Toespraak staatssecretaris Bijleveld op Bonaire over economische ontwikkeling
Dames en heren,
U staat aan het begin van het academische jaar op Bonaire. En het is ook het begin van een lezingencyclus over het spanningsveld tussen milieu en economie. Ik waardeer het zeer dat u mij hier vanavond heeft uitgenodigd.
Dames en heren,
Milieu en economie is een onderwerp waar al veel over gezegd en geschreven is. Vooral het milieu staat in het brandpunt van de belangstelling, maar natuurlijk nu ook de recente economische ontwikkeling in de wereld.
De aandacht voor het milieu heeft meer dan de globale betekenis die Al Gore er – terecht - aan heeft verbonden. Het gaat – heel dichtbij, heel concreet - over de druk op het milieu die uitgaat van de menselijke behoefte, of zelfs noodzaak, om het economisch beter te krijgen.
Het milieu staat onder grote druk om talloze mensen te voorzien van werk en inkomen. Dat is een spanningsveld en daar wil ik met u over spreken.
U weet: we zijn volop bezig met de staatkundige veranderingen, waardoor Bonaire een openbaar lichaam binnen het Nederlandse staatsbestel wordt. Dat biedt Bonaire allerlei nieuwe kansen en het is goed die kansen van een paar kanttekeningen te voorzien.
Laat ik helemaal bij het begin beginnen. Les 1 van de economie: grond is een schaars goed. Als je op een bepaalde plek een huis bouwt, dan is er op die plek geen ruimte voor landbouw of een natuurpark, of voor een fabriek, of een weg, of een baseball-veld.
Grote landen met weinig inwoners per vierkante kilometer hebben op dit gebied minder schaarste dan dichtbevolkte landen met een klein oppervlak. Maar altijd moeten er - bij het gebruik van grond -keuzes gemaakt worden.
Wat dat betreft hebben Nederland en de eilanden in de regio veel gemeen. Wij hebben beiden veel inwoners die op een klein oppervlak wonen én de inwoners hebben een relatief hoog inkomen.
Dat is in Nederland hoger dan op de Antillen, maar het is een hoog inkomen vergeleken met veel andere omringende landen.
Dat inkomen verdienen we dus op een klein oppervlak. En dat lukt ons tot nu toe redelijk goed, hoewel het altijd beter kan.
Althans … de vraag is of het altijd in álle gevallen méér moet zijn; waar liggen eigenlijk de grenzen van de groei?
Zoals ik al zei: land kun je maar voor één doel tegelijk gebruiken. En dat is vaak voor lange tijd. Immers: een huis of winkel bouw je niet om maar een paar dagen te gebruiken.
Als je natuurgebied opoffert voor landbouwgrond of bebouwing – ook als dat een toeristenparadijs heet - zal dit voor lange tijd - of zelfs voor altijd - verloren gaan.
Keuzes hebben dus vaak gevolgen die blijvend zijn. Hoe bepalen we nu welke keuzes er gemaakt moeten worden? En al even belangrijk: hoe voorkomen we dat we om de paar jaar nieuwe keuzes maken?
Want dat heeft weer negatieve gevolgen voor de reputatie van de overheid. Wie wil er nou investeren in een land dat elke paar jaar volledig van koers veranderd?
Dames en heren,
In een moderne markteconomie is voor de vraag naar en het aanbod van heel veel producten en diensten vooral ‘de markt’ verantwoordelijk. Maar bij ruimtegebruik is dat niet zo eenvoudig.
Het marktmechanisme werkt niet meer zo goed als afspraken tussen twee partijen gevolgen hebben voor een derde partij.
Mag ik u een voorbeeld geven? in het Hof van Twente, waar ik burgemeester was, is er een verhitte discussie geweest over de komst van een grote kippenfarm.
Het lijkt zo simpel: een boer koopt een boerderij en stopt daar 200.000 kippen in. Een simpele transactie tussen twee partijen.
Als er dan nog een aantal mensen een baan krijgt bij de farm, dan lijkt dat heel goed nieuws voor de gemeente.
