Antwoorden op kamervragen over beleggingen in levensverzekering

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE

Ons kenmerk: FM 2007-01113 U

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u, de antwoorden op de vragen van het kamerlid Irrgang die mij werden toegezonden per brief van 4 mei 2007 onder nummer 2060714180.

  • 1.

Vindt u het een wenselijke ontwikkeling dat levensverzekeringen van oude en zieke Amerikanen in toenemende mate op de Nederlandse markt worden verkocht?

  • 2.

Vindt u het kunnen speculeren op iemands dood moreel aanvaardbaar?

Ik kan me goed voorstellen dat mensen hier moreel vragen bij hebben. In het algemeen hebben financiële instellingen de vrijheid om voorwaarden te creëren voor financiële producten. Als wetgever stel ik daaraan de voorwaarde dat de polisvoorwaarden van deze financiële producten niet strijdig zijn met de goede zeden en/of de openbare orde. Over individuele producten spreek ik mij niet uit. Het is aan de rechter om te oordelen of de polisvoorwaarden van viaticale regelingen strijdig zijn met de wet.

  • 3.

Bent u bekend met vragen die hierover zijn gesteld op 5 maart 2004 en de daarop door de toenmalige minister van Financiën gegeven antwoorden?

Ja.

  • 4.

Vindt u dat deze regelingen naar Nederlands recht in strijd zijn met de goede zeden en dus nietig? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?

Bij een viaticale regeling heeft een belegger een financieel belang bij het zo snel mogelijk overlijden van de verzekerde persoon in kwestie. Zoals verwoord op haar website, acht de AFM het denkbaar dat de rechter viaticale regelingen nietig zou kunnen verklaren wegens strijd met de goede zeden. De AFM stelt zich op het standpunt dat ondernemingen die viaticale regelingen aanbieden duidelijk in de te verstrekken informatie, zoals bijvoorbeeld het prospectus, dienen aan te geven dat het contract naar Nederlands recht mogelijk in strijd is met de goede zeden en dus nietig.

  • 5.

Bent u bereid maatregelen te nemen tegen het in Nederland actief aan de man brengen van deze vorm van beleggen?

Hoezeer bij deze producten ook morele kanttekeningen zijn te plaatsen, in Nederland is de keuze gemaakt deze vorm van beleggen niet van staatswege aan beperkingen onderhevig te maken maar in de wetgeving op te nemen dat de polisvoorwaarden niet strijdig mogen zijn met de goede zeden en/of de openbare orde. Net als bij andere producten waarbij vanuit moreel perspectief vragen gesteld kunnen worden, is het aan de consument om te besluiten al of niet van zijn vrijheid tot aankoop gebruik te maken en aan de rechter om de polisvoorwaarden te toetsen.

Hoogachtend,

De minister van Financiën,

Wouter Bos