Antwoorden op kamervragen over gebruik van Nederlands op Schiphol
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal |
Datum |
Uw brief (Kenmerk) |
Ons kenmerk |
||
4 mei 2007 |
Fin 2007-00302 |
|||
Onderwerp |
||||
Beantwoording Kamervragen inzake Nederlands op luchthaven van Amsterdam |
Geachte voorzitter,
Op 10 april 2007 stelden de kamerleden Haverkamp en Schinkelshoek vragen aan de regering over ‘Afschaffing van het Nederlands op de luchthaven van Schiphol’.
Hierbij bieden wij u de beantwoording op deze vragen aan.
Hoogachtend,
De minister van Financiën,
Wouter Bos
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Ronald Plasterk
- Bent u bekend met het artikel in de nieuwsbrief van de stichting “Taalverdediging”, met de bijbehorende foto’s, over de vermeende afschaffing van het Nederlands op de luchthaven van Amsterdam?
Antwoord: Ja
- Deelt u de stelling dat op Schiphol het aantal borden in de Nederlandse taal afneemt, terwijl het aantal borden in de Engelse taal toeneemt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Het taalbeleid van de luchthavenexploitant, Schiphol Group, is erop gericht dat informatie beknopt, consistent en toegankelijk wordt weergegeven. Mede gelet op het internationale karakter van de luchthaven, wordt op Schiphol in de terminal Engels gehanteerd. Mocht dit echter tot onduidelijkheid leiden, dan wordt een Nederlandse vertaling bijgevoegd. Dat is ook altijd het geval bij belangrijke vermeldingen en instructies (bijvoorbeeld First aid, eerste hulp). Op de wegen op het Schipholterrein wordt Nederlands gehanteerd en mocht dit tot onduidelijkheden leiden bij buitenlanders dan wordt een Engelse vertaling bijgevoegd.
- Is het volgens u noodzakelijk dat op onze nationale luchthaven, welke voor meer dan 75% in handen van de rijksoverheid, op alle borden de aanwijzingen ten minste in het Nederlands worden vermeld? Zo neen, waarom niet? Wat is uw mening hierover met betrekking tot de borden in het “Nederlandse deel”, aan de landzijde van de douane?
Antwoord: Van primair belang is dat de aanwijzingen op eenduidige wijze begrijpelijk zijn voor een zo breed mogelijk publiek. Dat kan bijvoorbeeld ook door middel van pictogrammen. Zeker op een internationale luchthaven prevaleert functionaliteit van de gehanteerde aanduidingen. Dat geldt dus ook de borden in het vrij toegankelijke deel van de luchthaven.
- Bent u als aandeelhouder bereid om de borden in de landzijde van de luchthaven, die uitsluitend informatie bevatten in de Engelse taal, te vervangen door borden waarop de informatie ook in het Nederlands staat? Zo ja op welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Antwoord: Wij achten het geen aandeelhoudersaangelegenheid om een discussie te voeren over de operationele uitvoering van bewegwijzering op de luchthaven.
- Hoe staat u tegenover het voorstel van de stichting “Taalverdediging” om in alle openbare ruimten in Nederland alle aanduidingen, mededelingen en opschriften in de eerste plaats in het Nederlands te stellen?
Antwoord: Zoals hiervoor aangegeven (zie antwoord op vraag 3) vinden wij dat functionaliteit het leidend beginsel moet zijn. Met inachtneming van dit uitgangspunt, zullen wij het eenvoudig en zorgvuldig gebruik van het Nederlands als cultuur-, bestuurs- en omgangstaal, voor zover dat binnen onze mogelijkheden en bevoegdheden ligt, zoveel mogelijk bevorderen. Zoals aangekondigd in het regeerakkoord zal het huidige kabinet het Nederlands grondwettelijk verankeren.
- Bent u als aandeelhouder bereid om de borden in de landzijde van de luchthaven, die uitsluitend informatie bevatten in de Engelse taal, te vervangen door borden waarop de informatie ook in het Nederlands staat? Zo ja op welke termijn? Zo neen, waarom niet?
- Is het volgens u noodzakelijk dat op onze nationale luchthaven, welke voor meer dan 75% in handen van de rijksoverheid, op alle borden de aanwijzingen ten minste in het Nederlands worden vermeld? Zo neen, waarom niet? Wat is uw mening hierover met betrekking tot de borden in het “Nederlandse deel”, aan de landzijde van de douane?