Antwoorden op kamervragen van Van Velzen over VWA-handhaving geïmporteerde onveilige elektronische huishoudelijke producten
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP 2872036
22 augustus 2008
Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Van Velzen (SP) over VWA-handhaving geïmporteerde onveilige elektronische huishoudelijke producten (2070825690).
Vraag 1
Vindt u het acceptabel dat bij controle van geïmporteerde elektronische huishoudelijke producten blijkt dat grote aantallen niet veilig zijn (soms zelf de meerderheid van de gecontroleerde partijen)? 1)
Vraag 2
Deelt u de mening dat de producenten en de handelsbedrijven de verantwoordelijkheid hebben dat er slechts veilige elektronische producten worden verhandeld? Zo ja, wat is uw oordeel over de uitspraken van Inspecteur-Generaal Kleinmeulman van de Voedsel en Waren Autoriteit dat consumenten beter op zouden moeten letten, moeten kijken naar CE-markering en tevens niet te goedkope spullen moet kopen (‘want dit kan nooit veel wezen’)? 1)
Antwoord 1 en 2
Nee, alle producten die in de handel worden gebracht dienen veilig te zijn. Dit is bepaald in de uitgebreide Europese wetgeving inzake productveiligheid die in Nederland is geïmplementeerd in de Warenwet. Belangrijk uitgangspunt van deze wetgeving is dat het bedrijfsleven primair verantwoordelijk is voor het veilig produceren, importeren, verwerken, distribueren en op de markt brengen van producten.
De Voedsel en Warenautoriteit (VWA) houdt toezicht op de naleving van de Warenwet.
De VWA voert haar toezicht op de veiligheid van consumentenproducten uit op een wijze die risicogericht is. Het toezicht geschiedt op basis van zogenaamde risicoprofielen van producten en handelkanalen. Dit betekent dat de VWA haar controles daar uitvoert waar zij op basis van een analyse van risico’s aan producten en in de handelsketen mag verwachten dat de kans het grootst is dat er onveilige producten worden verhandeld. Dat de VWA bij dit type controles tegen hoge afwijkingspercentages aanloopt is inherent aan haar werkwijze. De VWA is daardoor in staat om op een effectieve en efficiënte manier toezicht te houden, zodat zoveel mogelijk wordt voorkomen dat onveilige producten de consument bereiken.
In principe moet de consument erop kunnen vertrouwen dat producten die in de winkel te koop zijn veilig zijn. Hoewel de overheid (VWA) toezicht houdt op de naleving van de Warenwet, maakt de enorme omvang van de hoeveelheid in de handel zijnde consumentenproducten dat de VWA niet álles kan controleren.
Echter de consument heeft ook een eigen verantwoordelijkheid en kan ook zélf kritisch zijn ten aanzien van het geleverde product en proberen ‘bewust’ te kopen. Een extreem lage prijs kan hierbij een aanwijzing zijn. Daarbij kunnen productinformatie van de producent en informatie van de VWA helpen. De consument heeft ook de mogelijkheid om klachten bij de VWA te melden via de Warenklachtenlijn: 0800 0488 of via de website van de VWA.
Vraag 3
Wat is uw oordeel over het feit dat de CE-markering - die aangeeft dat producten voldoen aan EU-eisen voor veiligheid, gezondheid en milieu - onvoldoende waarborg biedt voor veiligheid, zoals geconstateerd bij geïmporteerde terrasverwarming en speelgoed? 2)
Antwoord 3
Het CE merkteken, dat deel uitmaakt van de communautaire harmonisatiewetgeving met betrekking tot producten, heeft in de afgelopen decennia bijgedragen aan het verbeteren van de veiligheid van producten binnen de EU. Zo is het aantal van deze productnormen sinds het tot stand komen van het CE merkteken enorm toegenomen en vormen een belangrijk houvast voor zowel producenten, handelaren als toezichthouders binnen de EU.
Helaas biedt het CE merkteken alleen op dit moment inderdaad onvoldoende waarborg voor een veilig product. Het teken wordt ook aangetroffen bij producten die bij controles blijken niet te voldoen aan de Europese veiligheidseisen. Ook de Europese Commissie is die mening toegedaan. Europa komt daarom met een pakket van maatregelen om de communautaire harmonisatiewetgeving te verbeteren. Deze maatregelen hebben zowel betrekking op de versteviging van het markttoezicht als op de kwaliteit van de conformiteitsbeoordelingsinstanties en het juist toepassen van de CE-markering.