Iedereen blij zou je zeggen, maar nee. Zo’n grote kippenfarm stinkt. En daar hebben alle omwonenden last van.
De boer ruikt het ook wel maar vindt dat minder erg want die kippen leveren hem geld op. De buren daarentegen hebben alleen de overlast. Wat wordt de afweging?
Economen noemen dit een extern effect. Een extern effect treedt op wanneer niet alle gevolgen van een transactie betrokken worden bij die transactie.
Dit begrip nu ligt aan de basis van het spanningsveld tussen ruimtelijke ontwikkeling en economische ontwikkeling.
U kent dat ook op Bonaire.
Bonaire is wereldberoemd om zijn mogelijkheden voor duiktoerisme. Duikers komen af op de prachtige riffen en het onderwaterleven rond Bonaire.
Dat schept banen en welvaart.
Maar teveel duikers kunnen de riffen beschadigen en het onderwaterleven verstoren. Waardoor er uiteindelijk geen duikers meer zullen komen.
De groei kent dus een eigen grens.
Zo zijn er ook ruimtelijke ontwikkelingen die niet of moeilijk naast elkaar kunnen bestaan. Een grote fabriek naast een luxe golf resort betekent waarschijnlijk dat de golfspelers niet het gewenste luxe gevoel zullen beleven. En dat is nu juist datgene waarvoor ze betalen.
Door de economische activiteit in de fabriek blijven de rijke golftoeristen weg. Waar kiest u dan voor?
Het omgekeerde treedt ook op. Bepaalde activiteiten versterken elkaar. De opwekking van duurzame energie heeft voordelen voor het eco-toerisme. Elke zichzelf respecterende eco-toerist wil immers energie uit duurzame bronnen.
Dat zaken elkaar versterken ziet u op veel plaatsen terug. Bijvoorbeeld op een bedrijventerrein of een winkelcentrum.
Eén duikschool zal niet veel extra toeristen aantrekken. Maar 10 duikscholen, die samen ook bijdragen aan de aanwezigheid van een decompressiekamer, doen dat wel.
Totdat er weer teveel duikers in het water zijn.
Een lastig te vinden balans, behalve wanneer er weer zaken worden gecombineerd: duikscholen die deel uitmaken van een veel breder pakket dat Bonaire aantrekkelijk maakt voor meerdere groepen toeristen.
Dames en heren,
Om - zeker als klein eiland - het maximale uit de mogelijkheden te halen, zult u de juiste keuzes moeten maken. Maar hoe kunt u die keuze maken? Hoe kunt u een visie ontwikkelen en weten dat u het juiste kiest? Bouwt u die fabriek of raffinaderij? Of legt u de nadruk op massatoerisme, duiktoerisme, golfers, surfers of juist de rijkere en oudere rustzoekers. En dan bestaat er ook nog de optie een grote terminal te bouwen voor het cruisetoerisme.
Het is niet zo moeilijk om plannen te maken, maar dat is het wel om ze af te wegen en dan ook nog uit te voeren.
We kennen allemaal wel voorbeelden van politici met grootse plannen die uiteindelijk niet te realiseren waren.
Dat brengt me trouwens op het punt dat de staatkundige hervorming waar ik me voor inzet ook een groots plan is. Maar rekent u er maar op dat dit plan wel degelijk door gaat. Maar dat terzijde.
Dames en heren,
Ik hoop niet dat u uit mijn betoog afleidt dat het maken van plannen een vruchteloze activiteit zou zijn. Het tegendeel is waar. Ik wil u alleen wijzen op de kuilen in de weg en de paden daaromheen.
Een belangrijke les is bijvoorbeeld – ik heb dat als Tweede Kamerlid geleerd – om bij ingrijpende veranderingen goed na te gaan – of te laten onderzoeken – wat de stakeholders er van vinden, dus de burgers, de bedrijven en het maatschappelijk middenveld.
