OCW: Miljoenen extra voor kunst en cultuur

De 50 miljoen euro die het kabinet extra investeert in cultuur gaat voor een belangrijk deel naar amateurkunst en cultuureducatie, onder meer naar het nieuwe programmafonds Cultuurparticipatie (budget in 2009: 16 miljoen euro, oplopend tot ruim 22 miljoen vanaf 2010). Ook wordt geïnvesteerd in ondernemerschap in de sector (per saldo 5 miljoen euro), architectuur en naar groene, archeologische en wederopbouwmonumenten (6 miljoen in 2009, oplopend naar 12 miljoen euro in 2012). Dat heeft minister Plasterk op Prinsjesdag bekend gemaakt.

Minister Plasterk investeert ruim tien miljoen extra in de 'basisinfrastructuur', zodat er in de periode 2009-2012 ruim 530 miljoen euro gaat naar 205 cultuurinstellingen en zeven fondsen die daartoe behoren. Instellingen buiten de Randstad krijgen het volledige extra budget dat de Raad voor Cultuur in haar eerste advies heeft bepleit. Andere culturele instellingen die volgens de Raad extra geld moeten krijgen, kunnen rekenen op 30% van de geadviseerde verhoging. Daarmee zorgt de minister voor een meer evenwichtige verdeling van subsidies tussen de Randstad en de regio. En hij geeft een extra impuls aan talentontwikkeling en vernieuwing van vele tientallen cultuurinstellingen, zowel in als buiten de Randstad.

Subsidies basisinfrastructuur

De cultuursubsidies worden voor het eerst verdeeld volgens een nieuw systeem; er wordt onderscheid gemaakt tussen de 'basisinfrastructuur' en de fondsen. De politiek heeft in dit nieuwe systeem minder bemoeienis met subsidiebesluiten en laat deze over aan deskundigen binnen de cultuursector zelf. De minister heeft geen bemoeienis met de besluiten van de fondsen. Plasterk gaat wel over de verdeling van de subsidies voor de basisinfrastructuur, alles bij elkaar ruim 530 miljoen euro; 150 miljoen euro gaat daarvan naar de fondsen (onder andere voor de podiumkunsten, film, beeldende kunst en literatuur).

Plasterk heeft zijn besluit mede gebaseerd op adviezen van de Raad voor Cultuur. Hij heeft ervoor gekozen om de prioriteiten uit het raadsadvies (15 mei jl.) voor verhoging van de uitgaven voor instellingen in de regio voor 100 procent en voor de Randstad voor 30 procent te volgen. De minister verhoogt de subsidiebijdrage voor de basisinfrastructuur jaarlijks met 10 miljoen extra ten opzichte van het huidige budget. Het extra geld komt voor een groot deel (3,1 miljoen euro) terecht in de regio’s Noord, Oost en Zuid; er gaat 4 miljoen euro extra naar de overige regio’s en de vier grote steden; 2,4 miljoen euro gaat naar de musea. 0,7 miljoen euro gaat naar de sectorinstituten, zoals het Theaterinstituut. Op deze manier krijgen alle instellingen, waarvan de Raad voor Cultuur had geadviseerd dat ze extra budget dienden te krijgen, ook extra budget.

Verdeling extra middelen enveloppe

Eerder werd al bekend dat dit kabinet 50 miljoen euro investeert in cultuur; de zogenaamde enveloppe. Daarvan gaat een belangrijk deel naar amateurkunst en cultuureducatie (het nieuwe programmafonds cultuurparticipatie ontvangt in 2009 bijna 16 miljoen euro, oplopend tot ruim 22 miljoen euro vanaf 2010). Eerder werd al bekend dat in het stimuleren van ondernemerschap in de cultuursector per saldo 5 miljoen euro wordt geïnvesteerd. Verder investeert de minister in een mooier Nederland: dat geld gaat vooral naar architectuur en naar groene, archeologische en wederopbouwmonumenten (in 2009 4 miljoen euro, oplopend naar 12 miljoen euro in 2012.

Gratis musea, cultuurkaart en Vermeerprijs

Kinderen tot en met twaalf jaar kunnen vanaf volgend jaar gratis naar het museum. Dat geldt voor alle musea in Nederland. Minister Plasterk stelt hier jaarlijks 5,4 miljoen euro voor beschikbaar.

Ruim 900.000 leerlingen uit het voortgezet onderwijs krijgen vanaf komend schooljaar een Cultuurkaart, die besteed kan worden aan culturele activiteiten. Iedere kaart heeft een waarde van 15 euro; hoe dat tegoed wordt uitgegeven, is aan de scholen. Met de invoering van de kaart is jaarlijks 15,5 miljoen euro gemoeid.

In 2009 wordt voor het eerst de Vermeerprijs uitgereikt. De prijs, die een hoogte heeft van 100.000 euro, is bestemd om talenten van internationale klasse te stimuleren de top te bereiken. Het geld kan gebruikt worden om te besteden aan internationale topopleidingen of bijzondere projecten.