Toespraak minister Ter Horst bij ontvangst duurzame koffertje

Dames en heren,

Ik hoorde dat u een promotiefilmpje heeft gemaakt voor deze Duurzame Dinsdag waarop u beweert dat de ontvanger van dit koffertje veel reden heeft om te lachen. Er zitten zoveel goede ideeën in vanuit alle geledingen van de samenleving dat je humeur niet meer kapot kan. Aangezien dit koffertje voor het hele kabinet is bedoeld, is dat goed nieuws voor alle ministers. Als u binnenkort een daverende lachsalvo hoort in de Trêveszaal, dan weet u dat op dat moment uw koffertje is opengegaan.

Er zijn verschillende redenen om hier vrolijk over te zijn.
Ten eerste is het een goede ontwikkeling als er zoveel mensen uit de hele samenleving met ideeën en initiatieven komen. Het thema leeft volop. Tien jaar geleden begon uw jury met tien ideeën; nu zijn het er meer dan 180. De koffer wordt steeds voller.
Dat is niet alleen het Al Gore-effect; dat geeft ook aan dat veel mensen vinden dat de overheid niet alleen verantwoordelijk is voor het milieu. En zo is het ook.

Een tweede reden voor vrolijkheid is dat er altijd gouden ideeën tussen kunnen zitten.

Ik moest in dit verband denken aan het Ollie B. Bommelverhaal De Bovenbazen van Marten Toonder. In dat verhaal uit nota bene 1968 komt de zogeheten “futvoeder” voor. Een apparaatje dat eeuwig draait op basis van niets. Energie uit niets: dat maakt de bovenbazen radeloos omdat het olie- gas- en steenkolenwinning in één klap overbodig maakt. Toen de bovenbazen van de futvoeder hoorden, riepen ze uit: “Het deugt niet. Het is tegen de orde der dingen.”
Ze zetten alles op alles om de futvoeder voor altijd in een kluis te krijgen, naast de eeuwig brandende gloeilamp.

Wie weet, zit er tussen de ingediende ideeën een soort futvoeder.
Het idee om de Haagse bussen te laten rijden op biogas dat gemaakt is van groente- fruit- en tuinafval, klinkt veelbelovend.
Ook het initiatief om mensen groener te laten internetten klinkt uiterst zinvol. Heel slim vind ik dat er bij de ideeën al samenwerkingsverbanden zijn ontstaan tussen bedrijven en overheden. Verder maken sommigen namen van ingestuurde projecten erg nieuwsgierig. Wat te denken van: ‘water zoekt vrouw’.

Het verleden wijst uit dat er daadwerkelijk goede ideeën tussen kunnen zitten. Ideeën die in eerste instantie misschien komisch leken, zijn daadwerkelijk in praktijk gebracht, zoals de ‘inklapbare zeecontainers’ en het project ‘band op spanning’.

Met andere woorden: zo’n koffertje vol met initiatieven uit de samenleving geeft extra impulsen en extra energie om concrete stappen voorwaarts te zetten naar een duurzamere samenleving.

Op dat gebied is nog genoeg te doen. Samen met de minister van VROM draag ik mijn steentje bij door ervoor te zorgen dat de rijksoverheid tot de koplopers in moderne bedrijfsvoering en inkoop behoort. We kunnen de markt voor duurzame producten een flinke impuls geven.

Het Rijk is een grote speler op de markt. We hebben ruim 100.000 mensen in dienst, we bezitten 10.000 auto’s en we gebruiken bijna 4 miljoen vierkante meters aan vloeroppervlak voor kantoren. Ieder jaar kopen we voor zo’n 10 miljard in. Dat brengt een verantwoordelijkheid met zich mee om dit duurzaam te doen.

Dit gaan we rijksbreed oppakken. Op mijn ministerie staat een gloednieuw directoraat in de startblokken – het DG Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk.
Kennis en kunde op het gebied van bedrijfsvoering worden hier gebundeld zodat we als één krachtige speler kunnen optreden in plaats van dertien verschillende.
We willen beter profiteren van elkaars goede voorbeelden. Wat bij het ene ministerie werkt, kan ook bij andere ministeries werken.

Ons streven is dat de rijksoverheid in 2010 alles duurzaam inkoopt.
Daarvoor zijn wel eensluidende criteria nodig.

Die criteria hebben zowel te maken met milieuaspecten als sociale aspecten, zoals kinderarbeid. Voor 80 productgroepen – en dan moet u denken aan bedrijfskleding, computers, kantoorartikelen, bouwwerken, catering – worden op dit moment criteria voor duurzaamheid ontwikkeld. Voor 20 productgroepen is dit al zover. Zaken als kantoorartikelen, elektriciteit, dienstauto’s en drukwerk worden al duurzaam ingekocht.
De criteria voor de andere productgroepen zijn begin 2009 gereed. Het bedrijfsleven heeft zo de tijd zich voor te bereiden op een definitieve overstap naar duurzame producten in 2010.

Daarnaast voeren we een energiebesparingsprogramma in voor de rijksgebouwen dat ieder jaar 2% energiebesparing oplevert. In 2020 moet energieverbruik met een kwart zijn gedaald.

De ambitie is duidelijk: het rijk moet voorloper zijn in duurzame inkoop. Ook uw ideeën zijn welkom. Met nadruk zeg ik: we behoren niet tot de Bovenbazen die zich vastklampen aan de orde der dingen. Integendeel. Het ultieme doel is juist om de spreekwoordelijke futvoeder te vinden. En allemaal kunnen we daaraan onze bijdrage leveren, hoe klein ook.

Tot slot. Ik vind het bemoedigend dat het concept van Duurzame Dinsdag ook wordt overgenomen door een aantalprovincies, zoals Limburg en Zuid-Holland. Hoe meer ingangen er binnen de overheid zijn voor goede initiatieven, hoe beter.
En het laatste nieuws is dat ook de politie een Duurzame Dinsdag gaat organiseren in december 2009. Goed dat de politie ook op deze manier laat zien dat ze midden in de samenleving staat.

Ik dank u hartelijk voor dit vrolijk makende koffertje.
Ik begrijp dat u zelf de ideeën verspreidt onder de bijpassende ministeries, en ik zal mijn collega’s daar dan ook op wijzen.

Ik dank iedereen die een bijdrage heeft geleverd, en ik roep iedereen op: blijf nadenken!