Eén op drie kinderen in problemen door scheiding
Geachte Dames en heren,
Hartelijk dank voor dit rapport ‘Nieuwe gezinnen’. Het komt op een goed moment, want ik ben nog bezig met de Gezinsnota die we in het najaar aan de Kamer presenteren.
Een centrale gedachte in onze samenleving is dat kinderen gezond en veilig moeten kunnen opgroeien. Zij moeten hun talenten kunnen ontwikkelen, plezier kunnen hebben en goed voorbereid worden op de toekomst.
De verantwoordelijkheid voor de opvoeding van kinderen ligt primair bij de ouders.
Het Nederlandse gezinsbeleid is er dan ook op gericht om het vermogen van gezinnen om te verzorgen en op te voeden te versterken.
Nou is er natuurlijk in ieder gezin op z’n tijd wel wat. Maar: gelukkig bezitten verreweg de meeste Nederlandse gezinnen de gave een liefdevolle omgeving te creëren, waar respect en saamhorigheid de boventoon voeren. Dat is van belang, want goed functionerende gezinnen zijn onmisbaar voor onze samenleving. Toch is de werkelijkheid ook dat er gezinnen zijn waar het geen pais en vree is. Waar het gezinsgeluk breekt als partners in conflict raken en kinderen de dupe worden. Naar die situaties, en zeker naar die kinderen, moet ons hart uitgaan.
Het aantal kinderen dat te maken krijgt met de scheiding of het verbreken van de relatie van hun ouders is fors: bijna 60.000 per jaar. SEP schetste het gisteren nog: “667 kinderen krijgen deze week te horen dat hun ouders gaan scheiden!” Daar schrik je van.
Van deze kinderen zal ongeveer 1 op de drie problemen ondervinden. Dat is twee keer zoveel als bij kinderen uit intacte gezinnen.
We praten dan over schooluitval of depressies op latere leeftijd. Over een veel grotere kans later zelf te scheiden of betrokkenheid bij criminaliteit.
Eerder heb ik cijfers onder ogen gehad waaruit bleek dat 50% van de kinderen in de Jeugdzorg uit een gebroken gezin komt, tegen 15% van alle kinderen!
Het rapport stelt dat problematische gevolgen voor kinderen vooral samenhangen met conflicten tussen ouders. Conflicten die aan scheiding vooraf kunnen gaan of zelfs voortduren na een breuk, omdat ex-partners er samen niet uitkomen. In de berichtgeving van vanmorgen werden de aan scheiding gerelateerde problemen bij kinderen gerelativeerd. Ik vraag me af of dit wel een goede interpretatie is van het voorliggende rapport.
Ik wil hier toch benadrukken dat de gevolgen van scheiding voor kinderen niet mogen worden onderschat. Ik wil ook afstand bewaren tot het beeld: ‘scheiden geen probleem, als je het maar goed doet.’ Dat zou de realiteit onvoldoende recht doen, zoals de onderzoekers zelf bevestigen.
Uit de hulpverleningspraktijk klinken toch regelmatig het geluid dat het vertrouwen van kinderen in zichzelf, in het leven een deuk oploopt.
Zoals ook uit de verschillende citaten uit het voorliggende rapport blijkt.
1. (van een bijna fulltime moeder van 4 kinderen): “Toen hij wist dat zijn vader weg was kwam hij eigenlijk in een neerdalende spiraal terecht. Hij werd gepest op school en hij toonde bepaald gedrag. Hij heeft zo weinig zelfvertrouwen. Ik zie het aan hem.”
2. Of een citaat van een andere ouder (weekend-ouder, vader, 2 kinderen): “Hij was vorig jaar de beste leerling van de klas. En nu sukkelt hij achteraan. Hij moet regelmatig nablijven omdat hij zijn werk niet af heeft. Hij kan zich moeilijk concentreren, dat merk ik thuis ook.”
Veel kinderen, wiens verhaal we niet zo vaak horen, raken in een innerlijk conflict als hun ouders uit elkaar gaan. Het gaat dan misschien niet altijd direct over ‘problemen krijgen’, maar we moeten de impact van ‘uit elkaar gaan’ zéker bij jonge kinderen niet onderschatten.
De dichter Willem Wilmink verwoordt in het volgende gedicht de tegenstrijdige gevoelens van zo’n kind.
‘Dat ik van mijn vader hou,
dat doet moeder soms verdriet
En dat ik van mijn moeder hou
dat weet mijn vader niet.
Zo draag ik mijn geheimen mee
en loop van hier naar daar.
Nog altijd hou ik van die twee,
die hielden van elkaar.
