Antwoorden op kamervragen over aanvragen sofinummers

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-Gravenhage

Uw brief (Kenmerk): 2050616920

Ons kenmerk: DGB 2006-04200 U

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken de antwoorden toekomen op de schriftelijke vragen van de leden Koopmans en De Neré e tot Babberich (beiden CDA) over wachttijden bij een aantal belastinginspecties voor het verkrijgen van sofinummers.

Hoogachtend,

De minister van Financiën,

G. Zalm

Antwoorden op vragen van de leden Koopmans en De Nerée tot Babberich (beiden CDA) over wachttijden bij een aantal belastinginspecties voor het verkrijgen van sofinummers. (ingezonden 24 juli 2006)

Vraag 1

Is het u bekend dat er bij een aantal belastinginspecties, zoals in Goes en Breda, een grote wachttijd is voor het verkrijgen van sofinummers?

Vraag 2

Zijn er meer inspecties waar dergelijke lange wachttijden voorkomen? Zo ja, bij welke inspecties? Wat zijn de wachttijden bij de inspecties?

Antwoord op vragen 1 en 2

Ja. De wachttijden bedragen momenteel gemiddeld 4 tot 5 weken. Uit inventarisatie is niet gebleken dat er regio’s zijn met structureel langere wachttijden. Deze (te) lange wachttijden worden veroorzaakt door een onverwachts forse toename van de vakantie-/seizoenwerkers uit het buitenland ten opzichte van eerdere jaren. Dat deze piek plaatsvindt in de vakantietijd, maakt de mogelijkheid om dit probleem het hoofd te bieden er niet makkelijker op. Verder constateren de belastingdienstregio’s dat er vaak ten onrechte door personen of instanties om originele sofinummerverklaringen wordt gevraagd, ook voor personen die reeds in het bezit zijn van een sofinummer. Een ander probleem dat de belastingdienstregio’s constateren, is dat een deel van de aanvragers niet op hun afspraak komt opdagen. Medewerkers die hiervoor staan ingepland zijn hierdoor niet beschikbaar voor andere afspraken. De wachttijden worden hierdoor onnodig langer.

Naar aanleiding van het Algemeen overleg van 10 september 2003 (Tweede Kamer 2003-2004, 17050, nr.253) tussen de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de toenmalige staatssecretaris van Financiën met de vaste commissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Financiën is besloten de procedures voor het verstrekken van sofinummers aan te scherpen. Bij deze aanscherping is de aandacht meer verlegd naar fraudebestrijding. Daarbij is aan de orde geweest dat dit negatieve gevolgen zou kunnen hebben voor de dienstverlening, omdat de duur van afgifte van het sofinummer niet langer centraal stond. In december 2003 is naar aanleiding van dit overleg besloten om de afgifte van sofinummers te concentreren tot 16 locaties en de samenwerking met instanties als de Douane en eventueel met politie en FIOD-ECD te intensiveren. Met het loslaten van de garantie dat het sofinummer binnen een uur moet worden afgegeven is overgegaan op het werken op afspraak, waardoor het niet mogelijk is op hele korte termijn een sofinummer af te geven.

Vraag 3

Deelt u de opvatting dat vanwege de eerstedagsmelding het van belang is dat sofinummers zo snel mogelijk verstrekt worden om een zo sluitend mogelijke loon- en premieadministratie te krijgen bij werkgevers? Kunt u zich voorstellen dat vertraging bij de verstrekking van deze nummers voor ondernemers en voor werknemers onnodig werk en onnodige ergernis oplevert?

Vraag 4

Als bijvoorbeeld Poolse seizoensarbeiders maar vier weken in Nederland werken, zullen zij bij een langere wachttijd terug moeten komen naar Nederland voor het ophalen van hun sofinummer. Delen de bewindslieden de opvatting dat ondernemers hiermee onnodig het risico lopen dat werknemers dit niet zullen doen?

Antwoorden vragen 3 en 4

Voor een zo sluitend mogelijke loon- en premieadministratie is het van belang dat sofinummers zo snel mogelijk verstrekt worden. Door de lange wachttijden bij het verstrekken van sofinummers kan het voorkomen dat er voor een werknemer nog geen sofinummer is afgegeven op het moment dat de eerstedagsmelding moet worden gedaan. Het is te begrijpen dat dit voor ergernis zorgt bij werkgevers. Voor de situatie dat er nog geen sofinummer is afgegeven, kan de werkgever ingevolge artikel 66a van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 bij de eerstedagsmelding volstaan met de vermelding van een uniek personeelsnummer. Het extra werk voor ondernemers zit in het feit dat bij de eerstvolgende loonaangifte, als het sofinummer inmiddels wel bekend is, het dan alsnog gemeld moeten worden. Het risico blijft daartoe beperkt.

Vraag 5

Lopen ondernemers dan het risico dat zij vanwege lange wachttijden bij de betreffende belastinginspecties kunnen worden geconfronteerd met het zogenoemde <<anoniementarief>>? Vindt u dat terecht, nu de vertraging lijkt te liggen bij de Belastingdienst? Bent u bereid om hiervoor een speciale regeling te treffen?

Vraag 6

Welke maatregelen neemt de minister van Financiën om te bevorderen dat sofinummers binnen een week na aanvraag afgehaald kunnen worden? Wanneer zal effectuering van deze termijn zijn gehaald?

Antwoord vraag 5 en 6

Nee. Op grond van de huidige regelgeving is er geen aanleiding voor toepassing van het anoniementarief indien de werknemer het sofinummer niet aan de inhoudingsplichtige heeft verstrekt. Ik merk hierbij op dat in het wetsvoorstel Versterking fiscale rechtshandhaving (Kamerstuk 2005-2006, nr. 30 322) dat bij uw Kamer op 8 oktober 2005 is ingediend, het niet aan de inhoudingsplichtige verstrekken van het sofinummer wel aanleiding zal vormen tot toepassing van het anoniementarief. Overigens verwachten wij niet dat dit tot problemen zal leiden omdat op kantoren diverse maatregelen zijn genomen om de wachttijd terug te brengen

Dit betreft de volgende maatregelen:

  • Er worden meer personen opgeleid voor de afgifte van sofinummers.
  • Er worden op de afgiftelocaties waar nodig meer loketten voor de afgifte van sofinummers geopend.
  • Bij de indeling van de afspraken zal meer gedifferentieerd worden naar de te verwachten behandelingsduur (het afgeven van een sofinummer aan ingezetenen kost aanzienlijk minder tijd dan de afgifte van een sofinummer aan niet ingezetenen).
  • Verder wordt met voorlichting, ook aan andere instanties, getracht om onnodige aanvragen te voorkomen.

De meeste maatregelen zijn al ingezet, maar het opleiden van personen neemt enige tijd in beslag. Daarnaast is het zo dat vanwege de vakantieperiode minder medewerkers beschikbaar zijn. Uiterlijk medio september zijn de wachttijden duurzaam teruggebracht tot voor de praktijk aanvaardbare termijn. Overigens zal bij inwerkingtreding van de voorgestelde wetswijziging worden bezien of nadere maatregelen nodig zijn om eventuele problemen in de toekomst te voorkomen.