Verlening verklaringen van geen bezwaar aan consortium
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE
Ons kenmerk: FM 2007-02265 M
Geachte voorzitter,
Op grond van artikel 3:95, eerste lid, jo artikel 3:97 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) is een verklaring van geen bezwaar (vvgb) verleend aan een aantal vennootschappen voor het houden van een gekwalificeerde deelneming in ABN AMRO Bank N.V. (ABN AMRO). De verklaringen zijn verleend aan The Royal Bank of Scotland Group Plc., Banco Santander Central Hispano S.A., Fortis N.V./Fortis S.A. en het gezamenlijke biedingsvehikel van het consortium van deze drie banken, RFS Holdings B.V.
Voorts is op grond van artikel 3:96, eerste lid, jo artikel 3:97 van de Wft een vvgb verleend aan de Nederlandse bank Fortis Bank Holding N.V.
Voor de inhoud van de vvgb’s en de voorschriften en beperkingen die daaraan zijn verbonden, verwijs ik u naar de bijgevoegde afschriften van de vvgb’s en de daarbij behorende bijlagen, de adviezen van de Nederlandsche Bank N.V. (DNB). Enkele passages zijn daarin weggelaten, met het oog op de vertrouwelijkheid van bedrijfsgegevens.
Zoals ik in mijn brief aan de Tweede Kamer van 13 augustus 2007 heb medegedeeld,1 houdt het verlenen van een vvgb niet in dat daarmee een voorkeur wordt uitgesproken voor een bepaalde partij. De vraag of en door wie ABN AMRO dient te worden overgenomen moet worden beantwoord door de aandeelhouders van ABN AMRO. De AFM zal, vanuit haar rol als toezichthouder op de gedragingen op de financiële markten, toezicht houden op het biedingsproces. DNB zal, naast het gebruikelijke lopend toezicht dat zij op financiële ondernemingen houdt uit hoofde van haar rol als prudentiële toezichthouder, toezien op de naleving van de voorschriften en beperkingen die aan de vvgb’s zijn verbonden. Voor een toelichting op de wettelijke taken van de AFM en DNB en in het bijzonder de vvgb-toets die door DNB en mij wordt verricht, verwijs ik u naar mijn brief aan de Tweede Kamer van 22 mei 2007.2
De minister van Financiën,
Wouter Bos
1: Kamerstukken II 2006/07, 31 052, nr. 3.
2: Kamerstukken II 2006/07, 31 052, nr. 1.