Antwoorden op kamervragen over uitspraken betreffende huwelijken tussen personen van gelijk geslacht op Bonaire.
Antwoorden op kamervragen van het lid Van der Ham (D66) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie over uitspraken betreffende huwelijken tussen personen van gelijk geslacht op Bonaire. (Ingezonden 14 juli 2008)
1. Vraag
Wat heeft de staatssecretaris namens de regering op Bonaire meegedeeld, betreffende het huwelijk voor personen van gelijk geslacht? Is de berichtgeving waar dat zij zou hebben gezegd dat de 'inwoners zich voorlopig geen zorgen hoeven te maken' om deze openstelling van het huwelijk over te nemen?
1. Antwoord
Tijdens de informatiebijeenkomst op Bonaire van 10 juli jl. is aan de Staatssecretaris een aantal vragen gesteld over de invoering van de Nederlandse wetgeving, waaronder de wetgeving over het huwelijk voor personen van gelijk geslacht. Op 11 oktober 2006 zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de toekomstige staatkundige positie van deze eilandgebieden. Zoals bekend, is afgesproken dat de Nederlands-Antilliaanse wetgeving voorlopig van toepassing blijft en dat deze wetgeving geleidelijk zal worden vervangen door Nederlandse wetgeving. Daarbij zal zorgvuldig worden geanalyseerd op welke punten van de Nederlandse wetgeving afwijkende voorzieningen moeten worden getroffen. De inzet van Nederland is om ten aanzien van de huwelijkswetgeving niet tot een afwijkende voorziening te komen. De Staatssecretaris heeft hierbij verwezen naar het standpunt van de Minister van Justitie, zoals verwoord in het vragenuur van 13 maart 2007.
2. Vraag
Hoe verhoudt zich dit met de uitspraak van de Hoge Raad die stelde dat Aruba zich aan de Nederlandse wetsbepalingen diende te houden voor wat betreft het toepassen van de huidige huwelijkswetgeving?
2. Antwoord
De heer Van der Ham doelt kennelijk op de uitspraak van de Hoge Raad van 13 april 2007, waarin is overwogen dat een in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba door een ambtenaar opgemaakte authentieke akte, zoals een huwelijksakte, in alle delen van het Koninkrijk dezelfde rechtskracht en rechtsgevolgen heeft, ook indien die niet zou aansluiten bij de plaatselijke opvattingen. Zoals de Minister van Justitie tijdens het vragenuur van 13 maart 2007 heeft medegedeeld, is door Nederland steeds het standpunt ingenomen dat artikel 40 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden reeds thans meebrengt dat in Nederland rechtsgeldig gesloten huwelijken dezelfde status hebben in de andere delen van het Koninkrijk. Dit standpunt, dat overeenstemt met de hiervoor genoemde uitspraak van de Hoge Raad, zal uiteraard door ons ook verder worden uitgedragen, zoals ook in het verleden door de Staatssecretaris richting Aruba is gedaan.
3. Vraag
Wil de regering er voor zorgen dat zo snel mogelijk het huwelijk tussen mensen van gelijk geslacht in het gehele Koninkrijk op dezelfde wijze juridisch wordt gerespecteerd? Zo ja, hoe en hoe snel?
3. Antwoord
Uit artikel 40 van het Statuut vloeit voort dat huwelijken tussen personen van gelijk geslacht in het gehele Koninkrijk dezelfde rechtskracht en rechtsgevolgen hebben. Zie ook het antwoord op vraag 2.