Onderbouwing schuldsanering Antillen
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE
Ons kenmerk: BZ 2007-00384 M
Geachte voorzitter,
Hierbij ontvangt u een onderbouwing van de schuldsanering Nederlandse Antillen, zoals ik tijdens het Voorjaarsnotadebat van 3 juli jl. heb toegezegd.
Hoogachtend,
De minister van Financiën
Wouter Bos
Onderbouwing reservering schuldsanering 1997
Bij Voorjaarsnota 1997 is op de aanvullende post algemeen een bedrag van 410 mln euro gereserveerd voor schuldsanering Nederlandse Antillen. Onderstaande tabel geeft een onderbouwing van dit bedrag.
X 1mln euro |
2007 €’s |
2007 ANG |
1. Schuldsanering Land |
103 |
224,6 |
2. Schuldsanering SXM + BES |
234 |
507,5 |
3. Betalingsachterstanden SXM + BES |
119 |
259,2 |
4. Dekking uit Hoofdstuk IV |
-23 |
|
Totaal generaal |
410 |
991,3 |
De schuldsanering zoals die is afgesproken in het akkoord van 12 februari jl. bestond uit drie componenten. Enerzijds de sanering van de schulden die de eilandgebieden Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba hebben bij het Land Nederlandse Antillen. In de tweede plaats wordt er een bedrag van 507,5 Antilliaanse guldens gestort op een geblokkeerde rekening bestemd voor de sanering van het aandeel van de vier genoemde eilandgebieden in de schuld van het Land Nederlandse Antillen. Als het Land wordt opgeheven zal de boedel, inclusief de schulden, immers verdeeld moeten worden over de vijf eilandgebieden. Aangezien Curaçao tot voor kort het slotakkoord niet ondertekend had, kon nog geen akkoord gesloten worden over de verdeling van de schulden. Sanering van deze schulden kan dus ook niet plaatsvinden. De derde component betreft de betalingsachterstanden van de vier eilandgebieden die bestonden op 31 december 2005 voor zover de omvang daarvan bekend was op 12 februari jl.
De dekking van de schuldsanering zal voor een deel plaatsvinden vanuit begro tingshoofdstuk IV. Deze dekking bestaat onder andere uit vrijvallende gelden uit hoofde van rentesubsidies en garanties die niet meer nodig zijn vanwege de schuldsanering. Bij het opmaken van de Voorjaarsnota werd er vanuit gegaan dat de schuldsanering in een redelijk snel tempo haar beslag zou krijgen. De voorwaarden voor schuldsanering (aanwezigheid van een toezichthouder op de openbare financiën en overeenstemming over de juridische aspecten uit het slotakkoord) zijn echter nog niet vervuld. Dat betekent dat de eerste tranche schuldsanering naar verwachting pas aan het einde van het jaar plaats zal vinden. De dekking die begrotingshoofdstuk IV kan leveren zal dan ook navenant kleiner zijn.