Snel besluiten voor mobiel en veilig Nederland
Onder het motto vlot bewegen, veilig leven bouwt het ministerie van Verkeer en Waterstaat komend jaar voort op het fundament dat afgelopen jaar is gelegd met Randstad Urgent, Anders betalen voor mobiliteit, de commissie Elverding (Sneller besluiten), 5 procent groei op het spoor en de Deltacommissie.
De Tweede Kamer ontvangt dit jaar uitgewerkte plannen voor snellere besluitvorming over infrastructuur en de visie op de Nederlandse luchtvaart. In de begroting is de 4,5 miljard euro voor het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer opgenomen. Verder neemt het ministerie concrete stappen in de ontwikkeling van de kilometerprijs en wordt het nationaal Waterplan gepresenteerd.
Bewegingsvrijheid van deur tot deur moet ook in de toekomst verzekerd zijn. Daartoe is het noodzakelijk om infrastructuur sneller aan te leggen. Minister Eurlings zal naast zijn spoedaanpak voor de korte termijn een lange termijn actieplan presenteren dat de opeenstapeling van complexe regelgeving stroomlijnt. Het streven is een halvering van de besluitvormingstijd. Voor de verkenning Ruit Rotterdam en de ring Utrecht wordt deze aanpak al toegepast. Verder hakt het kabinet komend jaar een knoop door over de A4 Delft-Schiedam/A13-A16. Projecten die opgeleverd worden zijn onder meer de A12 Veenendaal – Ede en de A28/A32 Lankhorst.
Minister Eurlings en staatssecretaris Huizinga presenteren dit jaar de MobiliteitsAanpak. Dit is een concrete investeringsagenda voor mobiliteit op de korte en lange termijn. Kernwaarden van deze Aanpak zijn een robuust vervoersysteem en keuzemogelijkheden voor reizigers. Betalen per gereisde kilometer met de auto geeft inzicht in die keuzemogelijkheden en is eerlijker en schoner. Komend jaar start de afbouw van de BPM en beginnen de eerste projecten die een gedragsverandering in mobiliteit bewerkstelligen. Investeringen in geavanceerde reisinformatie vergroot het inzicht in de alternatieven auto en openbaar vervoer verder. De reiziger is zo altijd geïnformeerd over de beste route en vervoersmiddel.
Voor een impuls in het OV is extra geld gereserveerd. De kabinetsambitie voor de korte termijn is een reizigersgroei van 5 procent in de trein per jaar. Daartoe wordt komend jaar 100 miljoen euro besteed aan onder meer extra treinen en het vergroten van het reisgemak door investeringen in de informatievoorziening en het fietsenstallingen op stations. Voor de langere termijn heeft de minister financiële dekking gevonden voor de 4,5 miljard euro voor het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer. Hierdoor wordt het mogelijk om op termijn in de Randstad en op de belangrijkste corridors spoorboekloos te rijden. Verder komt de spoorsector met een nieuwe dienstregeling voor 2010. Deze maakt meer treinen en een reistijdverbetering mogelijk. Spoorboekloos rijden is ook een ambitie voor het regionaal OV, waardoor dat nog meer een alternatief wordt naast de autoOmdat ook de OV-chipkaart bijdraagt aan het gebruiksgemak van het openbaar vervoer werken de betrokken partijen het komend jaar verder aan de introductie van de kaart.
Staatssecretaris Huizinga presenteert dit jaar het Nationaal Waterplan en in 2009 een nieuwe Deltawet waarin de uitdagingen van de klimaatverandering voor ons waterbeheer in de komende 100 jaar worden aangepakt. Het Waterplan en de wet zijn gebaseerd op het advies van de Deltacommissie. Voor de korte termijn is een aantal projecten in uitvoering, zoals Ruimte voor de Rivier, de Maaswerken en het Hoogwaterbeschermingsprogramma. In 2009 is voor de drie projecten 396 miljoen euro gereserveerd, voor de kabinetsperiode 1,7 miljard euro. Een van de grootste projecten is de renovatie van de Afsluitdijk. In 2009 is duidelijk hoe de renovatie vorm krijgt. Hierbij staat de combinatie van de waterkering met andere functies zoals energieopwekking of recreatie centraal.
Het ministerie presenteert komend jaar de visie op de Nederlandse luchtvaart. In deze visie wordt aangegeven hoe het kabinet Schiphol en de Nederlandse luchtvaart wil ontwikkelen om ze zo een belangrijke bijdrage aan de concurrentiepositie van Nederland te laten zijn. Bij de ontwikkeling van Schiphol wordt ook gekeken naar de mogelijkheden van regionale luchthavens zoals Lelystad en Eindhoven.