Antwoorden op kamervragen inzake de baatbelasting

Vragen van het lid De Pater-van der Meer (CDA) over het artikel ‘Baatbelasting ten onrechte gebruikt voor onderhoud’ met kenmerk 2070829100 (ingezonden 8 september 2008).

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het artikel ‘Baatbelasting ten onrechte gebruikt voor onderhoud’ naar aanleiding van de uitspraak van het gerechtshof Arnhem?[1]

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Bent u van mening dat naar aanleiding van bovengenoemde uitspraak gemeenten het instrument baatbelasting niet meer kunnen hanteren voor opknapbeurten van binnensteden?

Antwoord
In de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem van 27 augustus jongstleden[2], waar het hier feitelijk over gaat, wordt de verordening Baatbelasting rechtskracht ontzegd omdat de veranderingen in het geheel van voorzieningen in het heringerichte gebied niet kunnen worden gezien als een verbetering van de voorzieningen die door middel van een baatbelasting kunnen worden verhaald. Dit komt vooral omdat de gemeente er voor gekozen heeft een en ander als een samenhangend geheel uit te voeren en te verhalen via de baatbelasting. Ik ben dan ook niet van mening dat deze uitspraak er toe leidt dat gemeenten het instrument baatbelasting niet meer kunnen hanteren voor een opknapbeurt van de binnenstad. Zoals in de jurisprudentie en de literatuur al meerdere malen rondom de baatbelasting is aangegeven, kan deze worden geheven voor het verhalen van de kosten van een verbetering van de bestaande situatie en kan enkel onderhoud niet vallen onder de baatbelasting. Dit is ook in onderhavige casus al eerder aangegeven door de Hoge Raad[3]. Of er sprake is van een verbetering is vaak een feitelijke kwestie, zoals ook blijkt uit het arrest van het Hof.

Vraag 3
Overweegt u het instrument baatbelasting te laten vervallen of het dusdanig aan te passen dat voor burgers en gemeenten duidelijk is welke voorzieningen door middel van dit instrument kunnen worden gefinancierd?

Antwoord
Ik overweeg vooralsnog niet om het instrument van de baatbelasting af te schaffen, maar realiseer me wel dat het een complex instrument is. Op dit moment wordt overigens gewerkt aan een alternatief. Bij uw Kamer ligt inmiddels het wetsvoorstel ‘Bedrijfsgerichte Gebiedsverbetering’ (BGV) voor. In dit wetsvoorstel wordt een mogelijkheid voorgesteld voor gemeenten om, op initiatief van de ondernemers, een heffing in te stellen teneinde een bepaald gebied waar ondernemers gevestigd zijn te verbeteren. Ik verwacht dat dit wetsvoorstel voorziet in een behoefte onder ondernemers om gezamenlijk de omgeving van hun onderneming aan te pakken met de gemeente.

Vraag 4
Kunt u beamen dat er momenteel inderdaad gemeenten zijn die andere lokale heffingen gebruiken nu het instrument baatbelasting niet meer bruikbaar is voor opknapbeurten? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?

Antwoord
Het is mij niet bekend dat er gemeenten zijn die andere lokale heffingen gebruiken in plaats van de baatbelasting. Maar dat neemt niet weg dat gemeenten vrij zijn in de besteding van hun algemene middelen. Ook de, in het artikel dat u citeert, genoemde reclamebelasting is een algemene belasting. De besteding van de opbrengst daarvan is aan de gemeente. Van oneigenlijk gebruik is hier in mijn ogen dus geen sprake. Zoals ik al onder 2 heb aangegeven is het instrument van de baatbelasting nog wel degelijk bruikbaar.

[1] De Telegraaf, 2 september 2008

[2] Gerechtshof Arnhem 27 augustus 2008, 07/00191, LJN: BE9244

[3] HR 8 augustus 2003 nr 36 769 (BNB 2003/339c*)