Flitsevaluatie regels kredietreclame

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Uw brief (Kenmerk) 06-Fin-B-45

Ons kenmerk: FM 2006-03087 U

Geachte voorzitter,

Hierbij informeer ik u over de door mij uitgevoerde flitsevaluatie naar kredietreclame. De uitkomsten daarvan vindt u in de bijlage bij deze brief. De vaste commissie voor Financiën heeft mij per brief van 21 december 2006 (06-Fin-B-45) verzocht om de uitkomsten nog in 2006 aan de Kamer te doen toekomen. Deze termijn is helaas niet haalbaar gebleken.

Aanleiding

Bij de Algemene Financiële Beschouwingen heb ik toegezegd in 2006 een “ flitsevaluatie” uit te voeren naar de regels voor kredietreclame. In mijn brief van 7 december 2006 (29942, nr. 36) heb ik de acties uiteengezet naar aanleiding van de motie Vietsch (29 942, nr. 28), waarin de regering werd verzocht om een verbod op persoonlijke leningen op tv. In die brief heb ik u naast de eerder toegezegde flitsevaluatie tevens een brede evaluatie toegezegd, die medio 2007 wordt afgerond. In de brede evaluatie zal worden bezien of de hoofddoelstelling van de regelgeving ten aanzien van kredietreclame wordt gehaald. Deze doelstelling is dat kredietreclames een consument een zodanig beeld moeten geven van het krediet dat de consument kan beoordelen of het krediet geschikt voor hem is en hem niet in een overkrediteringssituatie brengt. Gezien het feit dat de Kamer met de motie Vietsch heeft laten blijken behoefte te hebben aan striktere regels voor kredietreclame zal ik naast een evaluatie van de geldende regelgeving ook een onderzoek naar alternatieven laten uitvoeren. Met name voor de discussie over een preventieve toets of verbod van bepaalde reclame is onderzoek van belang, gezien het feit dat het om een inperking van de vrijheid van meningsuiting gaat, waarvan in ieder geval de noodzaak moet worden aangetoond.

Strekking van de flitsevaluatie

De flitsevaluatie heeft een beperktere reikwijdte dan de brede evaluatie. Het uitgangspunt dat de overheid regels maakt om te waarborgen dat een consument die informatie krijgt die hem in staat stelt de juiste keuze te maken, is daarbij als gegeven aanvaard. In de flitsevaluatie is niet gekeken naar alternatieven, maar is bezien of de regelgeving voldoende wordt nageleefd en of er bepaalde knelpunten zijn, zowel wat betreft uitvoerbaarheid door de sector als toereikendheid van de informatie aan de consument.

Voor de flitsevaluatie heb ik de AFM gevraagd mij aan te geven wat hun toezichtservaringen tot nu toe zijn met de nieuwe voorschriften voor kredietreclame die op 1 mei 2006 in werking zijn getreden. Dit heeft inzicht opgeleverd in de mate waarin de regelgeving wordt nageleefd en tot de signalering van enkele knelpunten in de huidige regelgeving. Op beide aspecten zal ik nader ingaan. Ten aanzien van de werkbaarheid van de geldende voorschriften zijn de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), Vereniging Financieringsondernemingen Nederland (VFN) en Consumentenbond in de gelegenheid gesteld aan te geven of zij enige praktische knelpunten in de praktijk tegenkomen die het gevolg zijn van de regelgeving. De NVB en VFN hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

Samenvatting evaluatie

Uit onderzoek van de AFM is gebleken dat het merendeel van de kredietreclames niet voldoet aan de gestelde voorschriften. Ongeveer eenderde van de onderzochte kredietreclames voldeed geheel aan de gestelde eisen. De tekortkoming bij reclame-uitingen hadden met name betrekking op:

  • het niet opnemen van de tabel met verplichte informatie over de kredietvergoeding;
  • het niet opnemen van informatie over de verkrijgbaarheid van het kredietprospectus;
  • het niet aangeven of er sprake is van een doorlopend of niet-doorlopend krediet;
  • het niet aanduiden van het effectief kredietvergoedingspercentage als “ effectieve rente op jaarbasis”.

