Antwoorden op kamervragen over verkoop van gronden door Connexxion

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE

Ons kenmerk: Fin 2006-00754

Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de antwoorden op de vragen van het lid Van Bommel (SP) over de verkoop van gronden in het natuurgebied “De Biltse Duinen”.

DE MINISTER VAN FINANCIEN,

G. Zalm

1. Bent u op de hoogte van de verkoop van gronden in het natuurgebied “ De Biltse Duinen” (onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur en bestemming bos) door staatsbedrijf Connexxion aan Q en Q Vastgoed (20 hectare tegen euro 1,60/ m2) en Fortis (8 hectare tegen euro 2,00/ m2)?

Ja.

2. Wat waren de overwegingen van Connexxion om aan het Utrechtse Landschap – de maatschappelijke natuurbeheerder in dit gebied – een prijs van euro 7,00/ m2 te vragen en de grond vervolgens aan andere partijen te verkopen voor euro 1,60 à euro 2,00/ m2?

Ik heb Connexxion gevraagd toelichting te geven op het verloop van het verkoopproces. Van Connexxion begrijp ik dat er meerdere gegadigden waren voor verschillende delen van het totale terrein van ca 28 hectare. Met elk van die gegadigden zijn gesprekken gevoerd. Ook is aan het Utrechts Landschap gevraagd of zij het terrein wilden kopen en tegen welke prijs. Het Utrechts Landschap was in principe bereid te kopen voor een prijs van maximaal € 1,00/m2. Bovenstaande prijs van € 7,00/m2 is dus onjuist: Connexxion heeft naar men mij heeft medegedeeld nooit een vraagprijs bij het Utrechts Landschap neergelegd en heeft dus ook geen hogere prijs aan het Utrechts Landschap gevraagd dan aan andere partijen.

Overigens gaat de minister van Financiën als aandeelhouder niet over zaken die betrekking hebben op de normale bedrijfsvoering. Dat is aan de directie van de onderneming. Indien het een majeure desinvestering betreft (volgens de statuten van de vennootschap een (des)investering die gelijk is aan ten minste een derde van het geplaatste kapitaal plus de reserves), dient de beslissing te worden voorgelegd voor goedkeuring aan de aandeelhoudersvergadering. Van dit laatste is in deze situatie absoluut geen sprake. De verkoop van deze gronden valt dan ook onder de normale bedrijfsvoering.

3. Is u bekend dat Q en Q Vastgoed inmiddels 2 x 4,5 hectare doorverkocht heeft aan particulieren voor euro 5,30/ m2? Waarom is bij de verkoop van grond aan Fortis een anti-speculatiebeding opgenomen en bij de verkoop van grond aan Q en Q Vastgoed niet?

Ik begrijp uit de toelichting van Connexxion dat de onderhandelingen ertoe hebben geleid dat de grond uiteindelijk verkocht is aan Q en Q. Q en Q heeft een deel van deze grond voor een hogere prijs doorverkocht. De achtergrond van de € 5.30 transactie is bij Connexxion niet bekend. Dat bij de verkoop van grond aan Fortis wel een anti-speculatiebeding is opgenomen en bij de verkoop van grond aan Q en Q Vastgoed niet, vloeit voort uit de onderhandelingen die Connexxion heeft gevoerd zo begrijp ik van Connexxion. Het resultaat van onderhandelingen en de daarbij overeengekomen voorwaarden kunnen per partij verschillen.

4. Is de handelwijze van de directie van Connexxion naar uw mening te rijmen met de uitgangspunten van maatschappelijk verantwoord ondernemen? Is de minister van Financiën van zins om in zijn hoedanigheid van aandeelhouder de directie van Connexxion ter verantwoording te roepen?

Ik heb geen reden om te twijfelen aan het feit dat de directie de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de onderneming kent. Met deze verkoop worden de betreffende gronden niet onttrokken aan hun bestemming (zie verder de beantwoording van vraag 5).Als aandeelhouder verwacht ik bovendien een zakelijke opstelling van de directie in alle transacties die zij namens de vennootschap tot stand brengt. Voorts legt de onderneming over de gevoerde bedrijfsvoering verantwoording af aan de aandeelhouder via de winst- en verliesrekening, inbegrepen eventuele verkoopopbrengsten van grond, aan het einde van het boekjaar en staat de onderneming onder toezicht van de Raad van Commissarissen

5. Heeft de rijksoverheid mogelijkheden om versnippering van het natuurgebied ten gevolge van de verkoop, bijvoorbeeld door het plaatsen van hekken, tegen te gaan? Zo neen, hoe is dit te rijmen met uw antwoord op eerdere kamervragen?

Versnippering waarbij een perceel grond van één eigenaar aan meerdere eigenaren wordt verkocht, is van rijkswege niet tegen te gaan. Het staat private partijen immers vrij om grond te verkopen in even zovele delen als door hen wenselijk wordt geacht, vanwege het beginsel van vrije beschikking over eigendom.

In mijn beantwoording op 6 februari 2006 van eerdere vragen heb ik al uiteengezet dat ik de stelling, dat de verkoop van grond leidt tot versnipperi ng, afrastering en sluipende functiewijziging, niet deel. Hiermee heb ik willen aangeven dat grond gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur zonder bezwaar kan worden beheerd door meerdere partijen.

De verkopen welke nu hebben plaatsgevonden leiden mijns inziens dan ook niet tot versnippering van de Ecologische Hoofdstructuur. De planologische bescherming (bestemming bos) is vastgelegd in streek- en bestemmingsplannen en het is aan de betreffende provincie respectievelijk gemeente om hierin zonodig handhavend op te treden. Daarmee is de natuurbestemming bij de verschillende eigenaren afdoende gewaarborgd.

6. Is de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, gezien de ervaringen van afgelopen maanden, om de bescherming van het stuifzandgebied “de Biltse Duinen” aan te scherpen, bijvoorbeeld door het gebied aan te wijzen als beschermd landschappelijk monument?

Nee, zoals ik ook in mijn eerdere antwoorden heb aangeven is het gebied zowel in het provinciale streekplan als het gemeentelijke bestemmingsplan (bestemming bos) planologisch afdoende beschermd als Ecologische Hoofdstructuur. Ik zie dan ook geen noodzaak het beschermingsregime aan te scherpen.