Persconferentie na ministerraad van 26 september 2008
Vice-minister-president Bos hield de wekelijkse persconferentie na de ministerraad. Hij blikt onder meer terug op de Algemene Politieke Beschouwingen. Bos gaat ook in op de financiële crisis.
Vice-minister-president Bos:
De minister-president is op de terugweg vanuit New York. De ministers van Buitenlandse Zaken, Ontwikkelingssamenwerking en Economische Zaken waren er ook niet en het was alles bij elkaar ook reden geweest voor een betrekkelijk rustige en beperkte agenda vandaag, waar we relatief veel tijd besteed hebben aan een aantal zaken die in de actualiteit spelen.
Waaronder uiteraard ook datgene wat zich vanochtend in Keulen heeft afgespeeld. Maar ik begrijp dat u allemaal daarover uitvoerig gebrieft bent door de minister van Justitie. Daar sluit ik me gemakshalve bij voorbaat bij aan.
Op een tweetal punten heeft in ieder geval vanochtend ook concrete besluitvorming plaatsgevonden. Allereerst hebben we teruggekeken op het debat over de Algemene Politieke Beschouwingen, maar met name ook de financiële implicaties van een aantal van de daar ingediende moties. We hadden de Kamer beloofd dat we voor de Algemene Financiële Beschouwingen nog met een brief terug naar de Kamer zullen gaan om te kijken of we voor elkaar kunnen krijgen wat ze van ons gevraagd hebben. U moet dan denken aan de extra conciërges, de extra wijkverpleegkundigen, tien miljoen extra voor de basisinfrastructuur cultuur, meer geld om reiskosten van mbo-scholieren te vergoeden, meer geld voor infrastructurele projecten. Het antwoord luidt: ja. Met de door de Kamer aangegeven dekking zien we inderdaad mogelijkheden om dat vanaf volgend jaar te realiseren en hoe dat dan technisch verder precies in elkaar zal steken met nota's van wijzigingen en dergelijke, zullen wij zo spoedig maandag of dinsdag de Kamer in een brief laten weten.
Tweede onderwerp wat vanuit de actualiteit natuurlijk veel tijd gevraagd heeft vanochtend en waarover ook een besluit genomen moest worden, heeft te maken met de financiële crisis. Vanochtend is de ministerraad akkoord gegaan met een wetsvoorstel waarin de AFM ten overvloede de bevoegdheid krijgt om het zogeheten naked short selling te verbieden. Die wettelijke basis wordt met terugwerkende kracht tot afgelopen maandagochtend voor beurs aan de AFM gegeven. Dat wetsvoorstel gaat nu naar de Raad van State en we hopen dat de Raad van State in staat is tot een spoedprocedure waardoor we uiterlijk eind volgende week in staat zijn het wetsvoorstel ook naar de Tweede Kamer toe te zenden en daar snel in behandeling te nemen.
De situatie op de beurzen en in de internationale financiële markten blijft onverminderd onrustig. Dat bevestigt ons overigens ook wel in de gedachte dat het verstandig was om deze maatregel te nemen. We hebben ook indicaties vanuit de markt dat de maatregel effectief is, bijvoorbeeld ook dat partijen die door ons gevraagd zijn om geen aandelen uit te lenen dat ook inderdaad niet doen.
We volgen inderdaad nauwgezet de ontwikkelingen in de Verenigde Staten, waar de tijd langzamerhand begint op te raken tussen regering en congres om tot overeenstemming te komen over het 700 miljard reddingsplan van mijn collega Paulson. We hebben de afgelopen week gezien dat elke keer als er een verwachting bestond dat men er in Amerika uit zou komen, we eigenlijk twee dingen zagen. Ten eerste beurskoersen die omhoog gingen en ten tweede ook de olieprijs die omhoog ging. Waarschijnlijk gerelateerd aan verwachtingen in de markt dat het plan inderdaad effectief zou zijn om de Amerikaanse economie van een recessie te weerhouden en daarmee dus een positieve invloed op bijvoorbeeld de vraag naar energie zou hebben. Spiegelbeeldig hebben we ook gezien; een paar keer bestond afgelopen week de indruk dat men er in Amerika niet uitkwam omdat het onduidelijk was wat precies de implicaties van het reddingsplan zouden zijn en we zagen naar beneden schietende beurzen en een dalende olieprijs. Die volatiliteit zal, is onze indruk, nog wel enige tijd bij ons zijn en het is nu voor ons even afwachten wat er in Amerika precies gebeurt.
Ondertussen nemen ook wij natuurlijk kennis van de opinie van veel experts over de mate waarin we in Nederland ook geraakt zullen worden of al geraakt worden door wat zich in Amerika afspeelt. Ik denk dat het goed is om nog eens in herinnering te roepen dat in ramingen die het CPB ons meegegeven heeft voor de begrotingen van volgend jaar, is al een doorwerking van de internationaal financiële kredietcrisis en ook de hoogte van de olieprijs verondersteld. In december zal het CPB met een nieuwe raming komen.
We weten dat aan de huidige raming opwaartse en neerwaartse risico's kleven. Het is dus ook zeer wel mogelijk dat er weer aanpassingen plaatsvinden of dat nu gaat om de economische groei of om de koopkracht, maar het doet niets af aan onze overtuiging dat Nederland een goede uitgangspositie heeft om die klappen op te vangen en dat we een begroting en een Miljoenennota hebben ingediend die robuust is in het licht van de onzekere economische en financiële ontwikkelingen.
Dan de situatie in Nederland op de financiële markten. We zien hier ook een volatiele beurs, koersen die de enige dag omhoog gaan, de andere dag omlaag. Zoals u weet zijn de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten primair verantwoordelijk om toezicht te houden, om te zorgen dat er geen zaken plaatsvinden die niet mogen plaatsvinden, ook om de stabiliteit van het financiële systeem te bewaken. Ik word daar nauwgezet van op de hoogte gehouden en ben daar uitvoerig bij betrokken.
En ik denk dat het misschien goed is om toch nog eens een keer te herhalen dat de Nederlandse situatie echt een heel andere is dan de Amerikaanse situatie. De hypothecaire producten die in Amerika ten grondslag lagen aan de financiële crisis, die kennen we hier niet. Zakenbanken die het hart vormden van de meest recente golf van onrust in Amerika, kennen we niet in Nederland. En de manier waarop het toezicht geregeld is in Amerika, is echt heel anders, veel gefragmenteerder, veel schameler, veel meer op afstand dan de manier waarop het toezicht in Nederland georganiseerd is. En dat zijn evenzovele redenen om met veel vertrouwen te kijken naar de manier waarop onze toezichthouders op dit moment hun werk doen op de financiële markten.