In het toezicht van de AFM en de toepassing door financiële dienstverleners is gebleken dat enkele onderdelen van regelgeving onjuist, onvoldoende duidelijk of niet goed werkbaar zijn. Het gaat dan met name om situaties waarin strikte naleving van de regelgeving niet leidt tot een adequate informatievoorziening aan consumenten over de aard van het krediet. Ook voor een adequate handhaving door de AFM is het van belang dat regels voldoende duidelijk en werkbaar zijn.

Hoofdconclusies

Overtredingen variëren in zwaarte. Er kan, gezien het feit dat de voorschriften vanaf 1 mei 2006 in werking zijn getreden, nog sprake zijn van onbekendheid met regelgeving. Overtredingen, en zeker dit aantal, zijn echter niet acceptabel. Ik ga er vanuit dat handhavend optreden van de AFM hierin een kentering zal brengen. De Wet op het financieel toezicht, net als de Wet financi ële dienstverlening, biedt hiervoor voldoende instrumenten

Er zijn mogelijkheden tot verbeteringen en aanscherpingen van de regelgeving. Hierbij is het van belang dat de consument in een kredietreclame altijd goed wordt geïnformeerd over het krediet. Daarbij dient onderkend te worden dat een reclameboodschap naar zijn aard geen ruimte biedt voor volledige informatie. Hiertoe dient dan ook het kredietprospectus. Een aantal aanpassingen dat wordt voorgesteld door NVB/VFN en AFM zijn van technische aard. Op de volgende onderdelen, die zowel door de NVB/VFN als AFM als knelpunt zijn aangegeven, zijn zeker verbeteringen mogelijk.

  • Het hanteren van een representatieve premie voor verplichte verzekeringen bij kredieten.
  • Indien dit realistisch is moet bij goederenkrediet geadverteerd kunnen worden met een maandlast onder de 2%. Dit is dikwijls het geval bij uitgestelde betalingen. Hierbij moet wel gewaarborgd worden dat consumenten niet een langdurige schuld overhouden aan een product met een kortere gebruiksduur.

Vervolgtraject

Over de concrete wijzigingen van de regelgeving zal direct overleg worden opgestart met de AFM en andere belanghebbende partijen. De wijzigingen die daaruit voortvloeien in het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (Stb. 2006, 520) zullen in de tweede helft van 2007 in werking kunnen treden. Rond diezelfde tijd zal ook gesproken kunnen worden over het systeem als geheel, op basis van de brede evaluatie en daaraan verbonden onderzoeken die dan zijn uitgevoerd.

Breed onderzoek naar kredietverlening

Naast het hierboven genoemde onderzoek naar de naleving van de regels voor kredietreclame, heeft de AFM ook gekeken naar de naleving van andere regels met betrekking tot krediet. Het is goed dat de AFM ervoor heeft gekozen om hieraan meer aandacht te besteden. Het brede onderzoek wordt vandaag openbaar gemaakt. In dat onderzoek hebben vooral de open normen die strekken tot het uitvoeren van een kredietwaardigheidstoets en verstrekken van verantwoorde leningen bijzondere aandacht gehad. De AFM constateert in haar onderzoek onder andere dat er teveel sprake is van het onverantwoord verlenen van krediet. Het beeld is dat de norm die nu door de sector wordt gehanteerd als invulling van de wettelijke norm, slecht wordt nageleefd. Ik vind deze conclusies zorgwekkend en ik heb begrepen dat de AFM inmiddels met de branche afspraken heeft gemaakt over een veel betere handhaving van de normen. Ik vertrouw erop dat de AFM waarnodig gebruik maakt van de wettelijke mogelijkheden tot het opleggen van maatregelen en sancties.

De minister van Financiën,

G. Zalm