbij een keuze gemaakt moet worden. Zoals ik al eerder heb opgemerkt, ook in de notitie "Kiezen voor bereikbaarheid en kwaliteit van zorg", is de kwaliteit van zorg leidend en kies ik onder bovengenoemde condities voor kwaliteit boven bereikbaarheid van zorg.
Vraag 7
Welke stappen en maatregelen gaat u nemen om er zorg voor te dragen dat er voldoende gynaecologen in de Zeeuwse ziekenhuizen zijn en de verloskundige zorg op een kwalitatief goed niveau kan blijven?
Antwoord 7
De IGZ heeft mij laten weten dat in Midden en Noord Zeeland op dit moment ruimte is voor ten hoogste één locatie om kwalitatief verantwoorde tweedelijns verloskundige zorg aan te kunnen blijven bieden en daarmee ook de mogelijkheid te behouden voor kwalitatief verantwoorde eerstelijns verloskundige zorg. De IGZ komt tot dit standpunt aan de hand van de actuele crisissituatie waarvan in Zeeland nu sprake is.
Vraag 8
Waarom heeft de IGZ nu dit standpunt ingenomen terwijl de NMa nog een uitspraak moet doen over de nieuwe fusieplannen van beide ziekenhuizen, en in 2005 grote vraagtekens plaatste bij de fusie?
Antwoord 8
Het huidige standpunt van de IGZ beperkt zich tot de verloskundige zorg en daaraan gerelateerde gynaecologische en kindergeneeskundige klinische zorg en loopt daarom op geen enkele wijze vooruit op de fusietoets van de NMa. De huidige situatie waarbij de beschikbaarheid van de tweedelijns verloskunde geborgd dient te worden, noopt volgens de IGZ tot het nemen van adequate maatregelen op korte termijn. De situatie met betrekking tot de noodgedwongen concentratie van de tweedelijns verloskunde en de daarmee samenhangende klinische gynaecologie en kindergeneeskundige zorg dient derhalve los gezien te worden van het standpunt van de IGZ ten aanzien van de fusieplannen van beide ziekenhuizen.
Vraag 9
Op wat voor gronden heeft de IGZ haar besluit genomen? Wat is uw mening daarover? Is dit niet in strijd met uw uitgangspunt verwoord in uw brief Kiezen voor bereikbaarheid en kwaliteit van zorg van 27 juni jl. waarbij u aangeeft dat naast kwaliteit de menselijke maat en bereikbaarheid centraal moeten worden gesteld? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 9
Het borgen van de beschikbaarheid van de tweedelijns obstetrische en gynaecologische zorg in Midden en Noord Zeeland is voor de IGZ het uitgangspunt geweest voor het standpunt.
Vraag 10
Wilt u de kamer de brief van de IGZ van 29 juli 2008 aan de Raad van Bestuur van de Stichting Oosterscheldeziekenhuizen doen toekomen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 10
Ja, ik voeg de brief van de IGZ aan het bestuur van de Stichting Oosterscheldeziekenhuizen bij.
1) PZC, 26 augustus 2008.
2) Kamerstuk 29 247, nr 75, vergaderjaar 2007-2008.