Bedenk dat u deze partijen gedurende het hele traject nodig zult hebben. Betrek ze uitgebreid bij de visievorming en uitvoering. Zorg er ook voor dat zij duidelijk voor ogen hebben welke kant u op wilt gaan.
Dit is ook precies waarom ik veel tijd steek in gesprekken over de staatkundige hervormingen met de burgers op de eilanden.
Een volgend punt is dat er een eerlijke analyse moet zijn over wat uw zwakke en wat uw sterke kanten zijn én wat uw potenties zijn; waarin kunt u sterk worden.
Curaçao zal waarschijnlijk andere keuzes moeten maken dan Bonaire. Bonaire moet een relatief kleine bevolking aan het werk krijgen. Daardoor kan Bonaire zich makkelijker specialiseren in relatief kleine markten.
Curaçao daarentegen zal meer en andere dingen moeten doen om de veel grotere bevolking aan het werk te krijgen, kleine nichemarkten voldoen niet. Maar er kunnen ook weer meer activiteiten ontplooid worden op Curaçao, want men heeft daar ook de arbeidsbevolking voor.
Nog twee punten wat dit betreft: betrek bij uw toekomstplannen niet alleen de gevestigde partijen maar heb ook oog voor nieuwkomers, die zorgen vaak voor innovatie en extra groei.
En laat uw plannen doorrekenen of beoordelen door een onafhankelijk bureau op economische, sociale én milieutechnische effecten.
Dames en heren,
U weet waar u naar toe wil en wat nu?
Ik hamer er vaak op: het is van groot belang om uw visie in een degelijk bestemmingsplan of ruimtelijk ontwikkelingsplan uit werken. Een bestemmingsplan laat zien dat met de beperkte ruimte op een gecontroleerde wijze verschillende wensen kunnen worden gerealiseerd.
Een bestemmingsplan schept ook de mogelijkheid om uw visie duidelijk te maken aan anderen, zodat er op democratische wijze over kan worden beslist. En dat komt weer ten goede aan de eigenheid van de gemeenschap die er immers niets aan heeft als grote delen van het eiland worden volgestort met beton waar de bewoners niet van mee profiteren.
Een bestemmingsplan betekent overigens niet dat alles voor de eeuwigheid vastligt en er nooit meer wat kan veranderen. Flexibiliteit is belangrijk. Bestemmingsplannen kunnen aangepast worden. Als burgemeester heb ik regelmatig wijzigingen op het bestemmingsplan ondertekend.
Dames en heren,
Mag ik voor ik afsluit en hopelijk met u in discussie mag treden, nog één belangrijke vraag stellen: wie kiest er uiteindelijk?
Dat bent u: de burgers van Bonaire. U leeft namelijk in een democratie, en dat betekent dat iedereen betrokken is bij het keuzeproces.
U kiest en uw vertegenwoordigers, van wie er een aantal aanwezig is hier in de zaal, moeten dan proberen uw wensen om te zetten in een visie voor Bonaire.
Laat ze weten waar u, ondernemers, studenten, werknemers en vrijwilligers behoefte aan hebt. Alleen dan kunnen zij de juiste keuzes maken. Bonaire is een prachtig eiland en het is aan ál haar bewoners om te kiezen wat met het eiland te doen. Ik zeg met opzet “ál “ de bewoners want – als u me dit toestaat - uw eiland is te mooi om opgeofferd te worden aan korte-temijn-winst en ‘special interests’.
Dames en heren studenten,
Een laatste woord speciaal voor u. De kennis die u als student dit jaar en de komende jaren op zult doen zal onmisbaar zijn voor de economische ontwikkeling van het eiland. Want welke keuze u ook maakt voor het gebruik van de ruimte op het eiland, de economische waarde wordt uiteindelijk gecreëerd door mensen. En hoe beter die mensen zijn opgeleid, hoe hoger de waarde van het product is dat ze leveren. En daardoor hoe beter het eiland is om op te leven voor de burgers; het verbeteren van de leefomstandigheden van burgers is immers de opdracht van alle politici!