Antwoorden op kamervragen van Voordewind over het verbeteren van de naleving van de leeftijdsgrenzen bij alcoholverstrekking

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP-K-U-2872898

12 september 2008

Antwoorden van minister Klink, mede namens minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin, op kamervragen van het Kamerlid Voordewind over het verbeteren van de naleving van de leeftijdsgrenzen bij alcoholverstrekking (2070827240).

Vraag 1
Bent u bekend met een nieuw systeem, ontwikkeld door de Hollandse Exploitatie Maatschappij in Breda, waarbij de wettelijk verplichte vaststelling van de leeftijd van jeugdige kopers bij de aankoop van alcoholhoudende drank in supermarkten met behulp van een camera op afstand geschiedt, met als doel de directe controle uit handen te nemen van de vaak jeugdige caissières?

Antwoord 1
Ja

Vraag 2
Is het u bekend of dit systeem de naleving van de controle op leeftijdsgrenzen door
alcoholverstrekkers aanzienlijk kan verbeteren, mede gelet op het feit dat uit diverse recente onderzoeken, die in opdracht van inmiddels ruim 25 gemeenten door de Stichting Alcoholpreventie en de Universiteit Twente zijn uitgevoerd, is gebleken dat het met de huidige naleving vaak slecht is gesteld?

Antwoord 2
Het is mij bekend dat het met de naleving van de leeftijdsgrenzen niet overal even goed is gesteld. Een en ander blijkt ook uit verschillende rapporten, zoals de monitor alcoholverstrekking jongeren 2005 van bureau Intraval. Ik kan me voorstellen dat met de introductie van bepaalde systemen de controle op leeftijdsgrenzen kan worden verbeterd. Of ook dit specifieke systeem de naleving van de controle op leeftijdsgrenzen kan verbeteren, kan ik nu geen uitspraken doen, aangezien dit systeem zich nog moet bewijzen in de praktijk.

Vraag 3
Is het u bekend dat een aantal ondernemers in de levensmiddelbranche overweegt om
dit systeem in te voeren, in het bijzonder een aantal ondernemers, dat is aangesloten bij de
supermarktorganisatie Schuitema NV (C-1000)? Wat is uw mening over dit initiatief?

Antwoord 3
Ja. Ik sta in principe positief ten opzichte van alle maatregelen en systemen waarmee de naleving van de leeftijdsgrenzen kan worden verbeterd.

Vraag 4
Bent u bekend met de initiatieven van de heer P., eigenaar van een C-1000 te Delft, die heeft besloten vanaf 14 april 2008 uitsluitend zwakalcoholhoudende dranken te verkopen aan klanten die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt? Wat vindt u van dit initiatief?

Antwoord 4
Ja, ik ken deze initiatieven. Het voornemen van deze ondernemer om alleen zwakalcoholhoudende drank te verkopen aan klanten die de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben, is niet in strijd met Drank- en Horecawet. In artikel 20, van de Drank- en Horecawet worden slechts minimumleeftijden gesteld voor het mogen verstrekken van zwak- alcoholhoudende en sterke drank. Indien een ondernemer besluit dat hij de verkoopleeftijd in zijn winkel wil verhogen, stuit dit niet op wettelijke bezwaren.
Overigens is het kabinet voornemens in de nieuwe Drank- en Horecawet in het kader van een experiment een aantal gemeenten de bevoegdheid te geven bij gemeentelijke verordening de leeftijdsgrens te verhogen van 16 naar 18 jaar.

Vraag 5
Wat vindt u van het feit dat de heer P. heeft besloten, zoals hij aan de media heeft medegedeeld, het onder vraag 1 genoemde camerasysteem aan te schaffen, teneinde de controle op de leeftijdsgrens van 18 jaar in zijn winkel te optimaliseren?

Antwoord 5
Zoals ik al bij vraag 3 heb aangegeven, sta ik in principe positief ten opzichte van de introductie van dergelijke systemen.

Vraag 6
Indien uit lopend onderzoek van de Universiteit van Twente naar de effectiviteit van dit camerasysteem blijkt dat dit systeem goed werkt, welke mogelijkheden ziet u dan om de ingebruikneming van dit systeem door ondernemers, zoals de heer P., die baanbrekende initiatieven nemen om een bijdrage te leveren aan het terugdringen van het alcoholgebruik
onder jongeren, te bevorderen?

Antwoord 6
Ik ben van mening dat de verantwoordelijkheid voor de controle van de voor de verkoop van alcoholhoudende dranken geldende leeftijdsgrenzen ligt bij de ondernemer die deze dranken verkoopt. De huidige ontwikkeling dat de ondernemer bepaalde systemen ontwikkelt, dan wel inzet, om de controle op de leeftijdsgrenzen te verbeteren juich ik toe in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ik zie echter geen rol weggelegd voor de landelijke overheid om dergelijke initiatieven te bevorderen. De ontwikkeling en de inzet van dergelijke systemen laat ik aan de markt.