Antwoorden op kamervragen van Bouchibti, Agema, Dibi en Azough over de problemen bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

JZ/GJ-2865340

27 augustus 2008

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Bouchibti (PvdA), Agema (PVV) en Dibi en Azough (beide Groen Links) over de problemen bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam (2070824690, 2070825810, 2070825820).

De Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet

2070824690 Antwoorden op kamervragen van Vragen van het lid Bouchibti (PvdA) aan de minister voor Jeugd en Gezin over de problemen bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam.

1. Hebt u kennisgenomen van het BJ@@ Bulletin 1) waarmee Bureau Jeugdzorg Amsterdam haar medewerkers informeert over de “turbulente tijden”?

Ja

2. Klopt de stelling dat de feitelijke instroom van cliënten in Amsterdam in het eerste kwartaal nauwelijks gegroeid is terwijl er door Bureau Jeugdzorg Amsterdam wel een snellere groei werd verwacht? Met hoeveel procent viel de groei in Amsterdam lager uit dan verwacht?

3. Klopt het dat ook andere Bureaus Jeugdzorg de groei van de vraag naar jeugdzorg verkeerd hebben ingeschat? Zo ja, wat zijn hiervan de gevolgen?

Antwoord op 2 en 3:
De Stadsregio Amsterdam heeft mij geïnformeerd dat de instroom van cliënten is achtergebleven bij de verwachte instroom. De aanvankelijke inschatting was mede gebaseerd op de groei in de jeugdzorg in de eerste drie kwartalen van 2007.
De instroom in de Stadsregio Amsterdam is op alle onderdelen van Bureau Jeugdzorg Amsterdam (de vrijwillige jeugdzorg, de jeugdbescherming en het AMK) lager dan verwacht. Van de andere Bureaus Jeugdzorg hebben mij geen signalen bereikt.

4. Is er alleen bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam sprake van een vacaturestop of hebben ook andere bureaus jeugdzorg een vacaturestop afgekondigd?

Bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam is geen sprake van een vacaturestop, maar de actieve werving van extra personeel is tijdelijk stopgezet. Doordat Bureau Jeugdzorg personeel heeft geworven op basis van de verwachte instroom en de daadwerkelijke instroom lager bleek, is op alle functiesoorten een personeelsoverschot ontstaan. Daarom is besloten in eerste instantie via interne werving vacatures te vervullen. Vacaturestops bij andere bureaus jeugdzorg zijn mij niet bekend.

5. Welke gevolgen heeft het oplopen van de werklast van de medewerkers in de loop van 2008 voor de caseload van een gezinsvoogd?

6. Op welke wijze wordt er voorkomen dat kinderen uit beeld verdwijnen, omdat de werklast per werknemer flink toeneemt? Deelt u de mening dat ook Bureau Jeugdzorg Amsterdam de in het Deltaplan afgesproken caseload van 15 moet halen? Zo ja, op welke wijze gaat u stimuleren dat ook Bureau Jeugdzorg Amsterdam aan het einde van dit jaar aan deze norm voldoet?

Antwoord op 5 en 6:
De Stadsregio Amsterdam heeft aangegeven dat de in het convenant “verlaging caseload gezinsvoogdij” afgesproken verlaging van de caseload van gemiddeld 1 op 17.5 begin 2008 naar gemiddeld 1 op 15 eind 2008 gehaald zal worden. Ik zal, zoals ik op dit moment ook al doe, de voortgang in het verlagen van de caseload bij de Bureaus Jeugdzorg in 2008 volgen.

7. Op welke wijze wordt gegarandeerd dat het dagelijkse werk gewoon doorgaat, zonder dat de veiligheid van kinderen in gevaar komt, nu het intern vervullen van vacatures door Bureau Jeugdzorg Amsterdam zelf “inhoudelijk lastig”genoemd wordt? Welke rol ziet u hierbij voor u zelf?

Ik heb een gesprek gevoerd met de Stadsregio Amsterdam, waarin ik de Stadsregio nadrukkelijk heb gewezen op zijn verantwoordelijkheid. In het gesprek heb ik met de Stadsregio afspraken gemaakt over het beheer van het Bureau Jeugdzorg, waaronder ook de organisatie van het bureau. De Stadsregio Amsterdam heeft mij inmiddels laten weten dat de gemeentelijke accountantsdienst ACAM een onderzoek doet bij het Bureau Jeugdzorg. De resultaten van dit onderzoek komen in september 2008 beschikbaar. Zie verder mijn antwoord op vraag 3 en 4 van het Kamerlid Agema (PVV).

8. Klopt het dat er in de Amsterdamse situatie 200 kinderen wachten op zorg door jeugdbescherming, ondanks dat er meer personeel en er tijdelijk teveel personeel is? Bent u bekend met de oorzaak hiervan? Zo ja, ziet u dit ook als een probleem van de instelling, of bent u van mening dat dit probleem verder reikt en ziet u ook een rol voor u zelf? Kunt u uw antwoord toelichten?