Dat fotoalbum van toen ze trouwden,
ze kijken elkaar zo vriendelijk aan.
Nog niets van de ruzies die komen zouden, nog niets van de dag dat hij weg zou gaan.
Dat was zo rot in het begin,
dat heeft geen kind verdiend.
Nu heef mijn vader een vriendin
en moeder heeft een vriend
en alles went wel op den duur,
dan doet het minder zeer.
Maar soms in een verloren uur,
pak ik dat album weer.
Dat fotoalbum van toen ze trouwden,
ze kijken elkaar zo vriendelijk aan.
Nog niets van de ruzies die komen zouden, nog niets van de dag dat hij weg zou gaan.’
Scheiding kán een uitkomst zijn, maar levert zelden echte winnaars op. Een gezin dat met conflicten weet om te gaan en een veilige thuishaven vormt blijft toch het beste voor een kind.
Ik signaleer dat de laatste jaren een verschuiving te zien hebben gegeven in het denken over scheiding: waar het accent in de wetgeving eerst lag op zo eenvoudig mogelijke scheidingsprocedures (bijvoorbeeld de flitsscheiding), is de nadruk verschoven naar meer zorgvuldigheid met name in situaties waarbij kinderen betrokken zijn. Het wetsvoorstel Voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding laat dit zien.
Het wetsvoorstel wil ouders stimuleren gezamenlijk afspraken te maken. Het spreekt duidelijk van ‘voortgezet ouderschap’. Deze gedachte vormt ook de achtergrond van de invoering van het verplichte ouderschapsplan bij een scheiding. Ouders stellen samen vast hoe ze omgaan met de zorg voor hun kinderen, ze geven aan hoe zij het financieel regelen en hoe zij elkaar informeren over de belangrijke zaken met betrekking tot hun kind.
Als ouders dit zelf kunnen, des te beter. Als ze daarbij ondersteuning nodig hebben, mediation in jargon, dan zijn daar ook mogelijkheden voor.
Ik wil op dit spoor verdergaan, en ook verdere stappen zetten in mijn gezinsnota. Welke precies, dat leest u bij het verschijnen daarvan. Een tipje van de sluier wil ik wel oplichten.
De meeste ouders willen niets liever dan een liefdevolle en veilige thuishaven voor hun kinderen creëren. Dat voelen ze als hun verantwoordelijkheid, en terecht! Als het dan tussen hen minder goed gaat, is dat ook een privézaak. Toch zou het mijns inziens wel goed zijn als er in onze samenleving gewoner werd gedaan over relatieproblemen, zodat daar openlijker over kan worden gesproken. Dat maakt het eenvoudiger voor ouders om met wat steun uit de omgeving te blijven knokken om hun gezin intact te houden. In mijn gezinsnota kom ik hierop terug. Ik zeg er vanzelfsprekend wel bij dat we moeten erkennen dat bij elkaar blijven uiteindelijk geen optie kan blijken te zijn. Dan is het van belang zorgvuldig te scheiden.
Als minister voor Jeugd en Gezin vind ik het belangrijk dat gezinnen gereedschap in handen kunnen krijgen om problemen voor kinderen te voorkomen. Zo wil ik dat ouders beter geïnformeerd zijn over de gevolgen van ouderlijke conflicten voor kinderen. Dat ze handreikingen krijgen om ernstige gevolgen van scheiding te voorkomen. Hierbij kan ook de omgeving van deze ouders worden betrokken en kunnen de Centra voor Jeugd en Gezin een rol spelen.
Terug naar uw rapport. Dit informeert mij specifiek op mogelijke scenario’s na scheiding. Als er nieuwe gezinssituaties ontstaan: eenoudergezinnen of stiefgezinnen en hoe ouders en kinderen dat ervaren. Ik ben erkentelijk voor dit onderzoek, want over nieuwe gezinnen was tot nu toe nog niet zo heel veel bekend.
Ik neem het dan ook ter harte en zal het betrekken bij de Gezinsnota.
Dames en heren, er wordt soms wat krampachtig gedaan in Nederland zodra de overheid zich uitspreekt over scheiding en gezinszaken. De cijfers die in uw onderzoek ook weer naar voren komen, geven aan dat de steun aan gezinnen in hun belangrijke taak van opvoeding en samenleving, noodzakelijk is. Maar wees ervan overtuigd dat dit kabinet de eigen verantwoordelijkheid en privésfeer van ouders en gezinnen respecteert, sterker nog: wil versterken.
Hartelijk dank voor uw aandacht en ik wens u een inspirerend debat toe. Ik ben benieuwd naar uw ervaringen.