Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)

Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG

Ons kenmerk: AFP 2006-00343

Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen in de Eerste Kamer eind 2005, heeft het Kamerlid Biermans verzocht om na te gaan of het plafond in de WBSO kan worden afgeschaft. Tevens heeft genoemd Kamerlid gevraagd om te bezien hoe de voorlichting aan het MKB over de toepassing van de WBSO kan worden verbeterd. Met deze brief zullen wij beide vragen inzake de WBSO beantwoorden.

Ten aanzien van de afschaffing van het plafond zouden wij graag het volgende willen opmerken. Per inhoudingsplichtige mag de afdrachtvermindering maximaal € 8 mln per jaar bedragen (2006). Dit plafond wordt bereikt indien de inhoudingsplichtige voor bijna € 57 mln aan S&O-loonkosten heeft gemaakt. Het afschaffen van het plafond in de WBSO zal in het algemeen niet leiden tot veel meer speur- en ontwikkelingswerk. De meeste bedrijven blijven onder het plafond en hebben daarom geen profijt van een afschaffing. De enkele bedrijven die thans met het bedoelde plafond worden geconfronteerd, hebben reeds een dusdanig hoog niveau aan S&O-uitgaven dat niet te verwachten is dat zij deze uitgaven nog verder verhogen. De afschaffing van het plafond zou dan slechts leiden tot een extra budgettaire derving (“deadweight loss”).

Naar aanleiding van de door ons overgenomen adviezen van de Werkgroep stroomlijning uitvoering WBSO zijn ter verbetering van de voorlichting een aantal maatregelen genomen. SenterNovem en de Belastingdienst hebben in maart 2005 gezamenlijk een brochure uitgegeven met een kort overzicht van de voorwaarden en aandachtspunten die van belang zijn indien gebruik wordt gemaakt van de WBSO. In het najaar van 2005 zijn samen met VNO-NCW en MKB-Nederland voorlichtingssessies gegeven voor ondernemers over de WBSO.

Daar per 1 januari 2006 de WBSO verder is vereenvoudigd zijn extra maatre gelen genomen om het MKB goed te informeren. Naast de reguliere voorlichting tijdens diverse door MKB bedrijven bezochte beurzen en symposia, zijn er in het voorjaar van 2006 extra voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. Tevens zijn dit voorjaar twee op het MKB gerichte brochures uitgebracht over respectievelijk ‘Hoe WBSO aan te vragen’ en ‘Wat te doen na ontvangst van een S &O-verklaring’. Daarnaast is de WBSO-handleiding integraal herzien, zodat deze toegankelijker is voor het MKB.

De voorlichting zal zich de komende jaren meer richten op het ‘opzoeken’ van de ondernemer in de regio samen met andere organisaties die zich op dezelfde doelgroep richten, zoals Syntens en de Kamers van Koophandel.

Zoals u uit bovengenoemde voorlichtingsactiviteiten kunt concluderen, heeft voorlichting aan het bedrijfsleven en in het bijzonder aan het MKB onze continue aandacht.

De minister van FinanciënDe staatssecretaris van Economische Zaken

G. Zalmmevr. ir. C.E.G. van Gennip MBA