Groeiend aantal besmettingen Q-koorts
Het aantal meldingen van Q-koorts is de afgelopen maanden fors gestegen. Met name in Brabant en de regio Nijmegen zijn gevallen gemeld. Op 21 juli had de GGD Hart voor Brabant 491 meldingen van Q-koorts.
Geiten worden beschouwd als voornaamste bron van besmetting, maar het onderzoek naar de manier waarop Q-koorts op mensen wordt overgedragen wordt uitgebreid. De Voedsel en Waren Autoriteit onderzoekt diverse bedrijven. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft samen met minister Klink van VWS besloten een meldingsplicht in te stellen voor geïnfecteerde bedrijven. Ook mogen bedrijven geen mest uitrijden gedurende 3 maanden na een melding.
Q-koorts kwam tot 2007 in Nederland slechts af en toe voor: jaarlijks werden gemiddeld 15 mensen met deze ziekte gemeld.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft uitgebreide informatie over Q-koorts op zijn website staan. Ook het Bureau Infectieziektebestrijding van de GGD Hart voor Brabant geeft voorlichting.
Q-koorts is een relatief onbekende ziekte, waar nog veel onderzoek naar wordt gedaan. Wel is bekend dat mensen elkaar onderling niet kunnen besmetten.
Veroorzaker is de bacterie Coxiella burnetii. De meeste besmettingen verlopen hooguit als een milde griep. Bij een ernstiger verloop begint de ziekte meestal acuut met heftige hoofdpijn en hoge koorts. Mensen die ernstig ziek zijn met koorts wordt aangeraden naar de huisarts te gaan. Ziekteverschijnselen treden gemiddeld twee tot drie weken na besmetting op.