Eerste gedetineerde met bijzondere voorwaarden op vrije voeten
Vandaag is de eerste gedetineerde op grond van de nieuwe Wet voorwaardelijke invrijheidstelling vrijgekomen. De wet, die per 1 juli 2008 van kracht is, maakt het mogelijk om voorwaarden te verbinden aan de vrijlating van gedetineerden, nadat ze tweederde van hun straf hebben uitgezeten. Voor de invoering van de wet kwamen gedetineerden ook na tweederde van hun straf vrij, maar konden geen voorwaarden aan de vrijlating worden gesteld.
De gedetineerde die vandaag onder voorwaarden is vrijgekomen is een man die was veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf wegens openlijke geweldpleging. Als algemene voorwaarde geldt dat hij gedurende een proeftijd van één jaar geen nieuwe strafbare feiten mag plegen. De bijzondere voorwaarden zijn dat hij een agressietraining moet volgen, als ook een traject voor toeleiding naar opleiding of regulier werk. Daarnaast heeft hij een meldingsplicht, waarbij hij zich de eerste twee maanden wekelijks voor een gesprek moet melden bij de reclasseringsmedewerker, die het toezicht op de naleving van de voorwaarden uitoefent. Tenslotte is aan de man een locatieverbod opgelegd voor de omgeving waar het delict heeft plaatsgevonden. De bijzondere voorwaarden gelden voor de duur van het strafrestant en worden vastgelegd door het Openbaar Ministerie in Arnhem. Bij overtreding van de algemene of bijzondere voorwaarden kan de rechter worden gevraagd de voorwaardelijke invrijheidstelling te herroepen, zodat de man alsnog de rest van zijn straf moet uitzitten.
De Wet voorwaardelijke invrijheidstelling zorgt ervoor dat veroordeelden na hun detentie langer in het vizier van Justitie blijven. Minister Hirsch Ballin (Justitie) verwacht dat de nieuwe regeling een bijdrage levert aan het verminderen van de recidive en daarmee aan het vergroten van de veiligheid in de samenleving.
De nieuwe wet is per 1 juli 2008 in werking getreden en geldt voor alle veroordelingen tot vrijheidsstraffen van meer dan één jaar. De wet voorziet in een overgangstermijn van vijf jaar. Dat betekent dat tot 1 juli 2013 de oude regeling van vervroegde invrijheidstelling van kracht blijft voor veroordelingen, die zijn uitgesproken voor de inwerkingtreding van de nieuwe regeling. Na 1 juli 2013 vallen ook die oude uitspraken onder de nieuwe regeling.