Antwoorden op kamervragen van Dibi over externen die de jeugdzorg op kosten jagen
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
JZ-K-U-2878606
29 september 2008
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dibi (GroenLinks) over externen die de jeugdzorg op kosten jagen (2070828530).
De Minister voor Jeugd en Gezin,
mr. A. Rouvoet
Vragen van het lid Dibi (GroenLinks) aan de minister voor Jeugd en Gezin over externen die de jeugdzorg op kosten jagen (ingezonden 29 augustus 2008).
1.
Bent u bekend met het bericht, waaruit blijkt dat het inhuren van extern personeel de jeugdzorg op kosten jaagt? Hoe beoordeelt u dit bericht? 1)
1.
Ja. Zie ook mijn antwoord op vraag 4.
2.
Hoe kan het dat een aantal bureaus jeugdzorg aangeven dat de kosten voor het inhuren van personeel van buiten hoger uitvielen dan verwacht?
2.
De exacte redenen zijn mij niet bekend. Als bureaus jeugdzorg in de loop van het jaar op een onverwachte situatie willen reageren door extern personeel in te huren, ligt het in de rede dat de kosten daarvan hoger uitvallen dan aan het begin van het jaar verwacht werd.
3.
Kunt u inzichtelijk maken hoe groot het budget is dat gemiddeld wordt besteed aan het aantrekken van extern personeel en hoeveel er gemiddeld wordt besteed aan de directe hulp voor kinderen? Zo nee, waarom niet?
3.
Uit het Brancherapport bureaus jeugdzorg 2007 van de MOgroep blijkt dat 5% van de kosten van de bureaus jeugdzorg betrekking heeft op personeel dat niet in loondienst is. Dit betreft onder meer de kosten van uitzendkrachten, interim-personeel en interim-management. In dezelfde publicatie vermeldt de MOgroep dat 89% van de medewerkers een cliëntgebonden functie heeft.
4.
Deelt u de mening dat een goed personeelsbeleid het minder noodzakelijk maakt dat veel duurdere externe krachten moeten worden aangetrokken? Zo ja, hoe gaat u dat bevorderen? Zo nee, waarom niet?
4.
Bij de inzet van dure externe krachten is uiteraard terughoudendheid geboden. Ik ben met het IPO in gesprek over een doelmatige inzet van middelen voor extern personeel.
5.
Bent u van plan bureaus jeugdzorg meer structurele middelen te geven zodat zij ook structureel personeel kunnen aannemen? Zo ja, hoe gaat u dat regelen? Zo nee, waarom niet?
5.
De bureaus jeugdzorg worden door de provincies gefinancierd uit de doeluitkering die jaarlijks door mij aan de provincies wordt uitgekeerd. In 2008 bedraagt de doeluitkering voor de bureaus jeugdzorg in totaal euro 395 miljoen. Met de overeenkomst die ik met de provincies heb gesloten zijn de provincies in staat de bureaus jeugdzorg deze middelen structureel beschikbaar te stellen. Er is mij geen verband bekend tussen de inhuur van extern personeel door de bureaus jeugdzorg en de wijze waarop provincies de bureaus financieren.
6.
Vindt u het onwenselijk dat een groot deel van het budget in de jeugdzorg opgaat aan het inhuren van extern personeel, en daarom niet besteed wordt aan de zorg voor de kinderen om wie het gaat? Kunt u garanderen dat de slechte financiële toestand in de jeugdzorg niet ten koste gaat van de hulp voor en de veiligheid van kinderen?
6.
De inhuur van extern personeel is een verantwoordelijkheid van de instellingen, de achterliggende redenen van elke inhuur zijn mij niet bekend. Ook in instellingen in de jeugdzorg is de continuïteit van de dienstverlening een zodanige zware factor van belang dat het in tal van gevallen bezwaarlijk is om te wachten totdat een vacature kan worden ingevuld met een regulier dienstverband. Bovendien is het soms doelmatig om een tijdelijke manager de gelegenheid te geven om veranderingen in de organisatie aan te brengen opdat zijn/haar opvolger de zaak zonder belasting met de emoties die veranderingsprocessen met zich brengen, de zaak verder kan leiden.
7.
Begrijpt u dat de zorgen om de situatie in de jeugdzorg niet zijn afgenomen sinds de berichten over de problemen in deze sector niet lijken af te nemen sinds dit kabinet is aangetreden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat gaat u daaraan doen?
7.
De verbetering van de jeugdzorg heeft uiteraard al mijn aandacht. In het beleidsprogramma ‘Alle kansen voor alle kinderen’, diverse voortgangsrapportages jeugdzorg en mijn brief van 19 juni 2008 aan uw Kamer, over de prestatieafspraken met provincies inzake de wachtlijsten in de provicaal gefinancierde jeugdzorg, heb ik aangegeven welke maatregelen worden uitgevoerd om tot verbetering te komen.
8.
Kunt u bovenstaande vragen vóór Prinsjesdag beantwoorden?
8.
Ik heb de vragen zo snel mogelijk beantwoord.
1) de Volkskrant, 28 augustus 2008.