SP-onderzoek 'Over de top'
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA/ABA- 2875545
3 september 2008
Op 4 september 2008 is er een Algemeen Overleg van 4 september over ‘de kabinetslijn inzake normering van topinkomens in de semi-publieke sector’. Die is geformuleerd in de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 juni 2008. Met het oog daarop heeft het Kamerlid Leijten verzocht om een reactie op het onderzoeksrapport van de SP van augustus 2008 naar de beloning van thuiszorgbestuurders: ‘Over de top’. Dat doe ik onderstaand.
Dankzij de transparantie die het kabinet voor de semi-publieke sector en voor de zorginstel-lingen in het bijzonder heeft geregeld (verantwoording van individuele inkomens van be-stuurders in de jaarverslagen die op internet worden gepubliceerd), kunnen de harde feiten boven tafel komen over de inkomens van bestuurders. Het SP-onderzoek draagt bij aan verdere transparantie.
Ik deel de zorgen over de hoge inkomens in de thuiszorg. Temeer daar in deze sectoren in bepaalde gevallen van medewerkers op de werkvloer wordt gevraagd salaris in te leveren vanwege bedrijfsomstandigheden. Vanwege mijn zorgen heb ik enkele organisaties gevraagd bij mij langs te komen om tekst en utleg te geven over de hoge salarissen. Ten aanzien van het SP-onderzoek kunnen desalniettemin enkele kanttekeningen worden geplaatst:
In de lijst van de SP tref ik tal van instellingen aan die weliswaar ook thuiszorg verle-nen, maar geen thuiszorginstelling pur sang zijn. Het zijn instellingen die meer vormen van zorg geven, ook intramurale, in verpleeg- en verzorgingshuizen (bijvoorbeeld Pieter van Foreest, de eerstgenoemde op de lijst).
VWS kijkt bij het maken van de analyse naar het brutosalaris. De SP heeft blijkbaar gekeken naar het brutosalaris plus alle werkgeverslasten voor pensioen en sociale ver-zekeringen en inclusief eventuele bonussen, ontslagvergoedingen en onkostenvergoe-dingen. Dat vertekent het beeld.
Soms is een jaarsalaris hoog omdat de betreffende bestuurder in zijn jaar van weg-gaan een jubileumgratificatie ontving en/of een opgebouwd verlofstuwmeer moest af-kopen. Soms krijgt iemand bij zijn aantreden een verhuiskostenvergoeding. Het is dus belangrijk om ook achter het gepubliceerde cijfer te kijken voor het krijgen van een juist beeld.
Let wel, ik wil met deze kantekeningen niet afdoen aan mijn eerdere constatering dat exorbi-tante hoogtes van beloning niet door de beugel kunnen.
De aanbeveling van de SP vind ik zeer vergaand: het intrekken van de toelating voor het verlenen van zorg. In een eerste reactie in de media heb ik vorige week dan ook gewezen op de mogelijke nadelige effecten van een dergelijke sanctie voor de cliënten en het personeel. Die komen op straat te staan zonder zorg en zonder salaris wanneer de erkenning van de instelling vervalt, omdat de bestuurder een te hoog salaris heeft. In de Wet Normering, die in de brief van 27 juni 2008 is aangekondigd, zal het kabinet een eigen sanctie- aanpak uit-werken.
In eerder gegeven antwoorden op vragen van mevrouw Leijten ben ik al ingegaan op de specifieke situaties van Amsterdam Thuiszorg, Zorgbalans, Cordaan en Evean, vier instellin-gen die ook in het SP-onderzoek zijn genoemd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker