Antwoorden op kamervragen over 'groene beleggingsfondsen'

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Uw brief (Kenmerk) 2060709110

Ons kenmerk: FM 2007-00626 U

Geachte voorzitter,

In antwoord op de vragen van de leden Karabulut en en Irrgang (beiden SP) over 'groene beleggingsfondsen', die mij zijn toegezonden per brief van 9 maart 2007 onder nummer 2060709110, deel ik u mede dat de vragen worden beantwoord als aangegeven in de bijlage.

Hoogachtend,

De minister van Financiën,

Wouter Bos

2060709110

Vragen van de leden Karabulut en Irrgang (beiden SP) aan de Minister van Financiën over 'groene beleggingsfondsen' (ingezonden 9 maart 2007).

1. Wat is uw mening over de zogenaamde “groene” beleggingsfondsen die, via de Milli Görüş moskee in Amsterdam, middels beloften van hoge rendementen tot 40%, vele miljoenen contant geld van Nederlandse Turken in de Baarsjes zouden hebben geïnd?

Hoewel dit een ernstige zaak is, heb ik vernomen dat de persberichten en overige ontvangen signalen oude gebeurtenissen betreffen die al in 2002 bekend waren bij de verschillende toezichthouders en opsporingsinstanties. Destijds is de aanbieding van dergelijke “groene” effecten in Nederland onderzocht. Het strafrechtelijk onderzoek dat zich richtte op het handelen in strijd met de Wet toezicht effectenverkeer 1995 en de Wet toezicht kredietwezen is afgerond en overgedragen aan het Openbaar Ministerie, die de zaak in behandeling heeft.

De AFM heeft naar aanleiding van de recente persberichten onderzocht of de zogenoemde ‘groene islamitische beleggingsfondsen’ nog in de periode 2004 tot heden zijn aangeboden. Uit dit onderzoek naar de nieuwe signalen die binnen waren gekomen, is niet gebleken dat in deze periode nog dergelijke ‘groene’ effecten zijn aangeboden. De AFM heeft bij dit onderzoek niet kunnen vaststellen of sprake was van een actieve betrokkenheid van het bestuur van de moskee dan wel van de Milli Görüş beweging bij de verkoop van de effecten. Zie hiervoor ook mijn antwoord op vraag 5.

Overigens verbiedt de wet deze praktijken al. Alle aanbieders van effecten die in Nederland worden aangeboden, dus ook de financiële instrumenten die indertijd in en rond moskeeën aan Turkse consumenten werden aangeboden, moeten zich houden aan de kaders die worden gesteld door de Wet op het financieel toezicht (Wft). Dit wil zeggen dat zij in beginsel een prospectus moeten laten goedkeuren bij de AFM of een vergunning moeten hebben en onder toezicht staan van de AFM. De Wft geeft ruime bevoegdheden aan de AFM om handhavend op te treden. Indien sprake is van een overtreding kan de AFM boetes en dwangsommen opleggen. Ook is het mogelijk dat de AFM de zaak overdraagt aan het Openbaar Ministerie voor strafrechtelijk onderzoek.

2. Is het waar dat vele miljoenen spoorloos zijn verdwenen en honderden families hierdoor in (financiële) problemen zijn geraakt? Zo ja, hoe beoordeelt u deze praktijken? Zo neen, wat is er volgens u dan wel aan de hand?

Uit het bovengenoemde onderzoek bleek dat het inderdaad om grote bedragen ging. In de Volkskrant van 6 maart 2007 is voorts een artikel verschenen met de strekking dat uit een onderzoek van een Turkse parlementaire commissie en een reeks vonnissen van rechtbanken in Duitsland en Zwitserland blijkt dat circa 400.000 migranten uit Turkije en woonachtig in de Europese Unie zijn opgelicht en daarbij veel geld hebben verloren. Oprichters en verkopers van de beleggingsfondsen zijn al in meerdere Europese landen veroordeeld. Zie verder mijn antwoord op vraag 1.

3. Was u bekend met deze “groene” beleggingsfondsen? Zo ja, sinds wanneer? Was de Autoriteit Financiële Markten op de hoogte van deze praktijken? Zo ja, sinds wanneer? Zo neen, bent u bereid een onderzoek in te stellen naar deze fondsen en de betrokkenheid van Milli Görüş hierin? Zo ja, hoe? Zo neen, waarom niet?

Zowel de AFM als de FIOD-ECD, die onder mijn verantwoordelijkheid vallen, waren in 2002 op de hoogte en hebben toen een onderzoek ingesteld.

4. Kunt u aangeven op welke wijze deze fondsen van rechtswege zijn georganiseerd? Zijn deze fondsen vergunningsplichtig in Nederland als beleggingsinstelling of anderszins als financiële dienstverlener?

Er lijkt sprake te zijn geweest van het aanbieden van effecten in onder andere Turkse Holdingsmaatschappijen. Het is in beginsel verboden om effecten aan te bieden zonder prospectus dan wel te bemiddelen in deze effecten zonder vergunning van de AFM. Deze regels golden destijds ook al. Het enige wat gewijzigd is, is dat tegenwoordig het prospectus ook moet worden goedgekeurd door de AFM. Dat was destijds nog geen vereiste.

5. Is de Milli Görüş moskee als gevolg van deze activiteiten vergunningsplichting als tussenpersoon of anderszins?

De AFM heeft bij het door haar ingestelde onderzoek naar de nieuwe signalen niet kunnen vaststellen of sprake was van een actieve betrokkenheid van het bestuur van de moskee dan wel van de Milli Görüş beweging bij de verkoop van de effecten. Zie verder mijn antwoord op vraag 1.

6. Bent u bereid te onderzoeken welke landen, bedrijven en instellingen verder zijn betrokken bij deze zogenaamde “groene” beleggingsfondsen? Zo ja, hoe en wanneer? Zo neen, waarom niet?

Zie mijn antwoord op vraag 1. Het is niet nodig om nog een apart onderzoek in te stellen.

7. Doet de Belastingdienst of de FIOD op dit moment onderzoek naar de aanwezigheid van zwart geld bij Milli Görüş?

Op grond van de geheimhoudingsplicht van artikel 67 van de AWR is het niet toegestaan informatie over de fiscale aangelegenheden van individuele belastingplichtigen openbaar te maken.