Persconferentie na de ministerraad van 12 september 2008
Minister-president Balkenende heeft in de wekelijkse persconferentie een toelichting gegeven op de besluitvorming in de ministerraad.
Minister-president Balkenende
Goedemiddag, we hebben vandaag uiteraard stil gestaan bij wat zich vorige week zondag heeft afgespeeld in Uruzgan. De dood van soldaat eerste klasse Jos ten Brinke en een aantal gewonden van wie een ernstig. De minister van Defensie is daarop ingegaan. En we staan stil bij de familie, bij de nabestaanden, bij de vrienden van Jos ten Brinke en van de gewonde militair. Past ons om op dit moment respect uit te spreken voor het werk dat zij doen onder heel moeilijke omstandigheden. En ze doen dat om te werken aan een beter lot van de mensen daar. We wisten dat het een gevaarlijke missie zou worden. Maar het doet ons iedere keer verdriet om te horen als een van onze mensen omkomt of gewond raakt.
Komende dinsdag is het zover. Dan hebben we Prinsjesdag. Op die dag zal de regering de begroting bij de Kamer indienen. En vandaag zijn de stukken zoals u weet onder embargo aan de Kamer verstrekt ter voorbereiding van de APB die volgende week woensdag en donderdag gehouden worden en aan de media zodat u zich kunt richten op een goede berichtgeving en verslaglegging. Ik heb me de afgelopen weken beperkt tot de grove contouren van de besluitvorming in het kabinet. En voor de precieze uitwerking heb ik uiteraard verwezen naar Prinsjesdag. De regering is grondwettelijk gehouden aan het informeren van het parlement op de derde dinsdag in september. Dat heeft de minister van Financiën afgelopen week ook geschreven aan de Tweede Kamer. Daar kan dus geen misverstand over bestaan. We hebben de afgelopen maanden hard gewerkt aan de begroting voor het volgend jaar. En ik begrijp de aandrang van de media om vooruitlopend op Prinsjesdag de berichten over kabinetsmaatregelen. Maar we wachten op geëigende momenten om hiermee naar buiten te komen. En vanaf aanstaande dinsdag zijn we graag bereid ons beleid toe te lichten en te verdedigen. En dus wil ik er vandaag maar niet verder inhoudelijk op ingaan.
Vorige week heb ik u al aangekondigd dat wij nog voor Prinsjesdag het kabinetsstandpunt zouden innemen over het advies van de Deltacommissie, de commissie onder leiding van Cees Veerman. En de urgentie die in het rapport van de commissie naar voren komt wordt door ons gedeeld. Dat zeiden we trouwens ook al bij de presentatie van het rapport. Zoals u weet heeft de commissie onderzocht welke maatregelen nodig zijn om Nederland ook over 100 jaar veilig en aantrekkelijk te houden om te wonen, te werken, te investeren en te leven. Door de klimaatverandering krijgt Nederland te maken met een stijgende zeespiegel. Grotere hoeveelheden waterafvoer van de rivieren, een zoet watertekort, een dalende bodem en verzilting van de bodem. Het kabinet heeft waardering voor het advies en neemt de samenhangende visie en aanbevelingen als uitgangspunt voor verdere besluitvorming. Met een Deltawet die wij in 2009 willen indienen bij de Tweede Kamer denken wij een solide en goede basis te hebben om uitvoering te geven aan aanbevelingen van de commissie. Dat is wat ik vandaag wilde zeggen naar aanleiding van onze ministerraad.