Het klopt dat ten tijde van de publicatie van het BJ@@ bulletin 200 kinderen in de jeugdbescherming op een interne wachtlijst stonden. Deze wachtlijst was ontstaan bij drie van de tien teams jeugdbescherming door een combinatie van relatief veel nieuwe gezinsvoogdijwerkers (die nog geen volledige caseload hebben) en een toename van het aantal zaken door de invoering van de versnelde doorlooptijden in de jeugdbescherming. Deze wachtlijst is in juli opgelost door de 200 cases te verdelen over de overige zeven teams jeugdbescherming.

Daarnaast zal de Inspectie Jeugdzorg op verzoek van de Stadsregio een quick scan risico-analyse uitvoeren naar de veiligheid van de kinderen in de jeugdbescherming in relatie tot de inzetbaarheid van de gezinsvoogdijmedewerkers. De rapportage volgt medio oktober.

2070825810 Vragen van het lid Agema (PVV) aan de minister voor Jeugd en Gezin over aanhoudende problemen bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam.

1. Bent u bekend met het bericht “Jeugdzorg Amsterdam in diepe crisis”? 1)

Ja

2. Klopt het dat de ondernemingsraad het vertrouwen in de directie van Bureau Jeugdzorg Amsterdam heeft opgezegd? Wat is uw reactie hierop?

De ondernemingsraad heeft het vertrouwen in de directie van Bureau Jeugdzorg opgezegd. De Raad van Toezicht en de directeur zijn gezamenlijk tot het inzicht gekomen dat het vertrek van de directeur voor alle betrokkenen de beste oplossing is. Zie verder mijn antwoord op vraag 3 en 4.

3. Wat is uw reactie op het feit dat de problemen bij Jeugdzorg Amsterdam zich maar blijven opstapelen?

4. Welke maatregelen staan u ter beschikking en welke heeft u tot dusver ingezet om bij dit soort aanhoudend mismanagement in te grijpen?

Antwoord op 3 en 4
Het bestuur van de Stadsregio heeft mij onlangs laten weten een schriftelijke aanwijzing te geven aan Bureau Jeugdzorg Amsterdam. Deze aanwijzing betreft de minimaal te realiseren prestaties op het gebied in de bedrijfsvoering en de veiligheid van de aan Bureau Jeugdzorg toevertrouwde kinderen. Het bestuur van de Stadsregio houdt verder de vinger aan de pols door zich regelmatig te laten informeren over de voortgang.

In het uiterste geval kan ik de Stadsregio een bestuurlijke aanwijzing geven. Aangezien de Stadsregio zelf zijn verantwoordelijkheid richting Bureau Jeugdzorg heeft genomen, ligt toepassing van deze maatregel thans niet in de rede.

1) de Volkskrant, ‘Jeugdzorg Amsterdam in diepe crisis’, 17 juli 2008

Toelichting:

deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Bouchibti (PvdA), ingezonden 7 juli 2008 (vraagnummer 2070824690)

2070825820 Vragen van de leden Dibi en Azough (beiden GroenLinks) aan de minister voor Jeugd en Gezin over de crisis bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam.

1. Vindt u het ook een zorgelijke ontwikkeling dat de werknemers bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam geen vertrouwen meer hebben in het functioneren van de directie? 1)

De ondernemingsraad heeft het vertrouwen in de directie van Bureau Jeugdzorg opgezegd. De Raad van Toezicht en de directeur zijn gezamenlijk tot het inzicht gekomen dat het vertrek van de directeur voor alle betrokkenen de beste oplossing is. Zie verder mijn antwoord op vraag 3 en 4 van het Kamerlid Agema (PVV).

2. Kunt u inzichtelijk maken of en zo ja, bij hoeveel Bureaus Jeugdzorg in Nederland zich vergelijkbare situaties voordoen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen als blijkt dat dergelijke situaties zich ook bij andere Bureaus Jeugdzorg afspelen?

Er is mij niet bekend dat vergelijkbare situaties zich voordoen bij andere Bureaus Jeugdzorg in Nederland. Als blijkt dat sprake is van taakverwaarlozing op het niveau van de stadsregio of provincie zal ik die daarop aanspreken, net zoals ik bij Amsterdam heb gedaan.

3. Kunt u zich vinden in het ongenoegen van de werknemers bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam over de aangekondigde vacaturestop, terwijl de werkdruk als veel te hoog wordt ervaren?

Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u van plan structurele middelen in te zetten om de problemen op te lossen?

Door het werk intern anders te verdelen is een oplossing gekomen voor de als te hoog ervaren werkdruk. In 2008 zijn overigens extra middelen beschikbaar gekomen, ook voor de jeugdbescherming.

1) de Volkskrant, 17 juli 2008

Toelichting:

deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Bouchibti (PvdA), ingezonden 7 juli 2008 (vraagnummer 2070824690) en van het lid Agema (PVV), ingezonden 22 juli 2008 (vraagnummer 2070825810)