Besluit openbare biedingen
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE
Ons kenmerk: FM 2007-02239 M
Geachte voorzitter,
Hierbij bied ik u aan een afschrift van het op 12 september 2007 vastgestelde Besluit openbare biedingen Wft. Volgens artikel 5:82 van de Wet ter implementatie van de overnamerichtlijn1 dient dit besluit na vaststelling aan beide kamers der Staten-Generaal te worden overlegd. Het Besluit openbare biedingen Wft zal in werking treden op een tijdstip dat minimaal vier weken na de overlegging is gelegen (medio oktober 2007), tenzij ten minste een vijfde van het aantal leden van één der kamers verzoekt om inwerkingtreding bij wet te regelen. Dat zou in feite betekenen dat voorlopig geen nieuwe biedingsregels zullen gaan gelden en Nederland in gebreke blijft met de verplichting om de Europese overnamerichtlijn2 te implementeren. De uiterste implementatietermijn van die richtlijn is nu reeds meer dan een jaar verstreken.
Het Besluit openbare biedingen Wft (hierna: Bob) bevat de regels die gelden voor een openbaar biedingsproces op aandelen in een beursgenoteerde onderneming en vindt zijn grondslag in de Wet ter implementatie van de overnamerichtlijn. Praktisch gezien vervangt het Bob de thans in het Besluit toezicht effectenverkeer 1995 (hierna: Bte 1995) opgenomen biedingsregels. Deze biedingsregels waren afkomstig uit de SER Fusiecode 1975 en zijn in 1995 vrijwel ongewijzigd overgezet naar het Bte 1995. In 1995 is dan ook toegezegd dat de biedingsregels in een later stadium zouden worden gemoderniseerd.
Deze modernisering van de biedingsregels heeft plaatsgevonden in het Bob. Tevens zijn in het Bob specifieke regels die de overnamerichtlijn voorschrijft voor het biedingsproces geïmplementeerd. Om inzicht te verkrijgen in de wensen van de markt met betrekking tot het biedingsproces, heeft in 2006 uitgebreide marktconsultatie plaatsgevonden.
Een en ander heeft geleid tot biedingsregels die gemakkelijker leesbaar zijn en duidelijker weergeven aan welke vereisten een bieder en een doelvennootschap ingeval van een openbaar bod precies moeten voldoen. Tevens zijn nieuwe regels geïntroduceerd. Hieronder worden de belangrijkste beknopt beschreven.
- vijandig bod. Een vijandige bieder zal eerder aan toezicht door de Autoriteit Financiële Markten worden onderworpen, omdat het biedingsproces voor hem aanvangt wanneer hij een prijs en de naam van de doelvennootschap op enige wijze openbaar maakt.
- concurrerend bod. Er zijn regels geïntroduceerd voor de situatie dat meerdere bieders willen bieden op dezelfde doelvennootschap (concurrerende biedingen), die ervoor zorgen dat alle bieders gelijke kansen hebben en dat geen voordeel kan worden behaald door tactisch opereren.
- positie werknemers. In het biedingsproces, zoals neergelegd in het Bob, wordt meer aandacht gegeven aan de positie van werknemers. Het belangrijkste daarbij is dat de bieder in het biedingsbericht moet opnemen wat zijn voornemens zijn ten aanzien van het in dienst houden van werknemers, of daarbij bijvoorbeeld een sociaal plan is opgesteld en wat zijn voornemens zijn met betrekking tot de locatie van de arbeidsplaatsen. De bieder dient dit biedingsbericht vervolgens aan werknemers te verstrekken. Overigens tast het Bob andere wettelijke regels ter bescherming van werknemers op geen enkele wijze aan. Zo blijft gelden dat op grond van artikel 25 van de Wet op de Ondernemingsraden het bestuur van de doelvennootschap, indien deze een ondernemingsraad heeft, advies moet vragen aan de ondernemingsraad op een tijdstip dat dit advies nog wezenlijke invloed kan hebben op de besluitvorming. Voor de bieder geldt dezelfde verplichting, wanneer het een onderneming betreft in de zin van de bedoelde wet.
- Vergoedingen bestuurders. In het biedingsbericht dient bekend te worden gemaakt welke vergoedingen worden verstrekt aan bestuurders en commissarissen, en welke adviseurs zijn ingehuurd door de bieder. Tijdens een algemeen overleg met de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer op 5 juli 2007 heb ik toegezegd deze laatste verplichting nog op te nemen in het Bob.
Al met al zal het Bob aan de in het biedingsproces betrokken partijen houvast geven. Verder verschaft het Bob duidelijke bevoegdheden aan de Autoriteit Financiële Markten. Tenslotte zal Nederland hiermee voldoen aan de Europese vereisten.
Het is echter niet zo dat de biedingsregels in de toekomst niet meer zullen worden aangepast of aangevuld. Zoals ik in de behandeling van het wetsvoorstel ter implementatie van de overnamerichtlijn in de Eerste Kamer3 heb aangegeven ben ik bereid om in een later stadium, na afloop van de huidige omvangrijke overnameprocessen, met u en met betrokkenen in de markt te bezien of de Nederlandse overnamemarkt gebaat is bij het introduceren van elementen zoals die thans in het Verenigd Koninkrijk bestaan bij het Takeover Panel. Deze kwestie wordt ook wel geduid als “de marktmeester”.
In dit verband wijs ik u er nog op dat, zoals is gemeld in mijn brief van 19 juni jl. het kabinet de SER heeft verzocht uiterlijk medio oktober een gericht advies uit te brengen over de vraag of de positie van werknemers in de onderneming versterking behoeft en hoe dit gerealiseerd kan worden, zodanig dat de belangen van werknemers voldoende worden meegewogen bij de besluitvorming in en over Nederlandse ondernemingen. Het kabinet heeft de SER daarbij onder meer verzocht de opties van een spreekrecht van de ondernemingsraad (OR) in de AvA en de betrokkenheid van werknemers bij een fusie of overname te bezien.
Meer in algemene zin ligt in de rede om, wanneer gedurende enige jaren ervaring is opgedaan met de nieuwe biedingsregels die in het Bob zijn opgenomen, te evalueren of het Besluit openbare biedingen in voldoende mate aan de doelstellingen en verwachtingen beantwoord.
Ik hoop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd over het Besluit openbare biedingen Wft en mijn voornemens en toezeggingen omtrent de discussie over de “ marktmeester”.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
Wouter Bos
1: Wet van 24 mei 2007 tot uitvoering van richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod (Stb. 202). Deze wet zal gelijktijdig met het Besluit openbare biedingen Wft in werking treden.
2: Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod
3: Handelingen Eerste Kamer 2006/2007, nr. 30, p. 921-922