Vraag 4
Vindt u het acceptabel dat niet alle apparatuur die in de winkel verkocht wordt voldoet, aan Europese regelgeving, wat kan leiden tot zeer onveilige situaties bij de consument?
Zo neen, welke maatregelen gaat u nemen om dit te voorkomen?
Vraag 7
Deelt u de mening dat de overheid er - met het bedrijfsleven - zo snel mogelijk voor moet zorgen dat er slechts veilige producten in de winkels verkocht worden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, is de huidige handhavingscapaciteit van de VWA dan voldoende?
Antwoord 4 en 7
Ik vind het niet acceptabel dat consumenten aan zeer onveilige situaties door producten kunnen worden blootgesteld. De inzet van de VWA is erop gericht om te voorkomen dat producten die ernstige risico’s opleveren niet op de markt komen. Het is echter niet te voorkomen dat er producten in omloop zijn die niet aan de regelgeving voldoen. Zie ook mijn antwoord op vraag 1 en 2.
VWA initieert intensievere samenwerking met andere (Europese) toezichthouders door middel van gezamenlijke handhavingsacties, uitwisseling van informatie over onveilige producten (RAPEX) en via deelname aan Europese en internationale overleggremia, om daarmee gezamenlijk een vuist te maken tegen import van onveilige producten. Daarnaast heeft VWA een samenwerkingsconvenant met de douane voor het toezicht aan de buitengrens.
Bij de voorgenomen taakstelling en bezuiniging bij de VWA zal het VWA-onderdeel dat zich bezig houdt met import worden ontzien.
Daarnaast is er recentelijk door mijn ministerie en de VWA een project gestart gericht op het verbeteren van de veiligheid van consumentenproducten die worden geïmporteerd uit zuidoost Azië (m.n. China). Hierin wordt samengewerkt met het ministerie van EZ in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Een belangrijk doel is namelijk om importeurs bewuster te maken van hun verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de door hen geïmporteerde producten en om hen te stimuleren in hun bedrijfsvoering hiervoor de nodige maatregelen te treffen. Hiervoor heb ik voor de komende jaren een budget beschikbaar gesteld. Ik zal de Kamer in het voorjaar van 2009 informeren over de voortgang en eerste resultaten van dit project.
Vraag 5
Welke strafmaat / sanctie kunnen producenten, importeurs en detailhandelsbedrijven die ondeugdelijke elektronische producten verkopen tegemoet zien bij de eerste overtreding en bij vervolgovertredingen?
Antwoord 5
Bij het aantreffen van consumentenproducten met een ernstig veiligheidsrisico wordt een boeterapport opgemaakt, dient de verkoop direct gestaakt te worden en dient ten minste het handelskanaal te worden leeggehaald. De VWA kan een bestuurlijke boete opleggen. Deze bedraagt euro 450 voor bedrijven met 50 werknemers of minder en euro 900 voor grotere bedrijven.
Afhankelijk van de omvang en aard van de reeds afgezette producten met een hoog veiligheidsrisico kan de verantwoordelijke onderneming worden gesommeerd een publiekswaarschuwing en/of terugroepactie af te kondigen. Deze worden tevens gepubliceerd op de website van de VWA. Bij weigering van ondernemers tot afgeven van publiekswaarschuwing kan tot bestuursdwang of last onder dwangsom worden overgegaan.
Bij het aantreffen van consumentenproducten die onveilig zijn maar niet tot een ernstig risico leiden wordt eerst waarschuwend opgetreden waarbij eveneens het handelskanaal dient te worden leeggehaald.
In alle genoemde gevallen vindt hercontrole plaats. Bij in gebreke blijven van de onderneming wordt in alle gevallen een boeterapport opgemaakt. De op te leggen boetes worden hoger bij recidive.
Vraag 6
Bent u bereid te pleiten voor een Europees importverbod op onveilige elektronische huishoudelijke producten? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 6
Een dergelijk verbod bestaat reeds. Het is immers slechts toegestaan uitsluiten veilige producten op de markt te brengen. Zie ook mijn antwoord op vraag 1. In Europa zijn specifieke eisen voor elektrotechnische huishoudelijke producten vastgelegd in de Laagspanningsrichtlijn. In Nederland is dit geregeld in het Warenwetbesluit elektrotechnische producten.
1) ‘Koffiezetapparaat van 8 euro kan niet veel zijn’, de Volkskrant, 16 juli 2008
2) ‘Terrasverwarmers op gas blijken onveilig’, Trouw, 16 juli 2008