Reactie juridisch onderzoek Vliegbasis Twenthe
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE
Ons kenmerk: Fin 2008-484
Geachte voorzitter,
U heeft mij verzocht een reactie te geven op het door de griffier aan mij toegezonden rapport van Houthoff Buruma inzake aanbesteding vliegveld Twente.
Het advies van Houthoff Buruma en het eerder aan mij uitgebrachte advies van de Landsadvocaat zijn materieel gelijkluidend wat betreft de conclusie dat het om B-diensten gaat waarop het Bass (Besluit aanbestedingen speciale sectoren) van toepassing is, alsmede dat sprake is van een grensoverschrijdend belang bij het plaatsen van een opdracht, dat noopt tot inachtneming van het transparantiebeginsel. Houthoff Buruma en de juridische adviseurs van Financiën zijn beiden van oordeel dat dit beginsel in elk geval meebrengt dat een passende mate van bekendmaking tot voorgenomen gunning dient plaats te vinden.
Houthoff Buruma doet nog twee suggesties aan de hand. De eerste suggestie is om de opdracht vorm te geven als een concessie. De Landsadvocaat heeft deze mogelijkheid ook overwogen. Echter dit is geen optie omdat het niet goed mogelijk is alle risico’s onder te brengen in een concessie om deze vervolgens te laten beheersen door een concessie houder. Het hiermee gemoeide tijdsbeslag zou groter zijn geweest dan het tijdsbeslag van de huidige procedure.
Een andere suggestie is om de procedure te versnellen naar 15 dagen na aankondiging van de aanbesteding door gebruik te maken van een vooraankondiging van de aanbesteding. Dit kan en mag alleen als tenminste 52 dagen voorafgaand aan de aankondiging van de aanbesteding een vooraankondiging zou zijn gepubliceerd met alle informatie noodzakelijk voor de aanbesteding. Deze informatie was nog niet eerder beschikbaar. Aan deze documenten wordt nu de laatste hand gelegd.
Toepassen van het advies van Houthoff Buruma naar vliegveld Twenthe zou op volgende neerkomen. In plaats van dat ik op korte termijn de aanbesteding zelf aankondig en deze doorloop conform de gebruikelijke termijnen, zou ik een vooraankondiging doen met alle noodzakelijke informatie om over 52 dagen een aankondiging te doen van een aanbesteding die dan 15 dagen zal duren. Er treedt dus geen tijdswinst op ten opzichte van het voorgenomen traject. Bovendien kent de nu voorgenomen procedure iets meer flexibiliteit om omissies gedurende de rit “recht te breien” in vergelijking met de procedure die Houthoff Buruma suggereert.
Tot slot ben ik zo vrij te constateren dat Houthoff Buruma voorbij gaat aan de staatsteunrisico’s. Mocht er een procedure komen over al dan niet verleende staatsteun, dan staat de Staat sterker als een en ander conform een Europese aanbesteding is verlopen. In dit verband wijs ik er nog op dat de de motie van het lid Koopmans expliciet heeft verzocht om te voldoen aan de eisen van staatsteun.
Hoogachtend,
de minister van Financien,
Wouter Bos