Antwoord op Kamervragen over deelname kabinetsleden en militairen aan Gay Pride
De minister-president heeft vragen beantwoord van Tweede Kamerlid Van Miltenburg (VVD) over de tegenstijdige houding binnen het kabinet ten aanzien van homo-emancipatie
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Miltenburg (VVD) over de tegenstrijdige houding binnen het kabinet ten aanzien van homo-emancipatie.
Deze vragen werden mij toegezonden op 6 augustus 2008, nr. 2070826930.
Minister van Algemene Zaken,
mr.dr. J.P. Balkenende
Antwoorden van de minister-president op vragen van het lid Van Miltenburg (VVD) over de tegenstrijdige houding binnen het kabinet ten aanzien van homo-emancipatie, ingezonden 6 augustus 2008, nr. 2070826930 .
1. Bent u bekend met de berichten: "Gay Pride: minister ergert zich aan PvdA" 1) en "Leger mocht niet in uniform op de boot"?2)
Ja.
2. Was de deelname van ministers en staatssecretarissen aan de Gay Pride het gevolg van een kabinetsbesluit? Op welke wijze zijn de leden van het kabinet door de minister Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uitgenodigd voor deelname aan de Gay Pride? Wat was de reden dat niet het volledige kabinet, (waaronder uzelf) gehoor heeft gegeven aan de uitnodiging?
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft als portefeuillehouder homo-emancipatie van het kabinet deelgenomen. Leden van het kabinet zijn schriftelijk of mondeling uitgenodigd. De redenen van individuele bewindspersonen al dan niet op een dergelijke uitnodiging in te gaan zijn geen onderwerp van regeringsbeleid.
3. Deelt u de mening dat de deelname van politici en ambtenaren aan de Gay Pride een statement is dat kan bijdragen aan de maatschappelijke acceptatie van homo's? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?
In de kabinetsnota "Gewoon homo zijn" heeft het kabinet te kennen gegeven 'het belang van homo-emancipatie ook zelf actief en zichtbaar te willen uitdragen'. De minister van OCW heeft hieraan invulling willen geven door deel te nemen aan onder meer de Roze Zaterdag in Tiel en de Gay Pride 2008.
4. Wat vindt u ervan dat de staatssecretaris van Defensie militairen heeft verboden in uniform deel te nemen aan de Gay Pride omdat dit vanwege de uitbundigheid van de parade de waardigheid van het uniform zou aantasten? Kunt u uiteenzetten conform welke richtlijnen dit besluit genomen is? Geldt dit besluit ook voor andere uniformen, gezien de deelname van de politie aan de Gay Pride?
De staatssecretaris van Defensie heeft de voorzitter van de Stichting Homosexualiteit en Krijgsmacht te kennen gegeven dat hij een deelname van militairen in uniform aan de Gay Pride 2008 niet gepast en daarom onwenselijk vond. Defensie was van mening dat de extravagante sfeer en uitstraling van het evenement niet passen bij het beeld van de professionele militair in uniform. Dit betrof militairen en geen ander geüniformeerd personeel.
5. Waarom nam de vorige staatssecretaris van Defensie vorig jaar samen met vele militairen wel zelf deel aan Roze Maandag in Bergen op Zoom, en was het ministerie van Defensie wel vertegenwoordigd bij het uitbundige zomercarnaval in Rotterdam? Tastte dit niet de waardigheid van het uniform aan, of is er sinds de Gay Pride sprake van een beleidswijziging?
Het ministerie van Defensie beoordeelt per gelegenheid of deelname van militairen in uniform aan een evenement gepast is. Het ministerie van Defensie heeft niet deelgenomen aan het zomercarnaval 2008 in Rotterdam, maar was wel aanwezig met een wervingskraam.
6. Bent u het eens met de opvatting dat het verbod voor militairen om in uniform mee te varen een gemiste kans is om een statement te kunnen maken voor de broodnodige acceptatie van homoseksualiteit binnen het leger? Zo ja, kunt u toezeggen dat militairen volgend jaar in uniform mee mogen varen tijdens de Gay Pride? Zo neen, waarom niet?
Het ministerie van Defensie streeft naar volledige acceptatie van homoseksuelen binnen de organisatie en zet zich hiervoor ook actief in. De stichting Homosexualiteit en Krijgsmacht (sHK) was onder andere zichtbaar in uniform aanwezig tijdens de presentatie van het Company Pride Platform op de vrijdag voorafgaand aan de Canal Parade 2008. Defensie doet geen toezegging over deelname aan de Gay Pride volgend jaar.
7. Bent u het met de minister van Defensie eens dat de emancipatie van homo's in Nederland momenteel voltooid is? Zo ja, waarop is deze constatering gebaseerd? Zo neen, kunt u toezeggen de minister van Defensie op deze uitspraak te zullen aanspreken?
8. Bent u het eens met de opvatting dat het kabinet geen helder signaal afgeeft ten aanzien van homo-emancipatie, nu sommige leden van het kabinet pal voor homo-emancipatie staan, terwijl andere bewindspersonen in de berichtgeving of via hun beleid het belang van homo-emancipatie ontkennen en/of ondermijnen?
9. Kunt u toezeggen alle bewindspersonen te zullen aanspreken op hun verantwoordelijkheid op eenduidige wijze in woord en daad het coalitieakkoord uit te dragen, waarin staat dat het kabinet zich inzet voor het bevorderen van de acceptatie van homoseksualiteit? Zo neen, waarom niet?
Het belang van homo-emancipatie staat in het kabinet niet ter discussie. Het kabinet streeft naar bescherming van de veiligheid en gelijke rechten van homoseksuele burgers. In het Coalitieakkoord heeft het kabinet te kennen gegeven samen met betrokken organisaties te zullen werken aan gerichte maatregelen tegen discriminatie van homo's en geweld tegen homo's, zowel op straat als in de sport, het onderwijs, de (ouderen)zorg en bedrijven. In de kabinetsnota "Gewoon homo zijn" heeft het kabinet benadrukt dat er weliswaar veel is bereikt, maar dat blijvende aandacht nodig is. In diezelfde nota heeft het kabinet zijn voornemens op het gebied van homo-emancipatie kenbaar gemaakt. Daaraan heeft het ministerie van Defensie met een eigen hoofdstuk een herkenbare bijdrage geleverd.
1) http://www.ad.nl/binnenland/2498985/Gay_Pride_Minister_ergert_zich_aan_PvdA.html
2) http://www.parool.nl/parool/nl/5/Politiek/article/detail/25845/2008/08/04/Leger-mocht-niet-in-uniform-op-boot.dhtml
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Van der Ham (D66), ingezonden 5 augustus (vraagnummer 2070826830).