Antwoorden op kamervragen over kosten en salarissen bewindvoerders IMF

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE

Uw brief (Kenmerk)2 mei 2007 (Kenmerk 2060714110)

Ons kenmerk: BFB 2007-827M

Mede namens de minister voor Ontwikkelingssamenwerking zend ik u hierbij de antwoorden op vragen van het lid Irrgang over adviseurs voor Afrikaanse bewindvoerders in het IMF. Deze vragen werden ingezonden op 2 mei 2007 met kenmerk 2060714110.

Vraag 1

Is het waar dat tijdens de najaarsvergadering van het IMF en de Wereldbank in 2006 in Singapore is beloofd om Afrikaanse bewindvoerders meerdere adviseurs in dienst te laten nemen teneinde hun positie in het IMF bestuur te versterken? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

Ja, tijdens de jaarvergadering hebben de gouverneurs in een resolutie de raad van bewindvoerders opgeroepen om de “personeelsmiddelen” die ter beschikking staan van bewindvoerders die gekozen zijn door een groot aantal leden uit te breiden. In de praktijk wordt dit opgevat als de twee Afrikaanse kiesgroepen.

Vraag 2

Is het waar dat, aangezien dit een kostenneutrale operatie zou moeten zijn, is voorgesteld om geld hiervoor vrij te maken door de uitgaven en privileges die Westerse bewindvoerders van het IMF genieten te verminderen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

Nee, er is door de gouverneurs niet gezegd dat dit kostenneutraal moet gebeuren. Wel wordt er momenteel gesneden in het budget van het IMF en hebben de bewindvoerders besloten om ook de kosten van de Raad van Bewindvoerders terug te brengen.

Vraag 3

Indien het antwoord op de vorige vraag bevestigend luidt, klopt het dan tevens dat de uitgaven en privileges van deze Westerse bewindvoerders precies zo zijn verminderd dat er ruimte is ontstaan voor één extra adviseur per Afrikaanse bewindsvoerder?

Antwoord

Het antwoord op de vorige vraag was ontkennend.

Vraag 4

Is het waar dat de Britse bewindvoerder van het IMF heeft voorgesteld om de uitgaven en privileges van Westerse bewindvoerders van het IMF verder te reduceren, bijvoorbeeld door hen business class te laten vliegen, teneinde de Afrikaanse bewindvoerders meerdere adviseurs in dienst te kunnen laten nemen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kunt u dan aangeven hoe hier op is gereageerd door overige Westerse bewindvoerders en in het bijzonder de Nederlandse bewindvoerder van het IMF? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

De Raad van Bewindvoerders heeft op voorstel van de voorzitter van het comit é dat gaat over administratieve zaken, de Belgische bewindvoerder, besloten om de kosten van de Raad terug te brengen, waarbij het richtpunt de taakstelling van 1% per jaar (in reële termen) was die geldt voor het overige IMF personeel. Om deze kostenreductie te realiseren, zal onder andere: het reisbudget worden verminderd - onder meer door maximaal ‘business class’-vluchten te vergoeden -, zal de overlapperiode tussen opeenvolgende bewindvoerders worden verkort en zullen de opleidingsmogelijkheden worden versoberd. De Nederlandse bewindvoerder heeft kostenbesparingen van de Raad van bewindvoerders gesteund.

Het besluit tot bezuinigingen is genomen om de kosten van de Raad zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de taakstelling die is opgelegd aan de staf van het IMF en kent geen direct verband met de aantrekking van additionele adviseurs voor de Afrikaanse kantoren.

Vraag 5

Wordt het salaris van de Britse bewindvoerder van het IMF betaald door het Britse ministerie van Financiën? Zo neen, door wie wordt het dan betaald? Zo ja, bent u bereid dit Britse voorbeeld te volgen en zodoende meer geld vrij te maken voor meer adviseurs van Afrikaanse bewindvoerders? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

De betalingsconstructie van de Britse bewindvoerder is niet openbaar.

Een model waarin het Nederlandse ministerie van Financiën het salaris van de Nederlandse bewindvoerder zou betalen is bovendien niet wenselijk. De Nederlandse bewindvoerder wordt, anders dan bijvoorbeeld de Britse bewindvoerder, niet door de minister van Financiën benoemd, maar is onafhankelijk en wordt gekozen door de 13 leden van de kiesgroep. Betaling door Nederland spoort niet met het model dat de bewindvoerder alle landen van de kiesgroep vertegenwoordigt. Betaling door alle kiesgroeplanden is eveneens onwenselijk, omdat in de Nederlandse kiesgroep ook lage-inkomenslanden vertegenwoordigd zijn.

Door samen te werken in een grote kiesgroep, met 13 leden, waaronder 4 landen met een IMF-programma, levert Nederland overigens een grote bijdrage aan de kostenefficiëntie van de Raad. Volgens interne cijfers van het IMF is de werkdruk in het Nederlandse kantoor na het Franstalige Afrikaanse kantoor het hoogste binnen het IMF.

Vraag 6

Wordt de kwestie van de adviseurs van Afrikaanse bewindvoerders van het IMF besproken in het bestuur op 9 mei aanstaande? Zo neen, wanneer dan wel?

Antwoord

Ja.

Vraag 7

Indien het antwoord op de vorige vraag bevestigend luidt, bent u dan bereid om voor te stellen of steun te verlenen aan voorstellen om de uitgaven en privileges van Westerse bewindvoerders van het IMF verder te reduceren teneinde de Afrikaanse bewindvoerders meer adviseurs in dienst te kunnen laten nemen en de stem van Afrika in het IMF te versterken? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Het voorliggende besluit om de Afrikaanse kantoren beide een extra adviseur toe te kennen is in lijn met de Resolutie en is door de Raad van Bewindvoerders aangenomen. Bovendien gebeurt de uitbreiding in een tijd dat de Raad en IMF als geheel bezuinigen.

Vraag 8

Deelt u de mening dat het met het oog op transparantie, wenselijk is dat alle (bestuurs)vergaderingen van het IMF en de Wereldbank gedocumenteerd worden? Zo ja, gaat u hiervoor pleiten? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Alle formele bestuursvergaderingen van de WB en het IMF worden in de praktijk gedocumenteerd. Van deze verslagen wordt een samenvatting - geschoond van vertrouwelijke informatie - gepubliceerd. Het schonen van vertrouwelijke informatie is nodig om de kwaliteit van het debat en de besluitvorming in de Raad van Bewindvoerders te waarborgen. Nederland steunt dit beleid.

Vraag 9

Kunt u deze vragen vóór 9 mei aanstaande beantwoorden?

Antwoord

Nee, dat is niet gelukt. Mijn excuses daarvoor.

De minister van Financiën,

Wouter Bos