Nieuwe wet van kracht ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
De nieuwe 'witwaswet' voorziet onder andere in de uitbreiding van het cliëntenonderzoek, afschaffing van het 'kopietje paspoort' voor financiële instellingen en de invoering van een risicogeoriënteerde benadering.
Vanaf vandaag is de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) van kracht. Met de WWFT wordt de Europese derde witwasrichtlijn in nationale wetgeving verwerkt en worden de Wet identificatie bij dienstverlening (WID) en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT) samengevoegd. Hierdoor wordt het voor instellingen die te maken hebben met de anti-witwaswetgeving gemakkelijker om inzicht te krijgen in de verplichtingen waaraan zij moeten voldoen.
Instellingen moesten onder de oude wetgeving telkens twee wetten raadplegen. Met de invoering van de WWFT zijn alle verplichtingen nu te vinden in één wet. Een ander voordeel voor de instellingen is de invoering van de risicogeorië nteerde benadering. Dit houdt in dat instellingen meer vrijheid krijgen met betrekking tot het nemen van maatregelen. Welke maatregelen moeten worden genomen, hangt namelijk af van het risico dat een bepaald type cliënt, relatie, product of transactie met zich meebrengt. De instelling maakt deze risico-inschatting zelf.
Een belangrijke wijziging in de WWFT is de uitbreiding van het clië ntenonderzoek. Een nieuw element van het clië ntenonderzoek is de verplichting ten aanzien van het identificeren en verifië ren van de identiteit van de uiteindelijk belanghebbende (ook wel " ultimate beneficial owner" of " UBO" genoemd). Met het oog op de bestrijding van vastgoedfraude is dit een belangrijke verbetering. De notaris zal, bijvoorbeeld bij het passeren van een akte, moeten weten wie de UBO van zijn cliënt is. Een crimineel kan zich hierdoor niet meer verschuilen achter een rechtspersoon omdat de notaris moet weten wie er achter de rechtspersoon feitelijk aan de touwtjes trekt. Ook voor de opsporing is dit een belangrijke vooruitgang: het bekend zijn van de identiteit van de uiteindelijk belanghebbende bespoedigt een eventueel strafrechtelijk onderzoek.
Daarnaast wordt bij de invoering van de WWFT de fiscale verplichting voor financiële instellingen om een kopie te bewaren van het identificatiedocument (het zogenoemde "kopietje paspoort") geschrapt. De WWFT eist slechts dat de gegevens van het document moeten worden vastgelegd en stelt dus niet de voorwaarde dat een afschrift van het document moet worden bewaard. Door de afschaffing van het "kopietje paspoort" voor financiële instellingen worden twee van elkaar verschillende identificatieregimes gelijk getrokken.
Vanaf vandaag is de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) van kracht. Met de WWFT wordt de Europese derde witwasrichtlijn in nationale wetgeving verwerkt en worden de Wet identificatie bij dienstverlening (WID) en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT) samengevoegd. Hierdoor wordt het voor instellingen die te maken hebben met de anti-witwaswetgeving gemakkelijker om inzicht te krijgen in de verplichtingen waaraan zij moeten voldoen.
Instellingen moesten onder de oude wetgeving telkens twee wetten raadplegen. Met de invoering van de WWFT zijn alle verplichtingen nu te vinden in één wet. Een ander voordeel voor de instellingen is de invoering van de risicogeorië nteerde benadering. Dit houdt in dat instellingen meer vrijheid krijgen met betrekking tot het nemen van maatregelen. Welke maatregelen moeten worden genomen, hangt namelijk af van het risico dat een bepaald type cliënt, relatie, product of transactie met zich meebrengt. De instelling maakt deze risico-inschatting zelf.
Een belangrijke wijziging in de WWFT is de uitbreiding van het clië ntenonderzoek. Een nieuw element van het clië ntenonderzoek is de verplichting ten aanzien van het identificeren en verifië ren van de identiteit van de uiteindelijk belanghebbende (ook wel " ultimate beneficial owner" of " UBO" genoemd). Met het oog op de bestrijding van vastgoedfraude is dit een belangrijke verbetering. De notaris zal, bijvoorbeeld bij het passeren van een akte, moeten weten wie de UBO van zijn cliënt is. Een crimineel kan zich hierdoor niet meer verschuilen achter een rechtspersoon omdat de notaris moet weten wie er achter de rechtspersoon feitelijk aan de touwtjes trekt. Ook voor de opsporing is dit een belangrijke vooruitgang: het bekend zijn van de identiteit van de uiteindelijk belanghebbende bespoedigt een eventueel strafrechtelijk onderzoek.
Daarnaast wordt bij de invoering van de WWFT de fiscale verplichting voor financiële instellingen om een kopie te bewaren van het identificatiedocument (het zogenoemde "kopietje paspoort") geschrapt. De WWFT eist slechts dat de gegevens van het document moeten worden vastgelegd en stelt dus niet de voorwaarde dat een afschrift van het document moet worden bewaard. Door de afschaffing van het "kopietje paspoort" voor financiële instellingen worden twee van elkaar verschillende identificatieregimes gelijk getrokken.