Weg vrij voor verdoofd castreren van biggen
Vandaag verschijnt in de Staatscourant een regeling voor het verdoofd castreren van biggen. Niets staat nu nog in de weg om biggen vóór het castreren te verdoven. Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft een uitzondering op de regels gemaakt en komt hiermee tegemoet aan de maatschappelijke wens om te stoppen met het onverdoofd castreren van varkens.
Op 1 januari 2015 moet het helemaal gedaan zijn met het castreren van biggen. Dat streven hebben verschillende partijen in november 2007 afgesproken in de zogeheten 'Verklaring van Noordwijk'. Het gaat om LTO Nederland, de Nederlandse Vakbond Varkenshouders, de Centrale Organisatie voor de Vleessector en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel. Deze ambitie wordt ondersteund door het ministerie van LNV en De Dierenbescherming. Vooruitlopend op de afspraak verkopen Nederlandse supermarkten alleen vers varkensvlees van verdoofd gecastreerde biggen. Vlees van niet gecastreerde biggen kan gaan stinken als het gebakken wordt.
Het diergeneesmiddel kan zonder tussenkomst van een dierenarts worden gebruikt en varkenshouders die een cursus hebben gevolgd mogen zelf de gasverdoving toepassen. Die cursus is voorbereid in samenwerking met LTO, NVV en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD). De varkenshouder moet eventuele bijwerkingen melden bij het Agentschap College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Zo komt er meer zicht op mogelijke onvoorziene bijwerkingen. Dat is van belang omdat er nog geen uitgebreide ervaring is opgedaan met gasverdoofd castreren.
De regeling vervalt op 1 januari 2015. De partijen gaan ervan uit dat tegen die tijd de technologie zo ver is dat castratie niet langer nodig is. Vermoedelijk zal er tegen die tijd ook een Europese aanpak zijn, mede op basis van de Nederlandse ervaringen met deze regeling.